pijn Flashcards

1
Q

herkenning en beoordelen pijn bij kinderen

A
  1. (hetero) anamnese van kind of ouder
  2. observatie van gedragsveranderingen: huilen, beschermen van pijnlijk lichaamsdeel en gezichtsuitdrukking
  3. observatie van fysiologische veranderingen zoals bleekheid, tachycardie en tachypneu
  4. verachting van hulpverlener dat kind pijn zal hebben onder bepaalde omstandigheden bv botbreuk, brandwond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doel beoordelen pijn

A

ernst goed in te schatten en vervolgens adequate keuze voor pijnstilling maken. Na interventie moet men kind beoordelen om te bepalen of interventie heeft gewerkt. (beoordelen, behandelen, herbeoordelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meetinstrumenten

A

observatie hulpverlener:
COMFORTscale (0-4 jaar)
FLACC scale (0-7 jaar)

kind kan zelf pijn aangeven:
VAS: 4-7 en > jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EMLA

A

2,5% lidocaïne en 2,5% prilocaïne. Inwerktijd 60 min, 60 min na verwijderen uitgewerkt. Zorgt voor vasoconstrictie t/m 15 min na verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rapydan

A

lidocaïne en tetracaine. Warmte genererende stof, verdovend effect na 30 min. niet <3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ethylchloridespray

A

werkt onmiddellijk en kan pijn van venapunctie of veneuze canulatie aanzienlijk verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lokale anestetica : lidocaïne en bupivaceine

A

lidocaïne: werkt snel en leidt tot ene sterkte zenuwblokkade. Werkingsduur binnen 2 min tot 1 a 2 uur
bupivaceine: wordt ook gebruikt voor zenuwblokkade, werkt langer door dan lidocaïne 15 min tot 8 uur
kan ook worden gebruikt met of zonder toevoeging adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

systemische analgetica (niet opioiden)

A
  • paracetamol
  • NSAID’s: sterke ontstekingsremmende, koortswerende en pijnstillende werking.
    Bijwerkingen: irritatie van maagslijmvlies, remming van trombocyten aggregatie, bronchospasmen, nierinsufficiëntie.
    NSAIDS gecontra-indiceert bij kinderen met verhoogd risico op deze problemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

systemische analgetica (opioiden)

A

fentanyl heeft snellere werking dan morfine.
bijwerkingen alle opioiden: ademdepressie, misselijkheid, braken.
ademdepressie doordat opioiden gevoeligheid van hersenstam voor hypercapnie en hypoxie verminderen, admehaling moet adequaat bewaakt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

opioiden antidotum

A

naloxon.
Na IV toedienen binnen 2 min werkzaam. Werkindsduur is in algemeen korter dan die van opioiden, daarom kan nodig zijn dosis te herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dampvorminge analgesie

A

lachgas kan in matige dosis pijnstillend werken en in hoge dosis als anestheticum
contra indicatie: pneumothorax, intracraniele lucht , Vit B deficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sedativa

A

hebben een anxiolytische maar geen pijnstillende werking.

bijwerkingen: sedatie, verwardheid, paradoxale reacties (agressie angst)
- midazolam: benzodiazepine met sedatieve eigenschap die ook anterograde amnesie kan bewerkstellingen. Voor sedatie meestal oraal of parenteraal toedienen. Nasaal is mogelijk, maar pijnlijk
- esketamine: is een NMDA receptroenantagonist met sterke analgetische werking. wordt vaak als sedativum/analgeticum gebruikt. bijwerkinge: larynchospapsmen, luchtwegobstructies, aspiratie, dysforie, onaangenaam dromen, hypertensie, tachycardie, speekselvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly