Benigne huidtumoren Flashcards
Atheroomcyste> Algemeen
Een atheroomcyste (epidermoid cyste, ep,dermale cyste, talgkliercyste, ) is een (retentie)cyste waarvan de wand uit epidermis bestaat. De inhoud bestaat m.n. uit keratine, maar daarnaast kunnen er ook sebum, pus en bacteriën in zitten.
Atheroomcyste> Epidemiologie
E Incidentie onbekend, regelmatig voorkomen
Atheroomcyste> Symptomen
- Plaats = behaarde hoofd, borst, gezicht, hals en scrotum
- Rangschikking = solitair(++)
- Omvang =0,5-2,5 cm
- Vorm =Bolrond
- Omtrek =Scherp begrensd
- Kleur =Huidskleurig tot wit/geel doorschijnend
- Efflorescentie =Nodulus of nodus
Atheroomcyste> Risicofactoren
Mannen>vrouwen, leeftijd 30-40 jaar
Atheroomcyste> Oorzaak
Meestal uitgaand van een geoccludeerde haarfollikel, zichtbaar als een centraal puntje in de laesie (-)
Atheroomcyste> Behandeling
Extirpatie bij klachten of in het geval van een ontstoken atheroomcyste
Atheroomcyste> Prognose
Gespannen tot pijnlijk bij toename in grootte, recid,efvorming bij
onvolledige verwijdering wand
Atheroomcyste> Cave!
Hevige ontstekingsreactie bij ruptuur cyste, multipel voorkomen bij Gardner syndroom of basaalcelnaevus syndroom (NBCCS)
Dermatofibroom> Algemeen
Een dermatofibroom (fibreus histiocytoom) is een langzaam groeiende benigne nodulus die subepidermaal gelegen is.
Dermatofibroom> Epidemiologie
Incidentie onbekend, regelmatig voorkomen
Dermatofibroom> Symptomen
- Plaats = Onderste extremiteiten
- Rangschikking = Solitair of multipel
- Omvang = 0,1-3,0 cm
- Vorm = verzonken(++), als induratie palpabel, soms licht verheven tot bolrond
- Omtrek =Matig scherp begrensd, omgeven door een smalle gepigmenteerde rand
- Kleur =Gehyperpigmenteerd (++), roze(-)
- Efflorescentie =Nodulus
Dermatofibroom> Risicofactoren
Mannen:vrouwen = 1 :4, huidtrauma
Dermatofibroom> Oorzaak
o Idiopathisch, mogelijke associatie met trauma (m.n. insectenbeten)
Dermatofibroom> Diagnostiek
Biopt bij twijfel (opeenhoping van fibroblasten)
Dermatofibroom> Behandeling
in principe geen behandeling, evt. om cosm{‘tische reden excideren
Dermatofibroom> Prognose
Persisteren of langzame groei
Dermatofibroom> Cave!
Meerdere eruptieve dermatofibromen aanwezig bij immuungecompromitteerden (hiv) en patiënten met autoimmuunaandoeningen (bijv. SLE)
+
Keratoacanthoom> Algemeen
Een KA is een snel groeiende huidtumor die uitgaat van het haarfollikelcomplex (zie afbeelding 11). Er is sprake van een kenmerkend beloop. De differentiatie met een plaveiselcelcarcinoom is zowel klinisch als histologisch moeilijk. De suggestieve anamnese speelt bij deze differentiatie een belangrijke rol.
