Nederlands woordjes, 6.3,6.4,6.5 Flashcards

1
Q

actueel

A

op dit moment belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

althans

A

tenminste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

argument (het)

A

reden die aantoont dat een standpunt klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

citaat (het)

A

letterlijke herhaling van wat iemand anders geschreven heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

communicatiemiddel (het)

A

middel dat gebruikt wordt om een boodschap over te brengen, zoals krant,radio,tv,internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

confidentie (de)

A

vertrouwelijke mededeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cookie (het)

A

tekstbestandje dat een website op de harde schijf van je computer zet als je die site bezoekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

criticus (de)

A

iemand die in kranten en tijdschriften zijn oordeel geeft over nieuwe films,boeken of concerten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cultiveren

A

bebouwen,verdelen,verfijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

definiëren

A

nauwkeurig een begrip of woord omschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

deiversiteit (de)

A

het verschillend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

domein (het)

A

gebied,bevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ethiek (de)

A

geheel van het principes op het gebied van het juiste handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

experiment (het)

A

proef om iets uit te proberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fungeren

A

dienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

iniatief (het)

A

eerste stap om tot iets te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

innovatie (de)

A

(technische) nieuwsgierigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

innoveren

A

nieuwe producten,technieken of methoden gaan gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

integriteit (de)

A

eerlijkheid,objectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

lead (de)

A

vetgedrukte inleiding in nieuwsbericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

letsel (het)

A

verwonding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

marketing (de)

A

en plan maken om een product zo goed mogelijk te verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

maximum (het)

A

hoogste, uiterste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

mediatycoon (de)

A

rijke eigenaar van grote media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

nettiquette (de)

A

gedragsregels op internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

nevenactiviteit (de)

A

bijkomstige activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

objectief

A

feitelijk, iemand die alleen op de feiten let

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

omroepbestel (het)

A

manier waarop de omroepen zijn ingericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

onderkop (de)

A

ondertitel in de krant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

opgaan

A

gelden, van toepassing zijn op, opnemen in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

privacy (de)

A

mogelijkheid om alleen te zijn zonder gestoord te worden en zonder dat anderen je kunnen bespieden of afluisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

producent (de)

A

iemand die iets maakt,producer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

provider (de)

A

bedrijf dat toegang tot telefoon-en internetverkeer verzorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

recensie (de)

A

tekst in een krant of tijdschrift waarin een auteur een beoordeling geeft van nieuwe films,boeken of concerten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

redactie (de)

A

groep van personen die de inhoud van een publicatie bepaalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

respondent (de)

A

iemand die antwoordt op een schriftelijke vragenlijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

scoretest (de)

A

test die meetbare resultaten oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

server (de)

A

centrale computer van een computersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

smoren

A

(ver)stikken,zachtjes gaar laten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

standpunt (het)

A

mening over een stelling waarvan je iemand anders wilt overtuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

stimulans (de)

A

prikkel die iemand aanspoort of iets bevordert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

subjectief

A

gekleurd door iemands mening,iemand die vooral uitgaat van zijn gevoel en intuïtie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

te weten

A

namelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

theorie (de)

A

(niet praktische kennis),grondregels van een wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

valkuil (de)

A

kuil om dieren in te vangen,moeilijkheid maar mensen makkelijk door misleid worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

weblog (de)

A

dagboek op internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

wedijveren

A

iemand proberen te overtreffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

zendgemachtigde (de)

A

omroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

aanleiding (de)

A

toestand of gebeurtenis die leidt tot een andere gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

aansluiting (de)

A

verbinding, overstapmogelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

anorexia (de)

A

ziekte waarbij je niet wilt eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

applicatie (de)

A

toepassing, computerprogramma

53
Q

atmosfeer (de)

A

dampkring,eenheid van gasspanning, stemming

54
Q

baten

A

voordelig zijn,helpen

55
Q

begroting (de)

A

voorlopige kostenberaming

56
Q

bestemminng (de)

A

einddoel van een reis

57
Q

commercieel

A

gericht op het maken van winst

58
Q

communiceren

A

in verbinding staan,persoonlijk contact hebben

59
Q

concurreren

A

proberen beter te zijn dan de anderen,wedijveren

60
Q

conventie (de)

A

samenkomst, vergadering, overeenkomst, verdrag

61
Q

documentatie

A

verzameling documenten met toelichting of bewijsmateriaal

62
Q

emplacement (het)

