Moeder - 5. Bekkenbodemproblemen Flashcards

1
Q

Wat is de bekkenbodem?

A

Een complexe structuur van spieren, bindweefsel, zenuwen, vaten en doorgangen die het beenderige bekken onderaan afsluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herhaal de bekkenbodemspieren

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke functies heeft de bekkenbodem?

A

De bekkenbodem heeft meerdere functies:
* Continentie-mechanisme (sluitfunctie)
* Steunfunctie van de organen in de bekkenholte
* Invloed op de seksuele beleving (seksuele functie)
* Core stability (stabiliserende functie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met de bekkenbodem tijdens de zwangerschap en bevalling?

A

De bekkenbodem verliest vaak aan kracht en uithouding door vermoeidheid, uitrekking en mogelijke scheuren of knippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke problemen door een verzwakte bekkenbodem?

A

Mogelijke problemen zijn:
* Urineverlies
* Defecatieproblemen
* Verzakking van blaas, baarmoeder of darmen
* Genitale pijn bij betrekkingen
* Rugpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de continentie-mechanisme functie van de bekkenbodem?

A

Een sluitfunctie om urine, stoelgang en flatus op te houden of los te laten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de steunfunctie van de bekkenbodem?

A

De bekkenbodem ondersteunt de organen in de bekkenholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is urineretentie?

A

Het niet spontaan kunnen plassen zes uur na de bevalling of het niet volledig kunnen leegplassen van de blaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de afkapwaarde voor post void residu volume (PVRV) bij urineretentie?

A

≥ 150 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan het post void residu volume (PVRV) vastgesteld worden?

A

Per echo, bladderscan of katheterisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is normaal residuvorming in de eerste dagen postpartum?

A

100 à 150 ml, komt voor bij ongeveer 4% van de vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van urineretentie na de bevalling?

A

Beschadiging van de nervus pudendus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoelang duurt het herstel van de nervus pudendus na beschadiging?

A

Binnen de 2 à 5 dagen spontaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de factoren die mictie na de bevalling bemoeilijken?

A
  • Verhoogde diurese door opgehouden vocht tijdens zwangerschap
  • Verminderde blaastonus
  • Verminderd gevoel van volle blaas
  • Angst om te urineren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Na welke situaties stijgt de kans op urineretentie?

A
  • Kunstverlossing
  • Langdurige vaginale baring
  • Perineumlaesie of episiotomie
  • Partus met epidurale anesthesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn symptomen van urineretentie?

A
  • Pijn in de onderbuik
  • Opgezette blaas (globus) net boven het pubis
  • Niet goed samentrekken van de baarmoeder (hoge fundus uteri)
  • Overmatig bloedverlies
  • Incontinentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is belangrijk voor het tijdig opsporen van urineretentie?

A

Een goede observatie van het mictiepatroon, de baarmoederhoogte en het lochiaal verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoeveel tijd moet er verstrijken voor spontane mictie na partus?

A

Binnen de 6 tot 8 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke technieken kan de vroedvrouw gebruiken om de kraamvrouw te stimuleren tot urineren?

A
  • Regelmatig stimuleren tot urineren
  • Natuurlijke hulpmiddeltjes zoals kraan laten lopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat moet er gedaan worden als spontane mictie niet plaatsvindt?

A

Eenmalig sonderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat kan noodzakelijk zijn bij verdere moeilijkheden om te plassen?

A

Plaatsen van een verblijfsonde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de effectiviteit van medicamenteuze behandeling bij urineretentie?

A

Zinloos gebleken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is urine-incontinentie?

A

Het onvermogen urine op te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de prevalentie van urinaire incontinentie bij vrouwen boven de 30 jaar?