Keratoacanthoom> Epidemiologie
Incidentie 0, 1% per jaar, prevalentie Kaukasisch ras 1 :1000
Keratoacanthoom> Symptomen
- Plaats =Zonbeschenen delen (gelaat of extremiteiten)
- Rangschikking = Solitair(++)
- Omvang = 1 2 cm in diameter
- Vorm = Bolrond, verheven met in het centrum een inzinking (met keratotische plug)
- Omtrek = Scherp begrensd
- Kleur = Huidskleurig tot rood
- Efflorescentie = Nodus, vaak met teleangiëctasieën
Keratoacanthoom> Risicofactoren
Middelbare leeftijd, frequente zonexpositie, mannelijk geslacht, kaukasisch
Keratoacanthoom> Oorzaak
Idiopathisch, mogelijke associatie met UV-straling, HPV-infectie, huidbeschadiging, blootstelling aan chemische stoffen of immunosuppressie
Keratoacanthoom> Behandeling
- Excisie met een marge van 5 mm door bijna onmogelijke uitsluiting plaveiselcelcarcinoom
- Orale retinoïden bij multipele laesies
Keratoacanthoom> Prognose
Kenmerkend beloop: snelle groei binnen 6-8 weken, waarna spontane
regressie in 3-12 maandei:i, vaak met littekenvorming
Keratoacanthoom> Cave!
Multipele keratoacanthomen aanwezig bij gecomprommitteerde immuunstatus of Ferguson-Smith syndroom (autosomaal dominante aandoening)
Lipoom> Algemeen
Een lipoom (lipoma cutis) is een pijnloze, lokale ophoping van vet in de subcutis.
Lipoom> Epidemiologie
Prevalentie 2,1:1000
Lipoom> Symptomen
-
Plaats = Vetweefsel in het gehele lichaam, voorkeurslokalisatie in de nek,
proximale extremiteiten, onderarmen, billen - Rangschikking = Solitair(++), multipel(-) (lipomatosis)
- Omvang = Variërend van enkele mm tot 10 cm
- Vorm = Ovaal, rond of multilobulair
- Omtrek = Matig tot scherp begrensd
- Kleur = Huidskleurig
- Efflorescentie = Week-elastische nodus
Lipoom> Risicofactoren
- Overgewicht,
- DM,
- verhoogd serum cholesterol,
- mannen>vrouwen,
- leeftijd >40 jaar
Lipoom> Oorzaak
Idiopathisch, genetische en metabole componenten
Lipoom> Diagnostiek
Zelden histopathologisch onderzoek of MRI nodig
Lipoom> Behandeling
In principe geen behandeling, mogelijk excisie of liposuctie bij een storende locatie
Lipoom> Prognose
Stabiel na uitgroei
Lipoom> Cave!
Multipele lipomen (lipomatosis) kunnen voorkomen bij syndromen zoals het syndroom van Gardner en Richner Hanhart. Het komt zelden voor i.c.m. neurofibromatose
Verruca seborrhoica> Algemeen
Verruca seborrhoica (verruca senilis, ouderdomswrat) is een benigne papillomateuze huidafwijking met een verruceus vettig oppervlak.
Verruca seborrhoica> Epidemiologie
Prevalentie >80% van de bevolking >50 jaar
Verruca seborrhoica> Symptomen
- Plaats = Op de romp, soms in rijen in de plooien of in dennenboom configuratie op de rug
- Rangschikking = Solitair(++)
- Omvang = Lenticulair, variërend in aantal van enkele tot honderden
- Vorm = Rond of ovaal, verheven, papillomateus, verruceus
- Omtrek = Scherp begrensd
- Kleur = Licht- tot donkerbruin(++), zwart of huidskleurig (-)
- Efflorescentie = Papel of plaque
Verruca seborrhoica> Risicofactoren
Hoge leeftijd, lichter huidtype, blootstelling aan zonlicht
Verruca seborrhoica> Oorzaak
o Exacte oorzaak niet bekend, mogelijke associatie met activerende mutaties in FGFR3 waardoor epidermale keratinocyten prolifereren
Verruca seborrhoica> Diagnostiek
De manier waarop de laesie bij curettage loskomt van de huid, PA bij twijfel over de aard van de laesie
Verruca seborrhoica> Behandeling
in principe geen behandeling, mogelijk curettage, shave-excisie of
cryotherapie bij irritatie, jeuk of cosmetisch bezwaar
Verruca seborrhoica> Prognose
Toename van aantal met leeftijd, geen spontane regressie
Verruca seborrhoica> Cave!
Indien in korte tijd zeer veel verrucae seborrhoicae ontstaan, wordt van het teken van Leser-Trélat gesproken: een paraneoplastisch fenomeen
Brandwonden> Algemeen
Brandwonden kunnen variëren in ernst van een onschuldige, kleine laesie tot
invaliderende schade met littekenvorming.
