Norsk Funksjoner Av Språket 15 Flashcards
Lang geleden!/Dat is een tijd geleden!
Lenge siden sist!
een gebeurtenis
en begivenhet
De vakantie was rijk aan gebeurtenissen
Ferien var begivenhetsrik
….. mag ik wel zeggen/ ….. kan je wel zeggen
….. mä man si
het meest, meestal
for det meste
Dat is mooi!
Det var bra
Ik was geschokt over
Jeg ble rystet over
Houden van, dol zijn op
Ä vaere glad i …..
Ik hou nogal van …..
Jeg er svaert glad i …..
Beteugelen, intomen
Ä dempe ned
Ik moest ….. intomen
Jeg mätte dempe ned …..
meemaken
ä vaere ute for
Ik heb iets vreemds meegemaakt
Jeg var ute for noe merkelig
Ik heb iets vreemds beleefd
Jeg opplevde noe merkelig
Je ziet er wat kinderlijk uit
Du ser litt barnlig ut
Doe niet zo kinderachtig!
Ikke var sä barnslig!
Ik ben al 27
Jeg er fylt 27
Zij wordt 27 jaar
Hun fyller 27 är
Het lijkt alsof …..
Det ser ut som …..
Het lijkt op …..
Det ligner pä
Onder de indruk zijn van iets
ä vaere imponert over noe
Die ligt zo prachtig
Den ligger sä nydelig til
Op sommige plaatsen
Noen steder
Langs komen
ä komme innom
Op een dag, eens
En dag
Tot ziens!
Vi sees!/Ha det bra sä lenge!
Dag!
Ha det bra!/Ha det!