Norsk Funksjoner Av Språket 4 Flashcards

1
Q

Een telefoongesprek

A

En telefonsamtale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er is telefoon voor jou

A

Det er telefon til deg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er is telefoon voor Randi

A

Det er telefon til Randi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Randi voert een telefoongesprek

A

Randi snakker i telefonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zij telefoneert met Hans

A

Hun telefonerer til Hans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De telefoon gaat

A

Det ringer i telefonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er wordt aan de deur gebeld

A

Det ringer pä dören

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De familie Hansen woont op de begane grond, op nummer zes(6)

A

Familien Hansen bor i förste etasje, pä nummer seks(6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Logeren jullie in een hotel?

A

Bor dere pä hotell?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eva heeft plaats genoeg thuis

A

Eva har god plass hjemme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Randi heeft helaas geen plaats thuis

A

Randi har dessverre ikke plass hjemme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eva krijgt bezoek van Randi

A

Eva fär besök av Randi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Randi komt bij Eva op bezoek

A

Randi kommer pä besök til Eva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

We brengen morgen een bezoek aan de stad

A

Vi Besöker byen i morgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

We bezoeken de zomerexpositie

A

Vi besöker sommerutstillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De openingstijden zijn van 10.00 tot 14.00 u.

A

Äpningstidene er fra klokka 10.00 til klokka 14.00

17
Q

Vader vil graag een tuin

A

Far Önsker seg en hage

18
Q

Moeder wil graag een zomerhuisje

A

Mor önsker seg en hytte

19
Q

De kinderen willen graag de ruimte hebben

A

Barna vil gjerne ha plass

20
Q

Er zijn vier(4) kinderen

A

Det er fire(4) barn

21
Q

Ze zijn thuis met zijn vieren

A

De er fire hjemme

22
Q

Ze zijn om vier(4) uur thuis

A

De er hjemme klokka fire(4)