Aardrijkskunde 4.1 Flashcards

1
Q

afstromen

A

water dat over land stroomt, van hoog naar laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aquifer

A

ondergrondse watervoorraad die uit fossiel water bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aswandamproject

A

de hoge en lage stuwdam in de nijl in egypte, bij de stad aswam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bemaling

A

met een pomp of gemaal een gebied droog houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

benedenloop

A

laagste deel van een rivier, in de richting van de riviermonding ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beregening

A

irrigatiemethode waarbij gewassen worden besproeid met sproei-installaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bevriezen

A

overgaan van vloeibare stand naar ijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bodemerosie

A

verdwijnen van de bovenste laag van de bodem door water of wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

boezem

A

waterweg, kanaal of rivier die overtollig water van polder naar zee transporteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bovenloop

A

hoogste deel van rivier, in richting van de bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

brak water

A

water dat half zoet en half zoout is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bron

A

pplek waar water uit de grond aan de oppervlakte komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

condenseren

A

overgaan van gasvorm naar vloeibaar water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

debiet

A

hoeveelheid water die een rivier per seconde afvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

deltawerken

A

kustverdediging van nederland bestaan uit dammen, dijken en waterkeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dijkverhoging

A

een dijk versterken door hem hoger en breder te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

dijkverlegging

A

een rivier meer ruimte geven door uiterwaard te verbreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

doorlaatbaarheid

A

mate waarin water de mogelijkheid heeft om in de ondergrond te zakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

draineren

A

afvoeren van overtollig (grond)wwater met behulp van een buizensysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

druppelirrigatie

A

irrigatiemethode waarbij planten bia een buizenstelsel water direct bij wortels krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

filterende werking

A

eigenschap van een grondsoort om water te zuiveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

getijde

A

dagelijkse stijging en daling van de zeespiegel (eb en vloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

grijswater

A

afvalwater dat opnieuw gebruikt kan worden om mee te wassen, het toilet door te spoelen of de tuin te sproeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

grondsoort

A

materiaal waaruit de bodem bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

hoogteligging

A

ligging van een plaats ten opzichte van het zeeniveaui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

industrieel watergebruik

A

gebruik van water door en in de industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

infiltreren

A

wegzakken van water in de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

irrigatie

A

kunstmatig nathouden van akkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

koelwater

A

water dat in de industrie wordt gebruikt om te koelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

komgrond

A

bodem die is ontstaan door sedimentatie van lichte kleideeltjes door een rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

korte waterkringloop

A

water dat verdampt uit de zee en als neerslag direct terug in de zee valt

32
Q

krib

A

stenen muur in een rivier die zorgt dat het water aan de zijkanten niet te snel stroomt

33
Q

kringloop van het water

A

weg die het water door de natuur terug naar de zee aflegt nadat het is verdampt

34
Q

kustverdediging

A

het beschermen van land tegen de zee

35
Q

lange waterkringloop

A

water dat uit zee verdampt, als neerslag boven land valt en uiteindelijk weer in de zee terecht komt

36
Q

middenloop

A

het middelste gedeelte van een rivier

37
Q

modderstroom

A

modder die van een helling stroomt door bodemerosie, ontbossing of aardverschuivingen

38
Q

NAP

A

normaal amsterdams peil, niveau dat ong gelijk is aan zeeniveau

39
Q

nevengeul

A

kanaal naast een rivier dat bij hoge waterstand een van deel van het water veilig afvoert

40
Q

oase

A

vruchtbaar gebied in de woestijn

41
Q

oeverwal

A

verhoging in het land schap langs de rivier, ontstaan door sedimentatie van zandkorrel

42
Q

ontbossing

A

op grote schaal kappen van bomen

43
Q

ontzilting

A

techniek waarbij zout water wordt ontdaan van zout zodat zoet drinkwater onstaat

44
Q

oppervlakte irrigatie

A

irrigatie method waarbij akkers onder water worden gezet

45
Q

oppervlaktewater

A

water dat zichtbaar is aan het oppervlak

46
Q

overloopgebied

A

aangewezen dunbevolkt gebied dat mag overstromen bij extreem hoge waterstanden

47
Q

polder

A

door dijken omring gebied waar de waterstand kunstmatig kan worden geregeld

48
Q

proceswater

A

water dat in de industrie wordt gebruikt om een product te kunnen maken

49
Q

regenrivier

A

rivier it grond- en regenwater

50
Q

regiem

A

de verdeling van de hoeveelheid water die gedurende het jaar door een rivier stroomtre

51
Q

reliëf

A

hoogteverschillen in het landschap

52
Q

rijkswaterstaat

A

overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het beheer van de grote wateren, zoals de zee en rivieren

53
Q

rivierdelta

A

stelsel van vertakking van een rivier, voordat hij uitmondt in de zee

54
Q

rivierlandschap

A

deel van nederland dat in de buurt van rivieren ligt en daar sterk door beinvloed wordt

55
Q

sedimentatie

A

neerlegen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van het water afneemt

56
Q

sluis

A

systeem om de waterafvoer van een rivier mee te beheersen

57
Q

spaarbekken

A

groot meer waarin zoet water wordt opgeslagen om later te gebruiken

58
Q

stroomgebied

A

gebied dat zijn water afvoert via een hoofdrivier met zijn zijrivieren

59
Q

stroomstelsel

A

geheel aan rivieren binnen een stroomgebeid

60
Q

stuwdam

A

dam die water voor langere tijd tegenhoudt

61
Q

stuwmeer

A

meer dat zich vormt voor een stuwdam in een rivier

62
Q

uiterwaard

A

strook land langs een rivier tussen de bedding en de winterdijk, die bij een hoge waterstand onderloopt

63
Q

uiterwaardafgraving

A

dieper maken van de uiterwaard

64
Q

verdroging

A

droger worden van een gebied door daling van grondwaterpeil. geberut door verandering in klimaat, watertoevoer of vegetatier

65
Q

verzilting

A

toename van zoutgehalte in grondwaterad

66
Q

wadi

A

rivier die af en toe droogvalt

67
Q

waterbeheer

A

ervoor zorgen dat de waterkwalitiet en waterkwantiteit op orde zijn, zodat mensen veilig kunnen wonen en voldoende toegang hebben tot drinkwater

68
Q

waterbouwkundig project

A

project dat de stroming van de rivieren ingrijpend verandert, met als doel extra water beschikbaar maken voor irrigatie en drinkwater en opwekking stroomwa

69
Q

waterconflictt

A

ruzie tussenn verschillende landen over de verdeling van het aanwezige zoete water

70
Q

waterschap

A

instantie die zorgt voor het onderhoud van dijken, sloten en gemalen

71
Q

waterscheiding

A

grens tussen twee stroomgebieden

72
Q

waterwingebied

A

plek waar water wordt gewonnen voor drinkwater

73
Q

winterdijk

A

dijk die bij hoge waterstand het rivierwater moet tegenhouden

74
Q

zeewering

A

stevige dijken die het land tegen de zee beschermen op plaatsen waargeen duinen zijn

75
Q

zoetwaterzak

A

zoet water dat onder de duinen, boven het zoute water te vinden is

76
Q

zomerdijk

A

dijk die bij lage waterstand het rivierwater tegenhoudt

77
Q

zuidoost-anatoliëproject

A

project van de turkse overheid waarbij door de boouw van stuwdammen in de tigris en eurfraat extra water beschikbaar wordt gemaakt voor irrigatie