Brandwonden> Epidemiologie
- Behandeling van brandwonden: 60.000 patiënten per jaar
- 1500 ziekenhuisopnames per jaar
Brandwonden> Symptomen
- Eerstegraads verbranding: rood/roze, pijnlijk of prikkelend, gezwollen, droog, geen littekenvorming
-
Tweedegraads brandwond:
- Oppervlakkig: rood/roze, nat, blaren, pijnlijk, soepel, geen littekenvorming
- Diep: rood/wit, nat, blaren, pijnlijk, soepel, littekenvorming
- Derdegraads brandwond: wit/beige/donkerbruin, droog/leerachtig, pijnloos, stug, littekenvorming
- Begeleidend letsel: inhalatietrauma (beschadiging luchtwegen)
Brandwonden> Behandeling
- Langdurig koelen met lauw, zacht stromend water
- Eerstegraads verbranding: steriele vaselinegaasjes
-
Tweedegraads brandwond:
- Oppervlakkig: wondbedekkers (hydrocolloïden en hydrofibers, zilversulfadiazinecrème), tetanusimmunisatie
- Verwijzing naar specialistische hulp:
- Brandwonden >10% lichaamsoppervlak volwassenen of >5% bij kinderen, derdegraads brandwonden >5% lichaamsoppervlak
- Brandwonden in functionele gebieden of circulaire brandwond
- Aanwezigheid inhalatietrauma of ander letsel
- Chemische of elektriciteitsverbranding
Brandwonden> Prognose
- Prognose variërend van de ernst
- Ernst afhankelijk van: mate van uitbreiding, leeftijd en conditie patiënt, diepte brandwond (zie afbeelding 13), lokalisatie, bijkomend letsel
Brandwonden> Cave!
Voorkom dehydratie bij het verbranden van een groot oppervlak
Bulleus pemfigoïd > Algemeen
BP (parapemphigus, zie afbeelding 14) is een ernstig jeukende blaarziekte.
In West-Europa en Noord-Amerika is BP de meest voorkomende
auto-immuunblaarziekte.
Bulleus pemfigoïd > Epidemiologie
incidentie wereldwijd 0,6-1,3:100.000 per jaar
Bulleus pemfigoïd > Symptomen
Jeukende laesies
-
Plaats = Buigzijde van armen en benen, in mindere mate op romp, knieën
of strekzijde dijen - Rangschikking = Symmetrisch, gedissemineerd of gegroepeerd
- Omvang = Tientallen bullae, 1-4 cm
- Vorm = Rond
- Omtrek = Scherp begrensd
- Kleur = Blaarvocht meestal helder en gelig, soms roze-rood door bloed
- Efflorescentie = Stevige bullae op erythemateuze ondergrond, erosies, crustae
Bulleus pemfigoïd > Risicofactoren
- Leeftijd >60 jaar,
- bepaalde HLA-allelen (DOB1*0301)
Bulleus pemfigoïd > Oorzaak
- Auto-immuunziekte: ant(stoffen tegen componenten van hemidesmosomen (BP180, BP230),
- uitlokkende factoren: bepaalde medicatie (diuretica, analgetica, AB etc.)
Bulleus pemfigoïd > Diagnostiek
Histopathologisch (HE-biopt: subepidermale splijting) en immunofluorescentie-onderzoek (lineaire deposities lgG en C3 in basaalmembraan (directe IF), bij 70-80% circulerende anti-SM auto-antistoffen in serum (indirecte IF))
Bulleus pemfigoïd > Behandeling
- Indien mogelijk sterke cutane corticosteroïden (bijv. systemisch transcutaan clobetasol therapie)
- Anders systemische corticosteroïden
- Dapson bij lgA-deposities
Bulleus pemfigoïd > Prognose
Chronische ziekte, spontane exacerbaties en remissies
Bulleus pemfigoïd > Cave!
