Duits Kapitel 2 Flashcards
1
Q
Das ausland
A
Het buitenland
2
Q
Der Austausch
A
De uitwisseling
3
Q
Das bundesland
A
De deelstaat
4
Q
Denn
A
Want
5
Q
Der monat
A
De maand
6
Q
Der streit
A
De ruzie
7
Q
Teilen
A
Delen
8
Q
Traurig
A
Verdrietig
9
Q
Sich verabschieden
A
Afscheid nemen
10
Q
Das Zimmer
A
De kamer
11
Q
Der Abschluss
A
Het diploma
12
Q
Die ausbildung
A
De opleiding
13
Q
Die ausnahme
A
De uitzondering
14
Q
Dauern
A
Duren
15
Q
Sich entscheiden
A
Beslissen
16
Q
Die grundschule
A
De basisschool
17
Q
Die hauptschule
A
Het vmbo
18
Q
Die realschule
A
De havo
19
Q
Der unterricht
A
De les
20
Q
Zum beispiel
A
Bijvoorbeeld
21
Q
Het eindexamen vwo/gymnasium
A
Das abitur
22
Q
Het vak
A
Das fach
23
Q
Het huiswerk
A
Die hausaufgaben
24
Q
Het proefwerk
A
Die klassenarbeit
25
Studeren
Studieren
26
Het lesrooster
Der stundenplan
27
Scheikunde
Chemie
28
Aardrijkskunde
Erdkunde
29
Geschiedenis
Geschichte
30
Beeldende vorming
Kunst
31
Wiskunde
Mathematik
32
Nederlands
Niederländisch
33
Duits
Deutsch
34
Engels
Englisch
35
Natuurkunde
Physik
36
Maatschappijleer
Sozialkunde
37
Kom je op mijn feest
Komnst du zu meiner party?
38
Kan ik het boek krijgen
Kann ich das buch haben
39
Dat meen je toch niet?
Was machst du jetzt?
40
Wie is er ziek
Wer ist krank
41
Wanneer ben je jarig
Wann hast du geburtstag
42
Welk huiswerk hebben we op voor woensdag
Welche hausaufgaben haben wir für mittwoch auf
43
Welk cijfer heb je voor frans
Welche note hast du in Französisch?
44
Ik heb geen zin in school
Ich habe keinen bock auf die schule
45
Pak toch je agenda
Nimm doch deinen terminkalender
46
Nein,ich kann nicht
Nee,ik kan niet
47
Es tut mir leid. Ich habe keine zeit
Het spijt me. Ik heb geen tijd
48
Ich lade dich zu meiner party ein.
Ik nodig je uit voor mijn feestje
49
Ich habe eine 1 in biologie
Ik heb een 10 voor biologie
50
Ja,direct
Ja,sofort
51
Leuk,dat doen we
Toll. Das machen wir
52
Ich habe am 29 juni geburtstag.
Ik ben op 29 juni jarig
53
Ich muss vielleicht schluss machen
Ik moet misschien stoppen
54
Lädst du deine schwester auch ein
Nodig je je zus ook uit
55
Ich möchte gute Noten haben.
Ik wil graag goede cijfers hebben
