Geschiedenis H1.3 Flashcards
aanpassingspolitiek
bezuinigingspolitiek van de Nederlandse regering onder leiding van Colijn tijdens de crisisjaren ‘30
armenwet
wet die de hulpverlening aan armen regelde. alleen armen die niet door familie of de kerk werden geholpen, kregen hulp
confessionelen
protestanten en katholieken die vanuit hun geloof politieke partijen en verinigingen oprichtten
economische crisis
een tijd waarin het opeens veel slechter gaat met de economie
epidemie
besmettelijke ziekte die zich snel verspreidt
harmoniemodel
werknemers, werkgevers en de regering werken goed met elkaar samen om de schade van de tweede wereldoorlog te herstellen
jordaanoproer
opstand in 1934 van bewoners in de amsterdamse wijk de jordaan, die uitbrak toen de regering de steun verlaagde
liberalen
mensen die vonden dat vrijheid goed is voor de burgers en de samenleving en dat mensen zoveel mogelijk zelf moesten doen
plan van arbeid
plan uit 1935 van de socialisten om meer banen te scheppen
preventieve maatregelen
maatregelen om te voorkomen dat er iets gebeurt, bvb dat mensen ziek worden
sociale wetten
wetten die de gevolgen van armoed, ziekte, ouderdom en werkloosheid bestrijden
sociale zekerheid
iedereen die niet voor zichzelf kan zorgen heeft recht op een uitkering van de regering
socialisten
mensen die vonden dat iedereen gelijkwaardig is en dat de regering veel meer moest doen om de arbeiders te helpen
steunverlening
regeling voor mensen die in de jaren 30 werkloos raakten. mensen tussen 21 en 60 jaar die buiten hun schuld werkloos waren, kregen een kleine uitkering
verzekering
regeling waarbij iemand een premie betaalt, in ruil voor een uitkering bij bvb ziekte of ongeval
verzorgingsstaat
een staat waarin de regering ervoor zorgt dat niemand in echte armoede hoeft te leven; mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen krijgen een uitkering