Oefentoets 1 Flashcards

1
Q

Wat is er bekend over de relatie tussen emotionele intelligentie en werkprestaties?

A

Aanwijzingen dat emotionele intelligentie een positieve voorspeller is van werkprestatie ontbreken, met als uitzondering het onderzoek van Joseph en Newman (2001).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zijn intelligentietests eerlijk voor verschillende etnische groepen?

A

Nee, cognitieve vaardigheidstests geven mogelijk niet voor elke etnische groep een eerlijke beoordeling van het potentieel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je verschillen in beoordelingen als gevolg van migratieachtergrond voorkomen?

A
  1. werken met een gestandaardiseerd interview
  2. inzetten van meerdere getrainde beoordelaars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de fenomenologie / de humanistische benadering?

A

De fenomenologie is gericht op hoe mensen de wereld om zich heen ervaren en interpreteren. De humanistische benadering stelt dat een individu streeft naar persoonlijke groei en zelfrealisatie. Hoewel minder invloedrijk in de arbeidspsychologie, biedt het waardevolle perspectieven op motivatie en loopbaanontwikkeling door de focus op persoonlijke ervaring en zelfrealisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke stappen bestaat een training design (TD)?

A
  1. doelen en doelstellingen vaststellen
  2. geschikte trainingsstrategie bepalen
  3. training plannen in implementeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een training needs analysis (TNA) en op welke niveaus kan dit plaatsvinden?

A

Training Needs Analysis (TNA) voorkomt dat trainingen worden gegeven zonder duidelijke noodzaak. Het TNA-proces identificeert specifieke trainingsbehoeften, waardoor training effectief en kostenefficiënt is. Er zijn drie niveaus van analyse:
1. organisatieniveau
2. taak- of rolniveau
3. werknemersniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de sociale leertheorie?

A

Bandura’s SLT stelt dat mensen leren door anderen te observeren. Het model omvat:
* Aandacht: Observeren van het gewenste gedrag.
* Retentie: Opslaan van het geleerde door oefening en feedback.
* Reproductie en motivatie: Herhalen en implementeren van het gedrag, met succeservaringen die zelfvertrouwen vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke dimensies van het career decision making profile blijken te helpen om goede loopbaanbeslissingen te maken?

A
  • breed informatie verzamlene
  • interne locus of control
  • afwezigheid van uitstelgedrag
  • snlle besluitvorming
  • geringe afhankelijkheid van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn en betekenen de persoonlijkheidsprofielen van Holland, en wat houden deze in?

A
  • Realistisch – praktische en handmatige beroepen zoals techniek en landbouw.
  • Onderzoekend – beroepen waarin analytische vaardigheden centraal staan, zoals wetenschap en onderzoek.
  • Artistiek – creatieve beroepen zoals kunst en design.
  • Sociaal – beroepen gericht op interactie met mensen, zoals onderwijs en zorg.
  • Ondernemend – beroepen gericht op leidinggeven en het nemen van beslissingen, zoals management.
  • Conventioneel – beroepen die zich richten op orde en structuur, zoals administratie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke functie heeft de attitude werktevredenheid het meest?

A

Het duiden van de omgeving en hierin effectief kunnen handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de zelfbeschikkingstheorie?

A

Mensen streven naar vervulling van de behoeften aan:
* Autonomie: Zelf de keuzes kunnen maken in werk.
* Competentie: Gevoel van bekwaamheid in hun werk.
* Verbondenheid: Gevoel van sociale betrokkenheid en relaties met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is McClelland’s prestatiebehoeftetheorie?

A

Behoeftetheorieën richten zich op de fundamentele behoeften die ten grondslag liggen aan menselijk gedrag. De behoeftetheorie van McClelland onderscheidt drie behoeften:
* Prestatiebehoefte (nAch): De behoefte om goed te presteren en uitdagingen aan te gaan.
* Machtsbehoefte (nPow): De behoefte om invloed uit te oefenen en controle te hebben.
* Affiliatiebehoefte (nAff): De behoefte aan sociale relaties en acceptatie door anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is scientific management?

A

Scientific management van Taylor (1911) is een managementtheorie gericht op het verhogen van efficiëntie door standaardisatie van taken en strikte controle.

Werknemers worden gezien als onderdeel van een machine, wat kan leiden tot demotivatie door gebrek aan autonomie en vervulling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het sociotechnisch systeemontwerp (Cherns, 1976, 1987; Heller, 1989).?

A

Deze theorie benadrukt de noodzaak van het integreren van technologie en sociale structuren in de organisatie. Het draait om autonomie, besluitvorming, en het niet ondergeschikt maken van werknemers en machines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In het tekstboek komen verschillende benaderingen aan bod voor het versimpelen en verrijken van werktaken.

Wat is de juiste chronologische volgorde van deze benaderingen?

A
  1. scientific management
  2. de tweefactorentheorie
  3. sociotechnisch systeemontwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan het benadelen van vrouwlijke kandidaten voor leidinggevende functies kan worden tegengegaan?

A

De beoordelaar/selecteur verantwoording laten afleggen voor zijn/haar beslissing

17
Q

Wat is het verschil tussen structurele en transactionele modellen van werkstress?

A

Transactionele modellen beschrijven stress als een dynamisch proces waarin de interactie tussen een persoon en zijn omgeving centraal staat. Deze modellen benadrukken dat stress niet alleen afhangt van de objectieve kenmerken van een situatie, maar vooral van hoe iemand die situatie ervaart en interpreteert.

18
Q

Wat is een effectieve methode om de framing bias tegen te gaan?

A

Causale framing: hun gedachten over factoren die relevant zijn voor hun beslissing in een diagram weergeven voordat de beslissing genomen wordt.

19
Q

De contingentietheorie van Vroom en Jago (1988) identificeerde kenmerken van situaties die belangrijk zijn bij het bepalen van de leiderschapsstijl. Als de situationele factoren het gebruik van meerdere stijlen mogelijk maken zijn er nog twee andere factoren van belang. Welke factoren zijn dit?

A
  1. Het zo kort mogelijk houden van de duur van de besluitvorming.
  2. Het maximaliseren van de ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers.
20
Q

Onderzoek toont aan dat democratisch en op participatie gericht leiderschap een positief effect heeft op de bedrijfsresultaten, tenzij

A

teamleden te weinig ervaring en zelfvertrouwen hebben.