Maatschappijleer H2 Flashcards
cultuur
verzamelnaam voor alle normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen
socialisatie
het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen
waar socialiseer je?
tijdens je opvoeding, op school, met vrienden, tijdens werk, of geloof, media en de overheid
betekenis Nature
deel aangeboren kenmerken (zoals voetbaltalent, ritmegevoel, seksuele voorkeur etc.)
betekenis Nurture
dat je de belangrijkste kenmerken aanleert of afleert. vorming bepaalt meer dan aangeboren kenmerken
hoe leren we?
informatie, aanwijzingen, imitatie, ervaring en experimenteren
sociale controle
mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt
sancties
manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout gedaan hebt
internalisatie
aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden
identiteit
de persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen
rolpatronen
gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten
twee soorten gedrag rondom gendernormen
rolbevestigend en roldoorbrekend gedrag
genderneutraal
helemaal geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen
generatieconflict
een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd
identificatie
dat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij een ander
groepsidentificatie
je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt
hoe ontstaat een groepsgevoel?
de plaats waar je woont, je geloof, belangen of problemen, smaak of interesses
jongerencultuur
een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten
individualisering
wanneer persoonlijke vrijheid en ontwikkeling belangrijker wordt dat onderdeel van een groep zijn
sociale cohesie
een samenleving waar sterke bindingen en het wij-gevoel belangrijk zijn