Norsk Funksjoner Av Språket 8 Flashcards
Wat staat er vandaag op het menu?
Hva stär pä menyen i dag?
Ik eet het gerecht van de dag
Jeg spiser dagens rett
Aardbeien met vanillesaus als dessert
Jordbaer med vaniljesaus til dessert
Een glas bronwater bij het warme eten
Et glass mineralvann til middagen
Moeder kookt eten voor ons
Mor laget mat til oss
Het eten koken kost tijd
Matlagingen tar tid
Nietwaar?
Ikke sant?
Wij eten in de cafetaria
Vi spiser pä kafetariaen
We drinken koffie in de cafetaria
Vi drikker kaffe pä kafetariaen
Jij trakteert mij
Du spanderer pä meg
Ik ga in de rij staan
Jeg stiller meg i kö
Een halve theelepel zout
En halv teskje salt
Een eetlepel boter
En spiseskje smör
Het is een beetje te veel
Det er litt for mye
Het recept van pannenkoeken
Oppskriften pä pannekaker