Lymfologie en Mycosen Flashcards

1
Q

Lymfoedeem> Algemeen

A

Lymfoedeem is een zwelling van weefsels door de ophoping van lymfe in het interstitium Dit ontstaat door een probleem met de lymfedrainage bij een normale capillaire filtratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lymfoedeem> Epidemiologie

A

Prevalentie 350.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lymfoedeem> Symptomen

A
  • Oedeem aan een of beide onderbenen, inclusief voeten
  • Tenen hebben een vierkante contour (bloktenen)
  • Niet mogelijk om aan de basis van dig 11/111 huidplooi op te pakken (teken van Stemmer)
  • Huid is soms hyperkeratotisch of papillomateus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lymfoedeem> Risicofactoren

A
  1. Positieve familieanamnese,
  2. maligniteiten,
  3. chirurgische ingreep,
  4. trauma,
  5. overgewicht,
  6. chronische veneuze insufficiëntie,
  7. infecties,
  8. vrouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lymfoedeem> Oorzaak

A

Obstructie of verkeerde aanleg van het lymfesysteem

  • Primaire (congenitaal of familiaal) vorm: bijv. ziekte van Milroy, ziekte van Meige
  • Secundaire (verworven) vorm: bijv. door obesitas, maligniteit, bestraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lymfoedeem> Diagnostiek

A

Lymfscintigrafie bij twijfel over diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lymfoedeem> Behandeling

A

Compressietherapie met zwachtels, pneumatische compressie (opblaasbaar
manchet om extremiteit) of therapeutische elastische kous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lymfoedeem> Prognose

A

Pitting oedeem dorsaal op de voeten >

uitbreiding proximaal >

non-pitting oedeem >

induratie van de huid door fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lymfoedeem> Cave!

A

Kwetsbaarheid van de aangedane oedemateuze gebieden voor het ontstaan van ulceraties en secundaire infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onychomycose> Algemeen

A

Onychomycose (tinea unguium) is een schimmelinfectie van de nagel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onychomycose> Epidemiologie

A

Prevalentie totale populatie 3%, prevalentie > 75 jaar 40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onychomycose> Symptomen

A
  • Nagel van hallux(++)
  • Ontstaan van een witte of gele verkleuring van de nagel, vorderend van distaal naar proximaal
  • Geelbruine, verdikte en brokkelige nagel bij aantasting nagelbed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onychomycose> Risicofactoren

A

Mannelijk geslacht, DM, immunosuppressie, verminderde bloedcirculatie, beschadigde nagels (mechanisch of psoriasis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onychomycose> Oorzaak

A

Veroorzaakt door Trichophytonen, meestal Trichophyton rubrum of Trichophyton mentagrophytes, associatie met tinea pedis of manuum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onychomycose> Diagnostiek

A

KOH-preparaat of microscopisch onderzoek van nagelmateriaal met PAS-kleuring mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onychomycose> Behandeling

A
  • Behandeling in principe􀁉niet nodig, lokale antimycotica niet bewezen effectief
  • Voetnagels: terbinafine oraal
  • Handnagels: itraconazol oraal
  • • Preventie re-infectie door schoenen en sokken 1n te poederen met een antimycotisch middel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Onychomycose> Prognose

A
  • Onschuldige afwijking, maar chronisch beloop waarbij mogelijk uiteindelijk aantasting van alle nagels
  • Handnagels reageren beter op therapie dan voetnagels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Onychomycose> Cave!

A

1 Mykide reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is een mykide reactie?

A

een type IV-overgevoelig­
heidsreactie die wordt veroorzaakt door een mycose elders op de huid. Er ontstaan erythematovesiculeuze of erythematosquameuze laesies m.n. op de handpalmen en vingers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De behandeling van de mykide reactie

A

betreft het behandelen van de mycose die deze reactie heeft uitgelokt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Pityriasis versicolor > Algemeen

A

Pityriasis versicolor is een gistinfectie van de huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Pityriasis versicolor > Epidemiologie

A

Prevalentie Noord-Europa ±1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Pityriasis versicolor > Symptomen