Verschillende klinische varianten van BP: gestationeel pemfigoïd (tijdens zwangerschap), pemfigoïd vegetans, pemfigoïd nodularis et
Dermatitis herpetiformis> Algemeen
DH (ziekte van Duhring) is een ernstig jeukend huidbeeld dat een uiting is
van glutenovergevoeligheid. Ongeveer 20% van de mensen met DH heeft gastro-intestinale klachten.
Dermatitis herpetiformis> Epidemiologie
Prevalentie 0,01-0,3%, incidentie in Westerse landen 10:100.000 per jaar
Dermatitis herpetiformis> Symptomen
Heftige, brandende jeuk
-
Plaats = Strekzijde van ellebogen (zie afbeelding 16), onderarmen en
knieën, billen, regio sacralis en schoudergordel - Rangschikking = En bouquet (herpetiform)
- Omvang = Meerdere plekken tegelijk(++). symmetrisch
- Vorm = Wisselend
- Omtrek = Matig scherp begrensd
- Kleur = Huidskleurig tot rood
- Efflorescentie = Papels en vesikels op erythemateuze bodem, excoriaties en crustae (door krabben)
Dermatitis herpetiformis> Risicofactoren
- Mannelijk geslacht,
- leeftijd 20-55 jaar,
- kaukasisch,
- positieve familieanamnese,
- coeliakie
Dermatitis herpetiformis> Oorzaak
Coeliakie: vorming lgA-antistoffen in de darmmucosa tegen transglutaminase >
neerslaan van immuuncomplexen in de dermale papiltoppen >
neutrofiele ontstekingsreactie >
uiting DH
Dermatitis herpetiformis> Diagnostiek
PA van laesionale huid (subepidermale microabcesjes) en immunofluorescentie van gezonde perilaesionale huid (lgA-depositie in dermale papillen zichtbaar)
Dermatitis herpetiformis> Behandeling
Glutenvrij dieet met een effect na maanden tot jaren, dapson als medicamenteuze therapie
Dermatitis herpetiformis> Prognose
Afhankelijk van de inname van gluten, chronische ziekte met wisselende activiteit
Dermatitis herpetiformis> Cave!
Associatie tussen DH en auto-immuunaandoeningen (thyroïditis, gastritis, SLE, RA, DM etc.) of T-cellymfoom
Impetigo bullosa > Algemeen
Impetigo bullosa is een infectie van de oppervlakkige
huid, die wordt veroorzaakt door stammen van Staphylococcus aureus
of Streptococcus pyogenes die epidermolytische toxinen produceren.
Impetigo bullosa > Epidemiologie
Impetigo bullosa komt veelal voor bij jonge kinderen
Impetigo bullosa > Symptomen
Van alle impetigovormen is 70% impetigo vulgaris (voor beschrijving, zie pyodermieën) en 30% impetigo bullosa
- Plaats = Gezicht
- Rangschikking = Confluerend
- Omvang = Enkele, 1-2 cm of groter voor samenvloeien, daarna tot 8 cm of groter na samenvloeien, regionaal
- Vorm = Annulair en polycyclisch door samenvloeien en centrale genezing
- Omtrek = Scherp begrensd door kapot blaardak
- Kleur = Rood met bruine korsten
- Efflorescentie = Bullae met heldere of troebele inhoud, erosies, crustae
Impetigo bullosa > Risicofactoren
- Warmte,
- hoge luchtvochtigheid,
- slechte hygiëne,
- atopische aanleg,
- trauma,
- kolonisatie met Staphylococcus aureus
Impetigo bullosa > Oorzaak
Splitsing stratum granulosum door epidermolytische toxinen - blaarvorming
Impetigo bullosa > Behandeling
- Lokale behandeling met fusidinezuurcrème 3 dd gedurende 10-14 dagen,
- goede hygiëne
Impetigo bullosa > Prognose
Goede prognose, incidenteel kans op secundaire infectie zoals osteomyelitis, septische artritis en pneumonie
Pemphigus vulgaris> Algemeen
Pemphigus vulgaris is een auto-immuunblaarziekte die in twee subgroepen te verdelen is: het mucosaal dominante type met mucosale erosies en minimale uitingen op de huid en het mucocutane type met extensieve blaren en erosies naast mucosale erosies.
