Norsk Funksjoner Av Språket 12 Flashcards

1
Q

een hotel zoeken

A

ä lete etter hotell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een hotel zoeken/vinden

A

ä finne hotell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik heb honger en dorst

A

Jeg er sulten og törst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wij hebben honger en dorst

A

Vi er sultne og törste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik zit vol/ik ben verzadigd

A

Jeg er mett/Jeg er forsynt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zij heeft genoeg van het rijden

A

Hun er lei av ä kjöre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zij is verdrietig

A

Hun er lei seg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de tent opzetten

A

ä slä opp telt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kamperen

A

ä ligge i telt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kamperen(op de camping)

A

ä ligge pä campingplass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in een hotel logeren

A

ä bo pä hotell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het is een beetje laat/ aan de late kant

A

Det er i seneste laget

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zij is een beetje groot

A

Hun er i störste laget/Hun er litt for stor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hij is een beetje te klein

A

Han er i minste laget/Han er litt for liten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een kamer vrij

A

et ledig rom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

alle kamers zijn bezet

A

alle rommene er opptatt

17
Q

kamer met toilet en bad

A

rom med toalett og bad

18
Q

kamer met wc en douche

A

rom med wc og dusj

19
Q

In het hoogseizoen is het moeilijk een kamer te vinden

A

I höysesongen er det vanskelig ä finne et ledig rom

20
Q

Buiten het hoogseizoen zijn veel kamers vrij

A

Utenfor höysesongen er det mange rom ledige

21
Q

ik kan niet meer

A

Jeg orker ikke mer

22
Q

Kun je nog wat eten op?

A

Orker du mer mat?

23
Q

Ik heb geen zin/fut meer

A

Jeg gidder ikke mer

24
Q

Laat eens kijken

A

La meg se/Skal vi se

25
Q

Dat klinkt goed!

A

Det höres fint ut!

26
Q

Dat ziet er goed uit!

A

Det ser bra ut!

27
Q

Ontbijt, lunch, avondeten(platteland)

A

Frokost, middag, aftens(pä landet)

28
Q

Ontbijt, lunch, avondeten(steden en grote hotels)

A

Frokost, lunsj, middag(i byer og pä store hoteller)