Norsk Funksjoner Av Språket 12 Flashcards
1
Q
een hotel zoeken
A
ä lete etter hotell
2
Q
een hotel zoeken/vinden
A
ä finne hotell
3
Q
Ik heb honger en dorst
A
Jeg er sulten og törst
4
Q
Wij hebben honger en dorst
A
Vi er sultne og törste
5
Q
Ik zit vol/ik ben verzadigd
A
Jeg er mett/Jeg er forsynt
6
Q
Zij heeft genoeg van het rijden
A
Hun er lei av ä kjöre
7
Q
Zij is verdrietig
A
Hun er lei seg
8
Q
de tent opzetten
A
ä slä opp telt
9
Q
kamperen
A
ä ligge i telt
10
Q
kamperen(op de camping)
A
ä ligge pä campingplass
11
Q
in een hotel logeren
A
ä bo pä hotell
12
Q
Het is een beetje laat/ aan de late kant
A
Det er i seneste laget
13
Q
Zij is een beetje groot
A
Hun er i störste laget/Hun er litt for stor
14
Q
Hij is een beetje te klein
A
Han er i minste laget/Han er litt for liten
15
Q
een kamer vrij
A
et ledig rom