Les 3 - Perinatale GNK Flashcards

1
Q

problemen bij maternale DM

A
macrosomie
polyhydramnios
postantaal:
- hypoglycemie --> jitterness
- resp distress syndroom
- hypertrofe cardiomyopathie
- polycythemie
- hypocalciemie / hypomagnesemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

problemen bij maternale hyperthyroidie

A

foetale tachycardie en goiter

neonaat: prikkelbaar, gewichtsverlies, tachycardie, diarree, jitterness, hyperthyroidie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

problemen bij maternale SLE

A

verlies foetus, IUGR, abortus

neonataal: hartprobl, groeiretardatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

problemen bij maternale rhesus iso immunisatie

A

hydrops fetalis,, foetale anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling rhesus immunisatie bij zws

A

foetale bloedtransfusie

rhesus D immunisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

problemen bij maternale auto-immune TPP

A
intracraniele bloeding
intraventriculaire bloeding
(want geen normale stolling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

behandeling auto-immune TPP

A

IV IgG of BP

transfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken foetaal alcohol syndroom

A

railroad track ears
faciale afwijkingen (dun philtrum)
mentale retardatie
cardiale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oorzaken neonataal abstinentie syndroom

A

moeder heroine, cocaine, opiaten, methadone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken neonataal abstinentie syndroom

A
jitterness
niezen
geeuwen
slecht voeden
braken
diaree
slaapstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

behandelen neonataal abstinentie syndroom

A

onder medisch toezicht laten afkicken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke congenitale infecties screenen?

A
toxoplasmose
others: HIV
rubella
CMV
HSV/VZV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

foetale infectie rubella

A

<8w: doof, congenitaal hart defect, cataract
13 - 16w: doof
> 18w: minimaal risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

foetale CMV infectie

A

90% nl
5% symptomen bij geboorte: hepatosplenomegalie, petechien, doof, CP, epilepsie….)
5% symptomen in latere leven (doof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

foetale toxoplasmose

A

retinopathie
cerebrale calcificaties
hydrocefalus
(90% normaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

foetale VZV

A

<20w: huidlittekens, digitale dysplasie, oogproblemen (2% kans)
5d voor/na geboorte: 25% vesiculaire rash, 30% mortaliteit

17
Q

risicofactor TTN

A

macrosome kinderen na keizersnede

18
Q

behandeling TTN

A

meer O2 geven

19
Q

voeding prematuur <34w

A

IV voeding (kan slikken, zuigen en ademen nog niet coordineren)

20
Q

neonatale screening

A
muco
hypothyroidie
fenylketonurie
gehoorscreening
jaundice
21
Q

oorzaken van postnataal kreunen

A

hypothermie
hypoglycemie
TTN
infectie

22
Q

kenmerken neonatale hypothyroidie

A
hoog TSH
vergrootte tong
vergrote voorste fontanel
geen T4/T3
verlengde icterus
23
Q

behandeling neonatale hypothyroidie

A

schildklierhormoon substitutie

24
Q

kenmerken fenylketonurie

A

heel hoge conc fenylalanine