Norsk Funksjoner Av Språket 7 Flashcards
1
Q
Ik moet zelf het een en ander kopen
A
Jeg trenger ä kjöpe en del ting selv
2
Q
Welke maat draag je?
A
Hvilken störrelse bruker du?
3
Q
De maat van de trui
A
Störrelsen pä koften
4
Q
Ze hebben dezelfde maat
A
De har samme störrelse
5
Q
Het hangt ervan af wat ze willen
A
Det spörs hva de vil
6
Q
Wat wil je betalen?
A
Hva vil du betale?
7
Q
Hoeveel wil je betalen?
A
Hvor mye vil du betale?
8
Q
Wat vind je ervan?
A
Hva synes du om den/det?
9
Q
Mag ik hem passen?
A
Fär jeg pröve den?
10
Q
Waar is de paskamer?
A
Hvor er pröverommet?
11
Q
Truien te koop!
A
Kofter til salgs!
12
Q
De truien zijn handgemaakt
A
Koftene er händlaget
13
Q
De truien zijn handgebreid
A
Koftene er händstrikket
14
Q
De koekjes zijn zelf gebakken
A
Kakene er hjemmebakte
15
Q
Jij bent aan de beurt!
A
Det er din tur!