literatuur hfs 1 Flashcards

1
Q

ziektes voorouders

A
  • infectie ziektes, ziektes door slechte voeding
  • tegenwoordig niet meer levensbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ziektes tegenwoordig

A

ziektes waarbij schade langzaam accumuleert
- hartaandoeningen
- kanker
- cerebrovasculaire aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschillende oorzaken stress

A
  1. acute extreme fysieke gebeurtenissen
  2. chronische fysieke uitdagingen
  3. psychologische en sociale ontwrichtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

homeostase

A

het idee dat je lichaam een optimaal level van zuurstof, temperatuur, zuurgraad etc.heeft. alle variabele worden in een homeostatische balans gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stressor

A

iets uit de buitenwereld dat je uit de homeostatische balans houd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stressreactie

A

wat je lichaam doet om de homeostase te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat ontdekte Hans Selye

A
  • lichaam heeft een set van vergelijkbare reacties op een breed scala van stressoren
  • als stressoren te lang aanhouden kunnen ze je ziek maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Allostase

A

concept homeostase blijkt niet helemaal te kloppen
- optimale niveau van bv bloeddruk hangt af van omstandigheden
- het ideale instelpunt zou worden bereikt via een lokaal regelmechanisme
- het lichaam herstelt niet alleen het setpoint maar worden ook allostatische veranderingen aangebracht anticiperend op verwachte veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenmerken stressreactie

A
  • snelle mobilisatie van energie
  • remming van langdurige processen
  • verminderde pijnperceptie
  • verschuiving in cognitieve en zintuigelijke vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

snelle mobilisatie van energie

A
  • snelle mobilisatie van energie uit opslaglocaties en remming van verdere opslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mobilisering glucose

A

wordt zo snel mogelijk afgeleverd aan spieren, daarom: verhoging hartslag, bloeddruk en ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

remming van langdurige processen

A
  • zoals spijsvertering, groei, herstel van weefsel en reproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschuiving in cognitieve en zintuigelijke vaardigheden

A

bepaalde aspecten van het geheugen verbeteren, sommige zintuigen zijn scherper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chronische stress kan leiden tot

A
  • vermoeidheid
  • constante verhoogde bloeddruk
  • geen tijd voor herstel
  • groei kan geremd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat als groei geremd wordt

A

kan leiden tot
- dwerggroei
- voortplantingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly