Norsk Funksjoner Av Språket 5 Flashcards
Neem me niet kwalijk, heb je een kamer vrij?
Unnskyld, har du et rom ledig?
Neem me niet kwalijk, weet je misschien waar ik een hotel kan vinden?
Unnskyld, vet du kanskje hvor jeg kan finne et hotell?
Waar vind ik het hotel?
Hvor finner jeg hotellet?
Heb je een kamer te huur?
Har du et rom til leie?
Is die op de begane grond?
Er det i förste etasje?
Is de kamer met of zonder bad?
Er rommet med eller uten bad?
Wat kost de kamer?
Hva koster rommet?
Moet het een tweepersoonskamer zijn?
Skal det vaere et dobbeltrom?
Ik wil graag twee(2) eenpersoonskamers hebben.
Jeg vil gjerne ha to(2) enkeltrom.
Ik wil graag een goed hotel hebben
Jeg vil gjerne ha et godt hotell
Is het nodig om te reserveren?
Er det nödvendig ä reservere?
Wij logeren in het Parkhotel
Vi bor pä Parkhotellet
De winkel is gesloten
Butikken er stengt
De winkel gaat om vier(4) uur dicht
Butikken stenger klokka fire(4)
De winkel is om negen(9) uur open
Butikken er äpen klokka ni(9)
De winkel gaat om negen(9) uur open
Butikken äpner klokka ni(9)
Is er een winkel in de buurt?
Er det en butikk i nearheten?
Er is een winkel op de hoek
Det er en butikk pä hjörnet
De appels kosten twee(2) kronen per stuk
Eplene koster to(2) kroner stykket
Ik betaal 3,40 voor de volle melk
Jeg betaler 3,40 for helmelken
Ik betaal aan de kassa
Jeg betaler i kassen
Ik moet brood en melk hebben
Jeg skal ha bröd og melk
De winkel ligt aan de rechterkant; Het station ligt aan de linkerkant
Butikken ligger pä höyre side; stasjonen ligger pä venstre side
Goede reis!
God tur!