Perifeer vestibulair systeem 1 Flashcards

1
Q

Wat is het perifeer vestibulair systeem?

A

Is een uniek sensorisch systeem:
- Het detecteert hoofdbewegingen en oriëntatie in de ruimte
- Bij normaal functioneren zijn we ons er niet van bewust
Dit is belangrijk voor de perceptie, houdingen en de oogfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 hoofdsystemen

A

2 sensorische systemen – 6 vrijheidsgraden (of 9)
- Halfcirkelvormige kanalen – rotatiesignalen
- Otolieten – lineaire versnelling en hoofdoriëntatie

signalen aan weerszijden van het hoofd zijn gespiegeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fysiogenetica van vestibulair systeem

A

Fylogenetische, het oudste deel van het binnenoor.
- Verschillend van het slakkenhuis in het midden van de 19e eeuw
De grootte correleert met het voortbewegingstype (zoogdieren).
- Dieren met een behendige, snelle en schokkerige voortbeweging hebben grotere kanalen (in verhouding tot lichaamsgrootte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anatomie van het evenwichtsorgaan

A

Het bestaat uit een benig en vliezig labyrint. Ook zitten de vloeistoffen perilymfe en endolymfe erin. Het vliezig labyrint maakt de scheiding tussen perilymfe en endolymfe. In de kanalen heb je de ampulla, waar de sensor zit. In de otolitihische ruimte zitten otolitische organen. In alle organen zitten haarcellen, wijzen omhoog en kunnen buigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 soorten haaruitgangen

A
  • Kinocilium en stereocilia: de richting van de buiging van de kinocilium ten opzichte van de stereocilia zorgt voor een hoger of lagere vuurfrequentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zitten haarcellen?

A

in halfcirkelvormige kanalen en otolieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Richting beweging haarcellen

A

zorgt voor de vuurfrequentie van de afferent. Als die stilstaat blijft de vuurfrequentie best hoog. De baseline vuurfrequentie is ongeveer 100 spikes/s. Ze moeten constant signalen geven over de richting van de beweging van een cel. De vuurfrequentie veranderd door het buigen van de haarcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Proces voor depolarisatie haarcellen

A
  1. Buigen van haarcellen
  2. Kaliumkanalen openen
  3. Membraan depolariseert als gevolg van influx van K+ ionen.
  4. Depolarisatie triggert influx van Ca ionen
  5. Synaptische blaasjes versmelten met membraan
  6. Neurotransmitter diffundeert naar afferent en induceert een actiepotentiaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 soorten haarcellen

A
  • Type 2 cellen kwamen als eerst
    o Bouton zit alleen aan het einde
  • Type 1 cellen kwamen later: evolutie tot aminioten (vogels, reptielen en zoogdieren).
    o Heeft een calyx helemaal om cel heen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

irregulaire afferenten

A

hogere sensitiviteit voor alle bewegingfrequenties. Type 1 haarcel komt vaker voor met irregular.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

regulaire afferenten

A

lagere detectiedrempel voor alle bewegingfrequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

semicirculaire kanalen

A

kanalen: horizontaal, anterior, posterior – orthogonal
- Gespiegeld aan weerszijden hoofd
o Overbodige aan (bilateraal) informatie
o Verhoogde resolutie van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat activeert de semicirculaire kanalen?

A

Hoofdrotatieversnelling activeert de semicirculaire kanalen. De vloeistof tegen de haarcellen zorgt voor het signaal voor beweging. Deze kanalen reageren alleen op versnelling, maar niet op snelheid.

Bij decelleratie wordt de vuurfrequentie juist minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

werking semicirculaire kanalen

A
  • Een bilaterale bron van informatie
  • Kanalen aan weerskanten werken in een duw-trek verhouding
  • Excitatie aan de ene kant zorgt voor inhibitie aan de andere kant
    o Links anterior rechts posterior (LARP)
    o Rechts anterior links posterior (RALP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

organisatie van otolieten

A
  • Twee maculaire oppervlaktes – utriculus en sacculus
    o Utriculus: horizontaal en verticale bewegingen
    o Sacculus: verticaal bewegingen (en een klein beetje horizontaal)
  • Gespiegeld aan weerszijden (overbodige maar hogere resolutie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doen otolieten?

A

zetten lineaire versnelling signalen om.
- Hoge dichtheid van kristallen rusten op gelatineuze laag – otoconia
Zwaartekracht duwt op de kristalletjes en duwt de haarcellen naar links of rechts. Traagheid van de kristallen veroorzaakt buiging van de haarcellen.

17
Q

Wat is de vestibulo-oculaire reflex (VOR)?

A

Is een hele korte reflex met drie neuronen tussen de evenwichtsorgaan en de spier. Het compenseert voor hoofdbewegingen. Met de vestibulo-oculaire reflex kan je het vestibulaire systeem makkelijk beoordelen.

18
Q

Wat gebeurt er met de VOR in het horizontale kanaal?

A
  • Langzame fase: Compenserende oogbeweging
  • Snelle fase oogbeweging: nystagmus
19
Q

testen beweging vestibulair opgeroepen oogbewegingen

A

Kenmerken:
- Interactie met zicht
- Meerdere graden van vrijheid
- Bilaterale activatie
- Meest fysiologische input
Toepassingen: onderzoek en klinisch.

20
Q

Hoe werkt calorische nystagmus?

A
  • Warme temperatuur: verhoging van vuurfrequentie
  • Lagere temperatuur: verlaging van vuurfrequentie
21
Q

Kenmerken calorische nystagmus

A
  • Unilaterale activatie
  • Bidirectioneel: warm/koud
  • Aanhoudende input
    Is toepasbaar op onderzoeksniveau maar ook vaak in de kliniek (narcose). Je kan ook asymmetrie testen.