Les 15 Flashcards
1
Q
The plan
A
Het plan
2
Q
Because
A
Omdat
3
Q
To depend on
A
Afhangen van
4
Q
It depends
A
Het hangt er van af
5
Q
According to
A
Volgens
6
Q
Will be / become
A
Worden
7
Q
Reasonable
A
Redelijk
8
Q
By the way
A
Trouwens
9
Q
Really
A
Echt
10
Q
Used up
A
Op zijn
11
Q
Idea
A
Het idee
12
Q
Museum
A
Het museum
13
Q
Architect
A
De architect
14
Q
Both
A
Allebei
15
Q
At least
A
Tenminste
16
Q
If
A
Als
17
Q
To ask if
A
Vragen of
18
Q
To expect
A
Verwachten
19
Q
The Way back
A
De terugweg
20
Q
To drive around
A
Rondtoeren
21
Q
Hill
A
De heuvel
22
Q
Hilly country
A
Het heuvelland
23
Q
Tv news
A
Het journaal
24
Q
Clothing
A
De kleding
25
Clothes
De kleren
26
Men's wear
De herenkleding
27
Ladies' wear
De dameskleding
28
Children's wear
De kinderkleding
29
Sportswear
De sportkleding
30
Shirt
Het overhemd
31
The tie
De stropdas
32
The trip
Het uitstapje
33
Collar
De kraag
34
Sleeve
De mouw
35
Button
De knoop
36
Buckle
De gesp
37
Belt
De riem
38
Trousers
De broek
39
Shorts
De korte broek
40
Jeans
De spijkerbroek
41
Pocket
De zak
42
Suit
Het pak
43
Suit jacket
Het colbert
44
Coat
De jas
45
Sweater
De trui
46
Cardigan / waistcoat
Het vest
47
Dress
De jurk
48
Skirt
De rok
49
Blouse
De bloes
50
Tights
De panty
51
Sock
De sok
52
Stocking
De kous
53
Bathing trunks
De zwembroek
54
Swimming suit
Het badpak
55
Bikini
De bikini
56
Shoe
De schoen
57
Boot
De laars
58
Clog
De klomp
59
Slipper
De pantoffel
60
Lace
De veter
61
Glove
De handschoen
62
Mitten
De want
63
Scarf
De sjaal
64
Hat
De hoed
65
Bonnet
De muts
66
To put on
Aantrekken / aan doen
67
To take off
Uitrekken / uit doen
68
Size
De maat
69
To wear
Dragen
70
Wool
De wol
71
Cotton
De katoen
72
Nylon
De nylon
73
Linen
Het linnen
74
Silk
De zijde
75
Plain
Effen
76
Checked
Geruit
77
Striped
Gestreept