A

terrein dat bij een spoorwegstation hoort

63
Q

evenaren

A

dezelfde prestatie leveren, net zo goed worden

64
Q

factor (de)

A

feit of toestand die invloed uitoefent op iets anders

65
Q

gezag (het)

A

macht, overheid, overwicht

66
Q

golflengte (de)

A

lengte van (radiogolven)

67
Q

kiesrecht (het)

A

recht om te stemmen of gekozen te worden

68
Q

mechanisch

A

kunstmatig,werkend met een mechaniek

69
Q

multicultureel

A

met elementen uit verschillende culturen/beschavingen

70
Q

particulier

A

van een persoon, niet van iedereen

71
Q

percentage (het)

A

honderdste deel

72
Q

produceren

A

maken,voortbrengen

73
Q

rechtsreeks

A

zonder omwegen, direct

74
Q

subsidiëren

A

vanuit de overheid met geld ondersteunen

75
Q

vorderen

A

in beslag nemen

76
Q

weblog (de)

A

dagboek op internet

77
Q

zwartrijden

A

zonder te betalen gebruikmaken van het openbaar vervoer

78
Q

akkoord (het)

A

samenklank van drie of meer tonen

79
Q

anderszins

A

anders, op een andere manier

80
Q

benefiet (de)

A

voorstelling ten bate van een goed doel

81
Q

bewerkstelligen

A

ervoor zorgen dat iets gebeurt

82
Q

blues (de)

A

droevige,langzame muziek, oorspronkelijk van de zwarten in de VS

83
Q

componeren

A

een muziekstuk schrijven

84
Q

duiden

A

aanwijzen,verklaren,uitleggen

85
Q

dynamisch

A

volkracht

86
Q

educatief

A

leerzaam

87
Q

epiloog (de)

A

slotwoord

88
Q

grieven

A

kwetsen

89
Q

grootscheeps

A

op grote schaal

90
Q

halsstarrig

A

koppig, hardnekkig

91
Q

harmonie (de)

A

orkest met verschillende blaasinstrumenten en trommels

92
Q

hiernamaals (het)

A

leven na de dood

93
Q

hologram (het)

A

driedimensionale afbeelding

94
Q

identiek

A

volkomen hetzelfde

95
Q

imaginair

A

denkbeeldig

96
Q

interval (het)

A

afstand tussen twee tonen

97
Q

inventariseren

A

een lijst maken van goederen en voorwerpen

98
Q

in welke mate

A

hoeveel

99
Q

irriteren

A

prikkelen , boos maken

100
Q

jamsessie (de)

A

spontane muziekuitvoering van muzikanten die niet regelmatig samenspelen

101
Q

justitie (de)

A

rechterlijke macht

102
Q

kanttekening (de)

A

kritische opmerking

103
Q

katern (de/het)

A

aantal in elkaar gevouwen bladen papier

104
Q

klatergoud (het)

A

schone schijn

105
Q

kosmonaut (de)

A

ruimtevaarder

106
Q

laconiek

A

doodkalm

107
Q

lacune (de)

A

iets wat ontbreekt, leemte

108
Q

legitiem

A

wettelijk,rechtmatig

109
Q

loyaal

A

trouw

110
Q

malversatie (de)

A

fraude, verduistering

111
Q

manuscript (het)

A

(met de hand geschreven) stuk tekst

112
Q

metronoom (de)

A

instrument dat met tikken een tempo aangeeft

113
Q

minimaal

A

zo klein mogelijk, minstens

114
Q

octaaf (het)

A

interval van acht tonen

115
Q

opdoeken

A

afschaffen,opheffen

116
Q

optimaal

A

zo goed mogelijk

117
Q

overklassen

A

overtreffen

118
Q

paradox (de)

A

schijnbare tegenstelling

119
Q

partituur (de)

A

alle partijen van een meerstemmig muziekstuk

120
Q

pedagogisch

A

opvoedkundig

121
Q

perforeren

A

doorboren,kleine gaatjes maken

122
Q

reproduceren

A

iets letterlijk navertellen of namaken

123
Q

smartlap (de)

A

sentimenteel lied

124
Q

telegramstijl (de)

A

korte stijl,zonder hele zinnen

125
Q

toonkunst (de)

A

muziek

126
Q

toonladder (de)

A

reks van tonen die samen een octaaf vormen

127
Q

traceren

A

opsporen

128
Q

vocabulaire (het)

A

woordnschat

129
Q

vocaal

A

te maken hebben met je stem,gezongen