lit. college 1 (de Graaf en Tieleman) Flashcards
Wat zijn de deelgebieden in de pedagogiek? (Graaf & Tieleman) (6)
- klinische pedagogiek
- orthopedagogiek
- onderwijskunde
- sociale pedagogiek
- transculturele pedagogiek
- wijsgerig-historisch pedagogiek
klinische pedagogiek
gericht op het onderzoek naar opvoedingsprocessen in het algemeen en naar sociale, culturele en economische factoren die daarop van invloed zijn
orthopedagogiek
richt zich op het onderzoek van de hulpverlening aan kinderen die van het gemiddelde afwijken en de opvoedsituatie waarin zij verkeren
onderwijskunde
richt zich op alle vormen van scholing en op schoolsystemen
sociale pedagogiek
Beoordeeld de sociale omstandigheden aan de hand van pedagogische maatstaven
wijsgerig-historisch pedagogiek
richt zich op de opvoedingswetenschap in het algemeen en daarmee een meer theoretisch deelgebied
transculturele pedagogiek
richt zich op onderzoek naar opvoeding van kinderen die in een andere cultuur wonen dan in het land van oorsprong
wat is pedagogiek?
de wetenschap van het begeleiden van kinderen tot aan de volwassenheid
Hoezo word de mens te vroeg geboren?
baby is relatief hulpeloos. Heeft lange intensieve zorg nodig. Ze worden met relatief kleine herseninhoud geboren.
wat is co-evolutie?
baby wordt geboren met relatief kleine herseninhoud (30%). De opvoeding neemt als omgevingsfactor een deel van functie baarmoeder over. De hersenen vormen zich mede naar het opvoedingsklimaat.
Hoe komt het dat kinderen dingen kunnen aanleren?
een baby kan niet staan en weglopen. dus baby kan onder doelgerichte controle komen. bewust manipuleren. hierdoor kunnen mensen nieuwe patronen aanleren. de baby leert leren.
een kind is een animal educandum?
dier dat opgevoed dient te worden
wat kwam er in 1990?
Het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind. een recht op opvoeding. als gevolg daarvan een plicht tot opvoeding
is er een asymmetrische relatie tussen de opvoedeling en de opvoeder.
ja. dit gaat uiteindelijk over in een symmetrische relatie na ongeveer 20 jaar.
Wat staat er in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind
- kind heeft recht op een vorm van opvoeding en verzorging.
- het kind heeft recht op een levensstandaard die toereikend is voor zijn lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en sociale ontwikkeling. (Het kind moet mogelijkheid hebben tot ontplooiing)
- het kind heeft recht op onderwijs dat het kind voorbereidt op een actief en verantwoordelijk leven in een vrije samenleving met respect voor anderen en de omgeving. (het kind moet leren aanpassen aan de eisen en verwachtingen van samenleving)
wat zijn opvoedingsplichtigen?
de ouders uit het zogenoemde kerngezin waar het kind wordt opgevoed.
wat is opvoeding?
een proces waarin een onvolwassen mens wordt geholpen en begeleid tot aan het punt waarop het kind de regie over het leven verder zelf kan overnemen en dat dan ook doet.
Hoe noem je het als volwassenheid meestal in stukjes opgeëist wordt?
aarzelende of semidefinitieve volwassenheid
wat is een subsysteem?
twee fronten die tegenover elkaar staan (ouder vs kind, leerkracht vs leerling) het ene front voedt het andere op
wat is het uiteindelijke doel van opvoeding?
volwassenheid. onafhankelijkheid ten opzichte van de opvoeders. zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
wat is zelfopvoeding?
het leren gaat door zolang men leeft. iedereen moet zich blijven aanpassen aan de veranderende samenleving.
Wat is het ‘vreemde situatie-experiment’?
experiment waarbij de hechtingpersoon gevraagd wordt even weg te gaan en een paar minuten later terug te komen. (kinderen tussen 11 en 18 maanden)
hoe reageert een veilig gehecht kind en hoe een onveilig gehecht kind? en wat is de conclusie?
veilig gehecht: protesteren, dan exploreren (willen omgeving verkennen) en daarna blij zijn wanneer ouder terugkeert.
onveilig gehecht: afwerend gedrag wanneer ouder terugkeert.
conclusie: kinderen die worden getroost, worden zelfstandiger en huilen minder dan kinderen die niet getroost worden
wat is persoonlijkheidsontwikkeling?
kinderen worden niet alleen begeleid om zich aan te kunne passen aan de samenleving, maar worden ook begeleid in het uitgroeien tot een uniek individu die van anderen te onderscheiden is.
wat moet je doen om kinds motivatie om iets te worden centraal te stellen?
eigen wensen en dromen van opvoeder over zijn of haar kind opzij te zetten.
wat zijn de vijf typen opvoeders?
- conservatieve materialisten
- doeners
- sociale idealisten
- onopvallende conservisten
- gematigde hedonisten
conservatieve materialisten
sturen vooral aan op goede banen en inkomsten voor hun kinderen. de behulpzaamheid is hoog
doeners
willen dat hun kinderen goed presteren, dapper en trots zijn en zich weten te handhaven in de maatschappij. goede manieren en primaire deugden staan centraal
sociale idealisten
sturen aan op het ontwikkelen van sociale eigenschappen. altruïsme en verantwoordelijkheid zijn belangrijk.
onopvallende conservisten
sturen aan op eerlijkheid en bevordering van de gezondheid
gematigde hedonisten
levensvreugde staat centraal, samen met humor, optimisme, tolerantie en oog hebben voor de medemens.
in welke tijd werd het onderwijs massaal klassikaal?
tijdens de industriële revolutie
hoe was het onderwijs in de industriële evolutie?
massaal klassikaal. op basis van efficiëntie werd het onderwijs gegeven in plaats van op basis van een opvoedkundig doel. alle kinderen in grote klassen waren op hetzelfde moment met dezelfde stof bezig
wat kwam er in 1874?
Kinderwet van Van Houten: deze wet verbood dat kinderen tot twaalf jaar werden ingezet in het arbeidsproces op het land en in fabrieken.
wat was het gevolg van de Kinderwet van Van Houten?
gezinnen werden kleiner. kinderen hadden namelijk geen economisch nut meer en kostten alleen maar geld en voedsel.