Les 13 - genetica Flashcards
1
Q
genotype syndroom van Down
A
trisomie 21
2
Q
kind met syndroom van Down kan gediagnosticeerd worden met
A
neonaat: duodenale/oesofagale atresie
peuter: AML
kind: coeliakie
3
Q
genotype syndroom van Edward
A
trisomie 18 (vaak overlijden als jong kind)
4
Q
genotype syndroom van Turner
A
XO (meisje)
5
Q
kenmerken syndroom van Turner
A
klein onderontwikkelde gonaden geen menstruatie aorta vernauwing spider naevi over hele lichaam tepels wijd gespreid
6
Q
genotype syndroom van Klinefelter
A
XXY (jongens)
7
Q
kenmerken Klinefelter
A
groot vrouwelijk gedaald IQ gynaecomastie kleine testes vrouwelijke beharing
8
Q
genotype DiGeorge syndroom
A
deletie op 22q11
9
Q
kenmerken DiGeorge syndroom
A
CATCH22
- cardiale afwijkingen
- abnormaal gelaat
- thymus hypoplasie
- clefts (schizis)
- hypoparathyroidie -> laag Ca
10
Q
genotype Prader-Wili syndroom
A
imprinting van paternaal gen
11
Q
kenmerken Prader-Wili
A
amandelvormige ogen dunne bovenlip obesitas mild strabisme mondhoeken naar beneden gericht