Pemphigus vulgaris> Epidemiologie
Incidentie 1-2: 1.000.000 per jaar
Pemphigus vulgaris> Symptomen
Mucosaal dominante type:
- Plaats = Verhemelte, binnenzijde wangen R Regionaal
- Rangschikking = Regionaal
- Omvang = Meerdere laesies, variërend in grootte
- Vorm = lrregulair
- Omtrek = Onscherp begrensd
- Kleur = Rood
-
Efflorescentie = Pijnlijke erosies, intacte bullae zijn vanwege fragiliteit zeldzaam
> 50% met mucosale erosies ontwikkelt ook cutane uitingen: slappe bullae - ruptuur - pijnlijke erosies - crustae
Pemphigus vulgaris> Risicofactoren
- Asjkenazische Joden,
- leeftijd 50-60 jaar
Pemphigus vulgaris> Oorzaak
Auto-antistoffen tegen desmogleïne 3 (en soms later tegen desmogleïne 1) >
verslechtering intraepidermale adhesie >
blaarvorming
Pemphigus vulgaris> Diagnostiek
Histopathologie (splijtingsniveau: intra-epidermaal)
en
immunofluorescentie (aanwezigheid intraepidermale lgG-depositie)
Pemphigus vulgaris> Behandeling
Hoge dosering corticostroïden per os, evt. immunosuppressiva
Pemphigus vulgaris> Prognose
Chronische aandoening
Pemphigus vulgaris> Cave!
- Secundaire infecties, vochtverlies
- Naast vulgaris bestaan andere zeldzame varianten van pemphigus: o.a. pemphigus vegetans, foliaceus, paraneoplastisch
Chronische veneuze insufficiëntie > Algemeen
CVI is een complex aan afwijkingen t.g.v. een afvloedstoornis van het veneuze bloed. CVI kan ontstaan door insufficiëntie in het oppervlakkige, het perforerende en het diep veneuze systeem. Bij alle vormen van insufficiëntie ontstaat veneuze hypertensie. Gevolgen van veneuze hypertensie zijn afwijkingen in de venen, capillairen, cutis en subcutis. Voorbeelden van dergelijke afwijkingen zijn o.a. dilatatie van de venen, verhoogde vasculaire permeabiliteit, oedeem en chronische afgifte van inflammatoire mediatoren. Varices kunnen leiden tot CVI. Het eindstadium van CVI is het ulcus cruris
Chronische veneuze insufficiëntie > Epidemiologie
Prevalentie op volwassen leeftijd 10-15%
Chronische veneuze insufficiëntie > Symptomen
- Pijn, zwaar gevoel benen,
- droge huid,
- spierkrampen,
- varices, oedeem,
- orthostatisch eczeem,
- hyperpigmentatie,
- atrofie blanche,
- induratie,
- dermato- en liposclerose,
- ulcus
Chronische veneuze insufficiëntie > Risicofactoren
Hoge leeftijd, positieve familieanamnese, lang staan, hoge BMI, roken,
trauma aan de onderste extremiteiten, doorgemaakt DVT, arterioveneuze shunt, zwangerschap, vrouwen:mannen = 2-3:1
Chronische veneuze insufficiëntie > Oorzaak
- Primaire klepinsufficiëntie,
- secundaire klepinsufficiëntie (posttrombotisch syndroom)
Chronische veneuze insufficiëntie > Diagnostiek
Veneuze duplex
Chronische veneuze insufficiëntie > Behandeling
- Compressietherapie,
- voldoende beweging,
- gericht op specifieke symptomen
Chronische veneuze insufficiëntie > Prognose
Chronische aandoening
Chronische veneuze insufficiëntie > Cave!
