Epileptisch netwerk Flashcards

1
Q

Wat meet het EEG?

A

Een EEG meet vooral de synchrone synaptische potentialen. Actiepotentialen zijn te snel om te meten. Cellen gaan tijdens een insult synchroon salvo’s actiepotentialen afvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tonische fase

A

langdurige depolarisatie plus snel vuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

clonische fase

A

ritmische bursts met actiepotentialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent het als het op het EEG gemeten kan worden?

A

dat een heleboel cellen synchroon een synaptische impuls krijgen. De cellen vuren synchroon omdat ze onderdeel zijn van een groot netwerk. Neuronen zijn met elkaar verbonden via synapsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Elektrische synapsen

A

Worden gevormd door gap junction kanalen, ionen kunnen daar vrij tussen stromen. Als de ene cel depolariseert zal de andere ook depolariseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gap junctions

A
  • Aanliggende gap junction kanalen
  • Weinig selectief
  • Transmissie bi-directioneel
  • Korte delay
  • Geen drempel
  • Geblokkeerd door o.a. halothaan
  • Zeer geschikt voor synchronisatie in neuronale netwerken
  • Synaps niet uitputbaar
  • Betrokken bij generatie van fast ripples, zeer snelle hypersynchrone oscillaties, die belangrijk zijn voor het ontstaan van epileptische aanvallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Chemische synapsen

A
  1. Actiepotentiaal bereikt zenuweindiging
  2. Cel wordt gedepolariseerd  Ca kanalen gaan open (gaat van buiten naar binnen)
  3. De verhoging van de Ca concentratie leidt tot fusie van vesicles met plasmamembraan
  4. Neurotransmitter komt vrij in de synapsspleet (exocytose)
  5. Neurotransmitter bindt aan postsynaptische receptoren
  6. Postsynaptische receptoren worden geactiveerd (ligand gestuurde ionkanalen openen)
  7. Postsynaptische receptoren raken neurotransmitter kwijt
  8. Neurotransmitter wordt heropgenomen met behulp van carriers
    o Transporters bevinden zich voor een belangrijk gedeelte in de glia
    o Onder pathologische omstandigheden kunnen de transporters in omgekeerde richting werken, dit is een probleem omdat de ophoping van extracellulair glutamaat zichzelf versterkt.
  9. Membraan wordt heropgenomen (endocytose)
  10. Vesicles worden gevuld met neurotransmitters met behulp van carriers
  11. Veranderingen in sterkte die ten grondslag liggen aan leren, geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zorgt voor vesicles?

A

Er zijn veel eiwitten die ervoor zorgen dat de juiste hoeveelheid vesicles klaar ligt om te fuseren. De vesicle dockt en bindt aan de presynaptische membraan met behulp van SNARE eiwitten. Die zorgen dat vesicles als een soort rits kunnen binden aan de plasmamembraan. SNAREs zijn essentieel voor neurotransmitter afgifte. Dan zorgt synaptotagmine voor binding van Ca  conformatieverandering  vesicle nog dichterbij en fuseren + excocytose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen axo-axonale synapsen?

A

veranderen de neurotransmitterafgifte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kan er lokale eiwitsynthese zijn bij een zenuweindiging?

A

bevat geen ribosomen of Golgi-apparaat, dus er is geen lokale eiwitsynthese mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

neurotransmitter

A
  • Moet aanwezig zijn in het presynaptische neuron
  • Moet afgegeven worden na presynaptische depolarisatie
  • Specifieke receptoren voor de neurotransmitter moeten aanwezig zijn op de postsynaptische cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zit acetylcholine en wat doet het?

A

Zit in de neuromisculaire overgang (tussen motoneuron en dwarsgestreepte spiercellen) via nicotine receptoren (kationkanalen). Geeft een teken om te contraheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nicotinereceptoren

A

 Target van spierrelaxantia
 5 subunits
 Kationkanaal, even goed doorgankelijk voor K+ als voor Na+
 Omkeerpotentiaal: ongeveer 0 mV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afbraak acetylcholine

A

in synaptische spleet door acetylcholinesterase
- Remmers van acetylcholinesterase worden gebruikt bij myasthenia gravis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Glutamaat

A
  • Belangrijkste excitatoire neurotransmitter voor de snelle transmissie (> helft van alle synapsen)
  • Te veel glutamaat is toxisch, belangrijk bij CVA
  • Zowel ligand gestuurde (NMDA, AMPA, KA; kationkanalen) als G-eiwit gekoppelde (metabotrope) receptoren
  • NMDA receptor is betrokken bij leerproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GABA

A

(wordt gemaakt uit glutamaat)
- Belangrijkste remmende neurotransmitter
- Meeste interneuronen zijn GABA-erg
- Verstoring van de balans tussen excitatie en inhibitie leidt tot epilepsie
- Zowel ligand-gestuurde (GABAA) als G-eiwit gekoppelde (GABAB) receptoren
- GABAA receptor is een chloride kanaal, target van benzodiazepines, barbituraten, alcohol en anesthetica

17
Q

Glycine

A
  • Belangrijke remmende neurotransmitter, zit vooral in ruggenmerg
  • Zowel ligand-gestuurde (chloridekanaal, geblokkeerd door strychine (rattengif) als G-eiwit gekoppelde (metabotrope) receptor
18
Q

Acetylcholine; excitatoir/inhiberend?

A

Nicotinereceptoren zijn niet-selectieve kationkanalen, dwz doorgankelijk voor Na en K. in neuromusculaire eindplaat EPP met een omkeerpotentiaal van 0 mV.

19
Q

Glutamaat; excitatoir/inhiberend?

A

AMPA, NMDA, kaniaat receptoren zijn niet-selectieve kationkanalen dwz doorgankelijk voor Na en K (en Ca bij NMDAR).
- Vormen een ESPS met een omkeerpotentiaal van 0 mV
o Na gaat vooral naar binnen, heel klein beetje K naar buiten

20
Q

GABA en glycine; excitatoir/inhiberend?

A

Ligand gestuurde ionkanalen, doorgankelijk voor CL-. IPSP met een omkeerpotentiaal gelijk aan de omkeerpotentiaal voor Chloride die gelijk staat aan de membraanpotentiaal.
- GABA werkt o.a. door de reactie van de cel op het openen van glutamaat-receptor kanalen te verminderen.

21
Q

Hoe werkt GABA?

A

Chloride stroomt naar binnen als de cel depolariseert om dit een soort van te neutraliseren. Bij activatie van GABA receptor gaat de permeabiliteit voor chloride omhoog, daarom blijft de membraanpotentiaal dichterbij evenwichtspotentiaal van chloride. De evenwichtspotentiaal van chloride ligt dicht bij de rustmembraanpotentiaal.