A

Ongeveer 14%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is stressincontinentie?
Een lichte, incidentele incontinentie die optreedt bij drukverhoging zoals hoesten of lachen. Ook bekend als **inspannings- of sfincterincontinentie**.
26
Wat zijn de risicofactoren voor stressincontinentie?
* Hormonale veranderingen tijdens zwangerschap * Overrekking tijdens bevalling * Hogere maternale leeftijd * Multiparteit * Obesitas bij de barende * Hoger geboortegewicht * Grote hoofdomtrek bij de baby
27
Wat is de oorzaak van stressincontinentie?
Meestal zwakte van de bekkenbodemspieren. ## Footnote Een verzwakte bekkenbodem leidt ertoe dat de druk in de buik niet langer op de blaashals maar op de blaas zelf komt.
28
Wat is een belangrijke predisponerende factor voor stressincontinentie?
Vaginale bevalling. ## Footnote Dit verhoogt het risico op stressincontinentie door overrekking van de bekkenbodem.
29
Wat is een aanbevolen benadering voor vroedvrouwen bij het bespreken van urine-incontinentie?
De kraamvrouw **respectvol** benaderen en goed **informeren** over het probleem. ## Footnote Het stimuleren van goede hygiëne is ook aan te raden.
30
Hoe lang kan het duren voordat effectieve verbetering van stressincontinentie merkbaar is?
Een aantal maanden. ## Footnote Regelmatige oefening is essentieel voor verbetering.
31
Wat is urge-incontinentie?
Plotselinge, onweerstandbare aandrang om te plassen met onvrijwillig urineverlies ## Footnote De blaas trekt krachtig samen.
32
Wat zijn de behandelingsmethoden voor urge-incontinentie?
Voorlichting, medicatie, kinesitherapie, blaastraining met mictieschema
33
Wat is een mictieschema?
Een schema waarin de tijdsintervallen tussen micties worden genoteerd en aangepast ## Footnote Het interval wordt wekelijks met vijftien tot dertig minuten uitgebreid.
34
Wat is overloopincontinentie?
Ongewild verliezen van kleine hoeveelheden urine uit een volle blaas ## Footnote De blaas wordt niet of weinig geledigd.
35
Wat zijn de oorzaken van overloopincontinentie?
Onvoldoende prikkel voor mictie of slecht functionerend sluitingsmechanisme van de blaas
36
Verklaar waarom defecatie na partus vaak moeilijk op gang komt.
Verminderde darmtonus, slappe buikspieren, verminderde mobiliteit, angst voor pijn….
37
Geef enkele tips voor een vlottere ontlasting na bevalling.
Eerst de “natuurlijke weg” proberen: vezelrijke voeding, voldoende drinken, beweging…
38
Geef de nodige info rond het gebruik van een laxerend middel bij constipatie
Pas na 4 dagen inzetten. Eerst natuurlijke tips toepassen
39
Wat zijn hemorroïden? Geef een synoniem.
Aambeien. **Uitwendige** hemorroïden: spataders van de subcutaan gelegen plexus hemorroïdalis die veel zenuwvezels heeft en dus erg gevoelig is **Inwendige** hemorroïden: dilataties van de plexus hemorroïdalis superior die visceraal bezenuwd wordt en dus veel minder gevoelig is
40
Hoe kan je hemorroïden van anale stuwing onderscheiden?
Anale stuwing: glazige oedemateuse aars. Dat is minder pijnlijk en verdwijnt vanzelf na enkele dagen.
41
Hoe kan je pijn verlichten voor aambeien/anale stuwing?
Ijs en zalf
42
Verklaar het ontstaan van hemorroïden/anale stuwing in het postpartum.
- Persen * Verhoogde intra-abdominale druk * Obstipatie * Verminderde mobiliteit
43
Wat is dyspareunie?
Het hebben van **pijn tijdens geslachtsgemeenschap**.
44
Noem enkele oorzaken van dyspareunie.
* Zwangerschap en bevalling * Veranderde koppel-relatie * Vermoeidheid * Vaginale droogte door oestrogeentekort (bijvoorbeeld door borstvoeding) * Geknipt/gescheurd perineum
