literatuur hfs 5 Flashcards

1
Q

hyperfagisch

A

meer eten door stress -> 2/3 van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hypofagisch

A

minder eten door stress -> 1/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CRH

A

remt eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

glucocorticoïden

A

stimuleert eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stress en CRH en glucocorticoiden

A

beiden worden tijdens stress aangemaakt. CRH werkt direct, glucocorticoiden duurt een aantal minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

begin stressor

A

hoge levels CRH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

middenfase

A

zowel hoge levels CRH als glucocorticoiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

herstelfasen

A

weinig CRH en veel glucocorticoiden, eetlust begint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 typen stressoren

A
  1. kortdurend
  2. langdurend aanhoudend
  3. frequent intermittent stressors
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kortdurende stressor

A

bv 10 min
- 12 min verhoogde CRH
- 2 uur verhoogde glucocorticoide
- dus meer eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

langdurende/aanhoudende stress

A
  • dagenlang verhoogd CRH en glucocorticoiden
  • weinig eetlust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

maagdarmkanaal: gastro-intestinale systeem

A
  • slokdarm
  • dunne en dikke darm
  • maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk systeem zorgt voor spijsvertering

A

parasympatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe werkt het verteren van voedsel

A
  • chemisch + mechanisch proces met systolische contracties + peristaltische bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

systolische contracties

A

samentrekking van spieren aan 1 kant van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

paristaltische bewegingen

A

spieren in de slokdarmwand trekken samen

17
Q

organische GI-stoornissen

A

medische aantoonbare verklaringen

18
Q

functionele GI-stoornissen

A

niet aantoonbare verklaring voor de ziekte, veel invloed van stress

19
Q

prikkelbare darm syndroom

A
  • IBS: irritable bowel syndrome
  • meest voorkomende functionele GI-stoornis
20
Q

wat gebeurd er bij IBS

A
  • verstoring maag-darm kanaal, vooral dikke darm
  • veel buikpijn
  • zeer gevoelig voor stress
21
Q

zweren (ulcers)

A

een zweer is een gat in de wand van een orgaan

22
Q

gastric ulcers

A

zweren binnenin de maag

23
Q

esophageal ulcers

A

zweren iets boven de maag

24
Q

duodenal ulcers

A

zweren op grens van maag en darm

25
Q

stresszweren

A

subtype van zweren die zeer snel groeien als reactie op stress

26
Q

helicobacter pylori bacterie

A

meest voorkomende oorzaak van zweren in de maag of twaalvingerige darm

27
Q

stress en zweren

A

stress veroorzaakt geen zweer maar is wel een factor die de klachten kan verergeren

28
Q

invloed van stress op ontwikkeling zweren

A
  1. zure omgeving
  2. afgenomen bloedstroom in de maag
  3. onderdrukking immuunsysteem
  4. onvoldoende prostaglandinen
  5. maagcontracties
29
Q

zure omgeving

A
  • maag beschermt zich tegen zuur met veel slijmvlies
  • tijdens stress wordt minder zuur afgegeven door vertraagde spijsvertering
  • maagwand minder dik en minder slijm en bircarbonaat afgegeven
  • maag is niet voorbereid op eten na stressor
  • verhoogde kans op stressor
30
Q

bircarbonaat

A

neutraliseert zuur

31
Q

afgenomen bloedstroom in de maag

A
  • zorgt voor minder goed wegspoelen zuur
  • tijdens periodes chronische stress waarin bloedstroom en dus zuurstof minder is, stopt je maag met het maken van stoffen die beschermen tegen zuurstofradicalen
  • na stress wordt bloedtoevoer meer en komen meer zuurstofradicalen in het bloed -> maag niet op voorbereid
  • zuurstofradicalen eten cellen op in de maagwand
32
Q

onderdrukking immuunsysteem

A

stress onderdrukt immuunsysteem, dus beschermd ook minder goed tegen helicobacter

33
Q

onvoldoende prostaglandinen

A

prostaglandinen ondersteunen genezingsproces, maar tijdens stress wordt aanmaak geremd door glucocorticoiden

34
Q

maagcontracties

A

door stress gaat de maag langzaam samentrekken en dit heeft een nadelig effect op zweren