Prequel - Studywords Flashcards
1
Q
Answer
A
Beantwoorden / antwoord geven op
2
Q
Begin (with)
A
Beginnen met (begin(t) met)
3
Q
Close
A
Dichtdoen (doe(t) dicht)
4
Q
Give
A
Geven (geef(t))
5
Q
Repeat
A
Herhalen (herhaal(t))
6
Q
Hear
A
Horen (hoor(t))
7
Q
Belong to / go with
A
Horen bij (hoor(t) bij)
8
Q
Fill in
A
Invullen (vul(t) in)
9
Q
Choose
A
Kiezen (kies(t))
10
Q
Look at
A
Kijken naar (kijk(t) naar)
11
Q
Hand in
A
Inleveren (lever(t) in)
12
Q
Read
A
Lezen (lees(t))
13
Q
Listen to
A
Luisteren naar (luister(t) naar)
14
Q
Make
A
Maken (maak(t))
15
Q
Finish
A
Afmaken (maak(t) af)