45
Welke rol speelt angst in dyspareunie?
Angst voor pijn zorgt voor extra opspannen van de bekkenbodemspieren, wat pijn uitlokt.
46
Wat is een vicieuze cirkel in de context van dyspareunie?
De angst voor pijn leidt tot spannen van de bekkenbodemspieren, wat effectieve pijn uitlokt, waardoor de angst toeneemt.
47
Is dyspareunie na partus van blijvende aard?
Nee, het is vaak van voorbijgaande aard en verdwijnt vaak spontaan.
48
Wat is de hoofdtaak van de vroedvrouw bij dyspareunie?
Luisteren naar het verhaal van de kraamvrouw, respect tonen voor het probleem en oorzaken en tips toelichten.
49
Wanneer is doorverwijzing naar een kinesitherapeut nodig?
Als de interventies van de vroedvrouw onvoldoende zijn om het probleem op te lossen. → **bekkenbodemreëducatie**
50
Wat is het doel van bekkenbodemreëducatie?
De bekkenbodem leren ontspannen en de vicieuze cirkel doorbreken.
51
Wat is Pelvic Organ Prolapse (POP)?
Een verzakking van de organen in het kleine bekken.
52
Wat gebeurt er als het steunweefsel verzwakt?
Er kan een uitpuiling ontstaan.
53
Welke organen kunnen betrokken zijn bij POP?
Blaas, laatste stukje darm of baarmoeder.
54
Wat zijn mogelijke oorzaken van POP?
Verzwakte bekkenbodem, verlies van stevigheid van de ligamenten en het bindweefsel.
55
Wat is het doel van postnatale kinesitherapie?
Bewustworden en versterken van buik-, bekkengordel- en bekkenbodemspieren
56
Wat is bekkenbodemkinesitherapie?
Een onderdeel van postnatale kinesitherapie gericht op goede beheersing van de bekkenbodem
57
Wat leert de zorgvrager tijdens bekkenbodemreëducatie?
De bekkenbodem bewust op te spannen en te ontspannen
58
Welke rol heeft een vroedvrouw bij bekkenbodemklachten?
Opsporen van klachten, basisinformatie geven en gepast doorverwijzen ## Footnote De bevoegdheid voor bekkenbodemreëducatie ligt bij de kinesitherapeut.
59
Wat wordt aanbevolen voor de preventie van bekkenbodemklachten?
Bekkenbodemspieren tijdens de zwangerschap bewust oefenen ## Footnote Dit kan plaatsvinden tijdens prenatale sessies met de kinesitherapeut.
60
Hoeveel perinatale sessies zijn er voorzien bij de kinesitherapeut?
9 sessies ## Footnote Deze kunnen worden uitgebreid bij bekkenbodemproblematiek, ongeacht de ernst.
61
Voor wie is bekkenbodemreëducatie bedoeld?
Niet uitsluitend voor zwangere of pas bevallen vrouwen, maar ook voor mannen en kinderen
62
# Buiten de zws Noem enkele situaties waarin bekkenbodemtherapie nodig kan zijn.
* Vaginisme * Erectiestoornissen * Na een operatie aan de blaas en/of baarmoeder * Blaasverzakkingen * Incontinentie * Bedplassen
63
Wat is de website voor meer informatie over bekkenbodemtherapie?
www.thepelvicfloor.be
64
Wat is de eerste stap in de therapie voor de bekkenbodem?
Bewustwording van de bekkenbodem
65
Welke technieken kan de kinesitherapeut toepassen voor bekkenbodemreëducatie?
* Specifieke gedragsaanpassingen en tips * Manuele normalisatie en controle * Biofeedback * Elektrostimulatie * Activity of daily life oefeningen
66
Wat gebeurt er tijdens het anamnesegesprek voor de therapie?
Klachten worden uitgebreid besproken
67
Wat zijn enkele beïnvloedende factoren van de bekkenbodemwerking?
* Positie * Ademhaling
68
Wat gebeurt er met de druk op de bekkenbodem bij inademing?
De druk op de bekkenbodem verhoogt
69
Wat gebeurt er met de druk op de bekkenbodem bij uitademing?
De druk op de bekkenbodem vermindert
70
Wat gebeurt er bij hyperlordose met de intra-abdominale druk?
De intra-abdominale druk verhoogt en dus ook de druk op de bekkenbodem
71
Wat is de eerste stap in bekkenbodemoefeningen?