A

Soms jeukerig

  • Plaats = Borst, rug, bovenarmen, gelaat bij kinderen
  • Rangschikking =Confluerend
  • Omvang = Vele, enkele mm tot tientallen cm, regionaal
  • Vorm = Rond of ovaal
  • Omtrek = Scherp begrensd
  • Kleur = Versicolor (= tegenovergestelde kleur van de oorspronkelijke huidskleur)
  • Efflorescentie = (Squameuze) maculae, die kunnen conflueren en plaques kunnen vormen
24
Q

Pityriasis versicolor > Risicofactoren

A

Warme omgeving, verhoogde productie van zweet en talg, adolescenten en volwassenen

25
Q

Pityriasis versicolor > Oorzaak

A

eroorzaakt door Malassezia furfur (onderdeel normale huidflora), ontstaan van hypo-of hyperpigmentatie doordat Malassezia de activiteit van enzym dopatyrosinase blokkeert (blokkade omzetting van tyrosine in melanine),
nauwelijks overdracht mogelijk doordat in de huid een specifiek milieu moet heersen

26
Q

Pityriasis versicolor > Diagnostiek

A

KOH-preparaat zo nodig

27
Q

Pityriasis versicolor > Behandeling

A

Lokale imidazolen zoals ketoconazolcrème 1-2 dd gedurende 2 w

28
Q

Pityriasis versicolor > Prognose

A

Zichtbaarheid van de gehypopigmenteerde maculae gedurende langere tijd na genezing, vervagen na blootstelling aan zonlicht, groot risico o

29
Q

Pityriasis versicolor > Cave!

A

Mykide reactie

30
Q

wat lat KOH preparaat zien bij Pityriasis versicolor

A

Aanvullend KOH-preparaat laat sporen en korte hyfen zien, ook wel ‘spaghetti and meatballs’ genoemd

31
Q

TINEA CAPITIS > Algemeen

A

Sch1mmelinfect1e van de hoofdhuid en/of de hoofdharen (tncho­mycose), dne soorten:

  • Ectothnx (in de haren, meest voorkomend)
  • Ectothnx (in de haren, meest voorkomend)
  • Kenon (promment aanwezige ontstekmgsversch1Jnselen)
32
Q

TINEA CAPITIS > Epidemiologie

A

Voorkomend b1J Jonge kinderen

33
Q

TINEA CAPITIS > Symptomen

A
  • Ectothnx. kale plekies met schilfering/afgebroken haren, soms mflammato1r
  • Endothnx. zwarte puntjes zichtbaar door donkere afgebroken haren
  • Kerion mflammat1e met plaque met crustae en abcessen, haaruitval. koorts, lymfadenopath1e
34
Q

TINEA CAPITIS > Risicofactoren

A

Contact ge1nfecteerde mensen of (hu1s)d1eren, Jonge leeh1Jd

35
Q

TINEA CAPITIS > Oorzaak

A
  • Ectothnx M,crosporum audoutn11, M1crosporum can1s
  • Endothnx Tnchophyton tonsurans, Trichophyton soudanense, Tnchophyton v1olaceum
  • Kerion Tnchophyton mentagrophytes, Tnchophyton verrucosum
36
Q

TINEA CAPITIS > Diagnostiek

A

M1croscop1e van een KOH-preparaat en/of kweek van haren

37
Q

TINEA CAPITIS > Behandeling

A
  • Volwassenen en kinderen >40 kg: terbmafine 250 mg 1 dd gedurende 4 weken
  • Kinderen >2 jaar 62,5 mg 1 dd (gewicht 15-20 kg) gedurende 4 weken, 125 mg 1 dd (gewicht 20-40 kg) gedurende 4 weken
38
Q

TINEA CAPITIS > Prognose

A

Spontane genezing oppervlakkige 1nfect1es na Jaren, kans op bh1vende haaruitval (c1catric1ële alopec1e) b1J subopt1male behan­deling van kerion

39
Q

TINEA CAPITIS > Cave!