Denk bij niet-genezende ulcera aan het been aan CVI als onderliggende oorzaak, oedeem bestrijden is belangrijk
VARICES> Epidemiologie
Prevalentie 25% volwassen bevolking, toenemend met de leeft1Jd
VARICES> Symptomen
pijnlijke, rusteloze, zware benen met krampen (m n ‘s nachts), klinisch beeld afhankel1Jk van soort varix
- Stamvarix insufficientie van de vena saphena magna (VSM) of vena saphena parva (VSP), soms z chtbaar als een tortueuze b auwe verhevenheid m het gebied van deze vene, hetzelfde kltrnsch beeld b11 vanceuze z11takken van deze vaten (zijtakvarices)
- Ret.culatre varices en bezemn1svances, vaak door patiênt gemterpreteerd als spatader, maar hemodynam1sch gezien niet van betekenis
VARICES> Oorzaak
Twee theorieën
- Verw1Jding van de vene door een verzwakte vaatwand – geen adequate sluiting van kleppen
- Schade aan de kleppen - veneuze druk 1 - verw11ding van het vat
VARICES> Diagnostiek
Duplexonderzoek van veneuze systeem om reflux en klepmsuffic1ent1e aan te tonen
VARICES> Behandeling
- Klachtenverlichting door therapeutische elastische kousen
- Verschillende behandelmogel1Jkheden, afweging o.b v anatomie en rec1diefkans. sclerocompress1e therapie, flebectom,e volgens Muller, endoveneuze laserbehandeling
VARICES> Prognose
Op termtJn progressie naar chronische veneuze insuffic1ënt1e met oedeem en huidveranderingen
ULCUS CRURIS > Epidemiologie
- Incidentie vrouwen 1,0:1.CXX) patiëntjaren
- Incidentie mannen 0,3:1.000 patiëntjaren
ULCUS CRURIS > Symptomen
Een hu1ddefect met een grillig begrensde rand, meestal aan de mediale z11de van het onderbeen
ULCUS CRURIS > Risicofactoren
DM, hartfalen, oedeem in de onderbenen, hypertensie, RA, 1mmob1hte1t, varices, langdurig SliJan, andere hu1daandoen1ngen
ULCUS CRURIS > Diagnostiek
Duplexonderzoek van veneuze systeem onderbeen, enkel-armmdex (u1tslu1ten arterieel ulcus)
ULCUS CRURIS > Behandeling
Ambulante compress1etherap1e, mod1ficat1e risicofactoren
ULCUS CRURIS > Prognose
Lange genezingsduur, grote rec1diefkans (10% per Jaar na compress1etherap1e)
ULCUS CRURIS > Cave!
lnfect1e, starten compress1etherap1e b1J arteriële of gemengde vorm ulcus
Decubitus> Algemeen
Decubitus (doorligwond) is schade aan de huid door druk of schuifkrachten.
Decubitus is in verschillende gradaties van ernst in te delen.
Decubitus> Epidemiologie
Prevalentie in ziekenhuispopulatie ±10%
Decubitus> Symptomen
- Niet wegdrukbare roodheid bij intacte huid (graad 1) > bullae of oppervlakkige ontvelling (graad 2) > ulceratie (graad 3) > necrose (graad 4)
- Voorkeurslokalisaties: sacrum, tuber inschiadicum, trochanter major, laterale malleolus en hielen
Decubitus> Risicofactoren
- Hoge leeftijd,
- incontinentie,
- DM,
- arterieel vaatlijden,
- slechte voedingstoestand
Decubitus> Oorzaak
Door immobilisatie en/of gebrek aan sensibiliteit (neuropathie, narcose, dwarslaesie) > druk opbouw >
weefselschade
Decubitus> Behandeling
Graad 1-3 heelt meestal met lokale therapie, graad 4 behoeft vaker
chirurgisch ingrijpen
Decubitus> Prognose
- Preventie: risico-inschatting (bijv. m.b.v. Bradenscore) en bijbehorende preventieve maatregelen (afwisselende lighouding, gebruik van antidecubitusmatras, indifferente crème of indifferente zalf, barrièremiddel bij incontinentie, preventief afplakken met verband)
- Wondbehandeling: zo nodig verbinden, debridement van necrotisch weefsel, behandeling infectie indien hiervoor aanwijzingen zijn, pijnbestrijding