Norsk Funksjoner Av Språket 14 Flashcards
Ik geef het op
Jeg gir opp
We moeten het opgeven
Vi mä gi opp
De automonteur kijkt de motor na
Bilmekanikeren ser over motoren
Hij heeft verstand van auto’s
Han har greie pä biler
Ik heb weinig verstand van auto’s
Jeg har därlig greie pä biler/Jeg har lite greier pä biler
Zij heeft veel verstand van auto’s
Hun har god greie pä biler
We rijden de auto naar een garage
Vi kjörer bilen til et verksted
We parkeren de auto in een garage
Vi parkerer bilen i garasjen
Wat is er aan de hand? Wat mankeert eraan?
Hva er i veien?
Wat is er aan de hand? Wat gebeurt er?
Hva er pä ferde?
De motor doet het niet
Motoren er död
We hebben de auto een grote beurt laten geven
Vi hadde full sjekk pä bilen
Alleen doorsmeren en olie laten verversen
Bare smöring og oljeskift
Er is niets aan te doen
Det er ikke noe ä gjöre med det
Ik kan er niets aan doen
Jeg kan ikke gjöre noe for det