A

Denk d1fferent1aal d1agnost1sch aan furunkel of karbonkel (b1J verdenking kenen)

40
Q

TINEA CORPORIS > Algemeen

A

‘Ringworm’, oppervlakkige sch1mmehnfect1e hutd van de romp en ledematen

41
Q

TINEA CORPORIS > Symptomen

A

Soms Jeukerige of brandende laesie

  • Plaats = Romp of ledematen
  • Rangschikking = Solitair of multipel/gegroepeerd, b1J u,tbre1d1ng confluere
  • Omvang = Solitair of multipel/gegroepeerd, b1J u,tbre1d1ng confluere
  • Vorm = Rond, later ovaal of ringvormig door centrale genezing
  • Omtrek = Scherpe begrenzing, mflammato1re en verheven rand
  • Kleur = Rood
  • Efflorescentie = Erythematosquameuze laesie, rand schilferig met soms vesikels of pustels
42
Q

TINEA CORPORIS > Risicofactoren

A

Warmte, vocht1ghe1d, contact ge1nfecteerde mensen or (hu,s)dieren

43
Q

TINEA CORPORIS > Oorzaak

A
  • Alle dermatofyten, maar de meest voorkomende z1Jn Trichophyton rubrum, Trichophyton mentagrophytes, Ep1dermophyton floccosum
  • Overdracht door direct contact
44
Q

TINEA CORPORIS > Diagnostiek

A

Drrect pos1t1ef KOH-preparaat. materiaal van actieve randen van de laesies

45
Q

TINEA CORPORIS > Behandeling

A
  • Volwassenen en kinderen >40 kg: terbmafine 250 mg 1 dd gedurende 4 weken
  • Kinderen >2 jaar 62,5 mg 1 dd (gewicht 15-20 kg) gedurende 4 weken, 125 mg 1 dd (gewicht 20-40 kg) gedurende 4 weken
46
Q

TINEA CORPORIS > Prognose

A

Prognose gunstig door goede reactie op therapie, veelal recidieven uit eigen kleding

47
Q

TINEA CORPORIS > Cave!

A

Mogelijk verminderde werking immuunsysteem b1J regelmatige recidieven

48
Q

TINEA PEDIS > Algemeen

A

‘Zwemmerseczeem’, oppervlakkige sch1mmetmrKbe voet, tw@e soorten.

  • Tinea pedis plantans (voetzolen)
  • Tinea pedis mterdig1talts (tussen de tenen)
49
Q

TINEA PEDIS > Epidemiologie

A

Prevalentie >20%

50
Q

TINEA PEDIS > Symptomen

A

Jeukerige of brandende laesie

  • Plaats = Voetzool of tussen tenen (vooral tussen 4• en S• teen), vaak
    begin tussen de tenen, waarna u1tbre1ding naar de voetzool, soms ook primair begin op de voetzool
  • Rangschikking = Regionaal, b1J wtbre1ding confluerend
  • Omvang = Variërend
  • Vorm = Rond
  • Omtrek = Scherpe begrenzing, b1J primair begin op de voetzool vaak randact1v1te1t (vesikels 1·pustels aan de randen)
  • Kleur = Rood
  • Efflorescentie = Erythematosquameuze laesie, soms gezwollen en met nattende erosies, fissuren kunnen aanwezig ZIJn
51
Q

TINEA PEDIS > Risicofactoren

A

Vocht1ghe1d (zwemles, sporten), slechte voethyg,ëne, slecht ademend schoeisel, Jongere leeft1Jd

52
Q

TINEA PEDIS > Oorzaak

A

Meestal veroorzaakt door Trichophyton rubrum

53
Q

TINEA PEDIS > Diagnostiek

A

Pos1t1ef KOH-preparaat en/of kweek

54
Q

TINEA PEDIS > Behandeling

A
  • Volwassenen en kinderen >40 kg: terbmafine 250 mg 1 dd gedurende 4 weken
  • Kinderen >2 jaar 62,5 mg 1 dd (gewicht 15-20 kg) gedurende 4 weken, 125 mg 1 dd (gewicht 20-40 kg) gedurende 4 weken
55
Q

TINEA PEDIS > Prognose

A

Grote kans op recidieven, zelden genezing zonder behandeling

56
Q

TINEA PEDIS > Cave!

A

Alt1Jd meebehandelen van schoeisel I v m re-1nfectm, verhoogde kans op erysipelas vanwege hu,ddefecten

57
Q
A