Bewustwordingsoefeningen ## Footnote Veel mensen vinden het moeilijk om de bekkenbodem goed te voelen
72
Wat doet de therapeut regelmatig tijdens de oefeningen?
Een hand op de buik en/of op delen van het bekken leggen ## Footnote Om het gevoel te verbeteren.
73
Wat leert de zorgvrager tijdens concrete bekkenbodemoefeningen?
De bekkenbodem bewust aan- en ontspannen
74
Wat gebeurt er bij een te zwakke bekkenbodem?
Oefeningen ter versterking van de bekkenbodem worden gegeven
75
Wat leert de zorgvrager bij het versterken van de bekkenbodem?
Kort en krachtig aan te spannen alsook langdurig krachtig of minder krachtig aan te spannen
76
In welke houdingen worden de bekkenbodemoefeningen uitgevoerd?
In verscheidene houdingen
77
Wat als de bekkenbodem te krachtig is?
Er wordt getraind op het goed ontspannen van de bekkenbodem
78
Wat kan er gedaan worden als de bekkenbodemspieroefeningen goed lukken?
Deze kunnen in combinatie met andere spieroefeningen worden toegepast
79
Geef een voorbeeld van een gecombineerde oefening.
Opspannen bekkenbodem en opheffen van één been
80
Wat zijn vaginale kegeltjes?
Kegeltjes in verschillende groottes en gewichten om bekkenbodem te oefenen ## Footnote Ze lokken op een natuurlijke wijze een reflexbeweging van de bekkenbodem uit.
81
Hoe moeten kegeltjes gebruikt worden?
Langzaam op te bouwen en enkel te gebruiken wanneer men rechtstaat of beweegt ## Footnote Dit is belangrijk voor de effectiviteit van de oefening.
82
Wat is biofeedback?
Een hulpmiddel om tot een goede bekkenbodemcontractie en -ontspanning te komen ## Footnote Dit gebeurt via auditieve, tactiele of visuele signalen.
83
Wat is het doel van biofeedbacktraining?
De zorgvrager leren de spieren juist te gebruiken ## Footnote Dit gebeurt door voortdurende feedback tijdens het oefenen.
84
Voor wie is biofeedbacktraining mogelijk?
Zorgvragers die zich voldoende bewust zijn van de bekkenbodem en voldoende kracht hebben
85
Wat is auditieve feedback?
De therapeut voert een vaginale of anale controle uit en moedigt of corrigeert de patiënt
86
Wat is sensitieve feedback?
De patiënt voert zelf een vaginale of anale controle uit met een tactiel voorwerp, zoals kegeltjes
87
Wat is visuele feedback?
Een apparaat met vaginale en anale sonde en elektroden geeft auditieve en visuele signalen
88
Wat is elektrostimulatie?
Een passieve reëducatievorm waarbij een aangepaste stroom op de bekkenbodem wordt toegepast zodat deze samentrekt.
89
Hoe wordt de stroom bij elektrostimulatie toegediend?
Via een vaginale of anale sonde
90
Welke parameters kunnen worden ingesteld bij elektrostimulatie?
* Intensiteit * Frequentie van impulsen * Impulsduur * Behandelingsduur * Werktijd * Rusttijd
91
In welke situaties wordt elektrostimulatie voornamelijk gebruikt?
* Onbewuste spieren * Verzwakte spieren * Pijnbehandeling (bijv. pijnlijke episiotomie)
92
Wat zijn enkele voordelen van elektrostimulatie?
* Bevordert positiewaarneming * Versterkt perineale spieren * Verhoogt vascularisatie * Kan pijnstillend werken
93
Wat gebeurt er met spierkracht na elektrostimulatie als de bekkenbodemspieren niet gebruikt worden?
De spierkracht zal snel weer verloren gaan
94
Wat moeten zorgvragers regelmatig doen tijdens de therapie?
De aangeleerde oefeningen regelmatig thuis oefenen
95
Wat leidt bekkenbodemreëducatie vaak tot?
Verbetering van de klachten
96
Wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek over het toepassen van oefeningen?
Het blijven toepassen van de oefeningen is noodzakelijk om het bekomen resultaat te **behouden**.