Nederlands leesvaardigheid Flashcards

1
Q

functies van de inleiding

A

-onderwerp aangeven
-aanleiding aangeven
-centrale vraag
-mening
-samenvatting
-introductie personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functies van het slot

A

-conclusie
-samenvatting
-advies
-waarschuwing
-toekomstverwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

signaalwoorden functie: conclusie

A

dus, daarom, dan ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

signaalwoorden functie: samenvatting

A

kortom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

signaalwoorden functie: advies

A

het is beter…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

algemene functies van een alinea

A

argument, reden, uitleg, oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

concluderend verband

A

dus, dan ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

oorzaak/gevolg verband

A

doordat, daardoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opsommend verband

A

en, vervolgens, als, maar ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

redengevend verband

A

want, omdat, daarom, immers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

samenvattend verband

A

kortom, samenvattend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tegenstellend verband

A

maar, echter, toch, daarentegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitleggend verband

A

bijvoorbeeld, zoals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tekstdoelen

A

informeren, overtuigen, activeren, amuseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly