Geschiedenis 2.2 Flashcards
bondgenootschappen
een afspraak tussen twee of meer landen om elkaar te helpen
censuur
de overheid controleert de pers en houdt dus toezicht op alle berichte via radio, kranten en andere massamedia
centralen
bondgenootschap van duitsland en oostenrijk-hongarije
communisme
het streven naar een samenleving waarin idereen gelijk is en waarin de grond, grondstoffen en fabrieken van de staat zijn
distributiesysteem
een systeem waarin je alleen met bonkaarten producenten kunt kopen
dodendraad
een hek van prikkeldraad langs de belgisch-nederlandse grens dat onder hoge spanning stond. werd aangelegd door de duitsers in 1915
geallieerden
bondgenootschap van rusland, frankrijk en engeland
gifgas
giftig gas dat als wapen gebruikt werd tijdens de eerste wereldoorlog
handelsbelemmeringen
probleme waardoor het handeldrijven gehinderd wordt
loopgraven
diepe greppels die soldaten hadden gegraven om beschut te zitten tegen beschietingen
militarisme
het uitbreiden en verheerlijken van militaire macht
modern imperialisme
periode van 1870 tot 1914 waarin europese landen grote delen van afrika en azie veroverden en die tot kolonies maakten
mobiliseren
het leger maakt zich klaar voor oorlog
nationalisme
een grote voorliefde hebben voor je eigen and en volk en streven naar een eigen staat
neutraliteit
zich niet bij een van strijdende partijen aansluiten