PD.3.3 - Een lui oog en scheelzien Flashcards

1
Q

Welke typen van strabisme zijn er?

A
  • Concomitant = scheelzien gelijk in alle richtingen
  • Inconcomitant = scheelzien varieert in bepaalde blikrichtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke varianten van concomitant scheelzien zijn er?

A
  • Horizontaal: exoforie/-tropie, esoforie/-tropie
  • Verticaal: hypertropie, hypotropie
  • Torsioneel: incyclotropie, excyclotropie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bedoelen we met exoforie/-tropie en esoforie/-tropie?

A
  • Bij exoforie/-tropie wijkt het oog naar buiten (temporale zijde), respectievelijk latent of manifest.
  • Bij esoforie/-tropie wijkt het oog naar binnen (nasale zijde). Forie is latent (zichtbaar bij afdekking), tropie is continu zichtbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bedoelen we met hypertropie en hypotropie?

A

Bij hypertropie staat het aangedane oog te hoog, bij hypotropie juist te laag. Dit kan leiden tot dubbelzien (diplopie) en compensatie met hoofdstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bedoelen we met incyclotropie en excyclotropie?

A

Torsioneel scheelzien houdt in dat het oog om zijn visuele as draait. Bij incyclotropie draait de bovenpool van het oog naar de neus, bij excyclotropie naar de slaap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke varianten van inconcomitant scheelzien zijn er?

A
  • paralytisch: neurogeen, myogeen
  • restrictief
  • spastisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat paralytisch scheelzien?

A

Paralytisch scheelzien ontstaat door verlamming van oogspieren. Bij een neurogene oorzaak is er schade aan de zenuwen die de oogspieren aansturen (zoals N. oculomotorius, trochlearis of abducens). Bij een myogene oorzaak ligt het probleem in de spier zelf, zoals bij myopathieën of spierziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat restrictief scheelzien?

A

Restrictief scheelzien ontstaat door mechanische beperking van de oogbeweging, bijvoorbeeld door littekens, vergroeiingen of beknelling (zoals bij orbitale fracturen). De spier kán wel werken, maar wordt fysiek tegengehouden. De bewegingsbeperking is vaak eenzijdig en asymmetrisch, en kan pijnlijk zijn bij pogingen tot bewegen in de beperkte richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ontstaat spastisch scheelzien?

A

Spastisch scheelzien ontstaat door overactiviteit of tonusverhoging van één of meerdere oogspieren. Dit veroorzaakt een abnormale oogstand die niet overeenkomt met de normale balans tussen de oogspieren. Het kan plots ontstaan en is vaak tijdelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is esotropie?

A

convergente stand van de ogen. dit is de eerste 3 maanden normaal. het geeft een kans op amblyopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke 3 soorten esotropie zijn er?

A
  1. Esoforie: er is een lichte neiging tot convergeren, maar fusie corrigeert dit volledig, dus het oog staat recht bij normaal kijken. Geen dubbelzien.
  2. Intermitterende esotropie: meestal lukt fusie nog wel, maar bij vermoeidheid, ziekte of stress lukt het tijdelijk niet, waardoor het oog naar binnen draait en dubbelzien kan optreden.
  3. Esotropie: het oog kan niet recht getrokken worden met fusie bij binoculair kijken, het oog staat constant naar binnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is exotropie?

A

divergente stand van de ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 3 soorten exotropie zijn er?

A
  1. Exoforie = rechte oogstand met fusie, geen afwijkingen bij binoculair kijken
  2. Intermitterende exotropie = kan recht getrokken worden met fusie, bij bepaalde omstandigheden divergente stand (vermoeidheid, ziekte, stress)
  3. Exotropie = kan niet recht getrokken worden met fusie bij binoculair kijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is pseudostrabismus?

A

Er is GEEN sprake van een verstoring van de twee visuele assen. Het komt door abnormale adnexale structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de definitie van amblyopie?

A
  • Oog wat minder goed ziet
  • Dit ontstaat door een onderbreking in de normale ontwikkeling van het zien
  • Visuele ontwikkeling vindt plaats tot ongeveer 6-8 jarige leeftijd
  • Door het niet-gebruiken van één oog gaan neuronen en synapsen verloren tussen oog en visuele cortex
  • Lui oog en scheelzien bevat 90% van de bezoeken aan de oogarts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de oorzaken van amblyopie?

A
  • Strabismus: esotropie
    Ongelijke brilsterkte:
  • Anisometropie (>1 Dioptrie)
  • Astigmatisme (>0,75 Dioptrie)
    Gecombineerde oorzaak (strab & aniso)
    Deprivatie amblyopie (minst voorkomend)
  • Ptosis
  • Visueel storende media troebeling
17
Q

Wat zijn de verschillende soorten uitkomsten die je kunt constateren bij oogheelkundig onderzoek?

A
  • Emmetropie: normaal
  • Hypermetropie: brandpunt komt achter de fovea
  • Myopie: brandpunt komt voor de fovea
  • Astigmatisme: is een refractieafwijking waarbij het hoornvlies of de ooglens een ongelijke kromming heeft, waardoor licht niet op één punt op het netvlies samenkomt. Dit zorgt voor wazig of vervormd zien, zowel van dichtbij als veraf. Dit stabiliseer je met cilindrische brillenglazen
18
Q

Wat is de pathofysiologie van amblyopie?

A
  • Kwetsbaarheid van de organisatie in de visuele cortex (vermindering van de gebieden in de hersenen die zich bezighouden met de input van het luie oog) door abnormale input in de vroege periode.
  • Amblyopie het gevolg was van een reductie in het aantal neuronen van het zwakkere oog in de visuele cortex.
  • Redistributie corticale cellen voor het goede oog.
  • Afname plasticiteit brein met de leeftijd
19
Q

Wat is de therapie voor amblyopie?

A
  • Eventueel bril (refractieve adaptatie)
  • Goede oog met pleister afplakken, enkele uren per dag, vóór de leeftijd van 8 jaar
  • Hele succesvolle behandeling echter grote probleem is de mate van therapietrouw
20
Q

wat zijn de belangrijkste redenen voor niet plakkers?

A
  • Niet begrepen, geen kennis
  • Logistieke problemen
  • Stress in het gezin!
  • Aandoening niet ernstig genoeg
  • Protest van het kind.
21
Q

Wat is een voorbeeld van een andere behandeling voor Amblyopie?

A

Dichoptische video game: goede oog krijgt minder visuele input: ze moeten meer gebruik maken van het luie oog. Maar gaat gepaard met veel problemen:
- Bril vergeten mee te nemen naar game sessie (12%)
- Bril beslagen (24%)
- Lastig game te begrijpen (24%)
- Interesseverlies in de game (47%)
- Willen niet/kunnen niet game-afspraken nakomen (41%)
- Moeite met begrijpen game settings (41%)
- VR-bril en controllers te groot (47%)

22
Q

Waarom moeten mensen met een lui oog eerst een bril dragen?

A

Door de bril te dragen wordt de visus ook beter:
- Verbeteren visus
- Differentiatie aandeel aan visus
- Betere visus hierdoor wordt het afplakken ook beter.
Je doet eerst een bril voorschrijven (om gebruik te maken van de refractieve adaptatie periode), daarna doe je afplakken van het goede oog (behandeling amblyopie).

23
Q

Wat meet je met prisma’s?

A

Met prisma’s kun je meten hoeveel graden een oog naar binnen staat gericht.