Les 10: Private afdwinging van mededingingsrecht Flashcards
Wat zijn de 5 verschillen tussen publieke en private afdwinging?
- Publieke: EU en/of nationale autoriteiten beboeten of aanvaarden toezeggingen of treffen schikkingen in het algemeen belang.
-
Private:
- Nationaal dus niet EU
- Een rechter dus geen administratieve overheid
- Geen boetes maar claims = vaak schadeclaims
- Toegekend aan private partijen in het privaat belang: partijbelang en dus niet algemeen belang:
- Ook als concurrent kan je een schadevorderingsactie starten.
- Je kan het ook terugtrekken: gaat niet bij publiek, zelfs als autoriteit dingen doet die je niet wou.
Wat is een follow-on vordering?
- Follow-on vordering: je wacht op besluit publieke afdwingingszaak en eenmaal autoriteit besloten dat er een inbreuk was spring je erop, neem je mee en begin je de private handhavingsactie.
- Veel makkelijker want inbreuk staat vast: inbreuk = fout beschouwd in nationaal aansprakelijkheidsrecht dus een belangrijke component is al bewezen.
Wat is een stand-alone vordering?
- Je mag ook een stand-alone vordering, maar dan moet je aantonen aan de rechter dat er een overtreding was van mededingingsrecht = stuk moeilijker en dus grote meerderheid = follow-up acties.
- Hier moet je gebruik maken van privatisten en economisten: nodig om te bepalen wat de schade is.
- Bv. teveel betaald want kartel -> hoeveel?
Wat is belangrijk om in het achterhoofd te houden publiekrechtelijk?
- Belangrijk: alles wat je doet publiekrechtelijk, daarbij moet je al het privaatrechtelijke in je hoofd hebben.
- → als je publiekrechtelijk bekent via clementie of schikking = eerste slachtoffer bij privaatrechtelijke afdwinging.
- Vordering schadevorderingsacties = serieuze push gegeven aan de vorderingen.
Voorbeeld dat je moet nadenken over privaat bij uw publieke handelingen?
- Bv. als je enkel de boeteberekening aanvecht -> nationale rechter gaat geneigd zijn om de private handhavingsvordering te laten starten omdat je geen verweer voert over feit overtreding zelf.
- Als je veroordeling wil uitstellen, vecht dan ook best de overtreding zelf aan en zeg dan “er was geen restrictieve overeenkomst of praktijk.”
Wat is er typisch aan private afdwinging?
- Als je veroordeling wil uitstellen, vecht dan ook best de overtreding zelf aan en zeg dan “er was geen restrictieve overeenkomst of praktijk.”
- Essentialia van private handhaving?
- Je kan er niet aan ontsnappen: bv. vrederechter komt er ook mee in aanraking!
- Gaat niet altijd over schadevergoeding: UGC vroeg geen schadevergoeding maar een “injunction” = bevel dat de rechter zou geven, bevel tot verkoop aan Kinepolis
- Publiek en privaat recht zijn volledig verweven: institutioneel (BMA speelt hier ook een rol = men vroeg om te schorsen in afwachting beslissing) en ook materieel: deze zaak, nationaal mededingingsrecht wordt opgelost via Treuhand: gaat over EU recht + gaat over publieke handhaving! = ook hier heel erg nauw met elkaar verweven.
- Wisselwerking privaat en publiek: EU recht in gebieden waar ze geen bevoegdheid heeft = spill-over: zie VEBIC. Rechter doet dit spontaan.
Vind je veel zaken over private afdwinging?
- Je vindt heel weinig zaken, weinig gepubliceerd over private afdwinging:
- Veel gesettled, veel arbitrage
Had UGC kunnen winnen met een andere strategie?
- Hun strategie was: de koopovereenkomst attaqueren = restrictieve overeenkomst en dus absoluut nietig.
- Strategie niet gewerkt.
- Artikel 102?
- Artikel 102 VWEU: nationaal is Kinepolis de machtige speler = genoeg om te zeggen dat die machtspositie heeft.
- Misschien omdat ze dan nooit de nietigheid van de koopovereenkomst kunnen zijn bekomen. In de nationale rechtspraak lijkt men perfect bereid om ook nietigheid van overeenkomsten die een schending van art. 102 inhouden, ook nietig te verklaren = zou ook een goed idee zijn geweest.
- Misbruik van economische afhankelijkheid?
- Maar: het mag niet aan het eigen gedrag te wijten zijn dat ze in een afhankelijke positie zijn terechtgekomen omdat de onderhandelingen zijn stuk gelopen.
- Ook moeilijk om aan te tonen dat er een positie van slaafse onderworpenheid.
- Wat moeilijkste is: aantonen dat dit gedrag een impact heeft op de marktstructuur → in België gaan we de economische afhankelijkheid onder mededingingsrecht: aantonen dat het niet enkel relevant is voor 1 Brusselse cinema, maar dat heeft effect op de marktstructuur = gaat niet simpel zijn.
Wat waren de gegevens bij case UGC/Kinepolis?
- Bioscoop-industrie:
- Brussel UGC: 50%; Kinepolis: 40%
- België: YGC: 11%; Kinepolis: 42%
- 2014: eigenaar van pand verkoopt bioscoop, onderhandelingen mislukken met UGC en Kinepolis koopt.
- 2015: UGC vraagt verlenging aan van handelshuur en aanpassing van bepaalde clausules die niet in overeenstemming met het mededingingsrecht zijn. UGC krijgt: geen aanpassing behalve dat de huur wordt verdrievoudigd.
- UGC legt een klacht neer bij BMA -> start formeel onderzoek.
- Vordering bij de Brusselse Vrederechter, over de nieuwe voorwaarden van de handelshuur (lopend)
- Ingebrekestelling van koper Kinepolis = verkoop het pand?
- Vordering voor RbKh: om de koopovereenkomst nietig te laten verklaren.
Wat waren de argumenten van UGC?
- Prijs betaald door Kinepolis is excessief
- Koopovereenkomst = restrictieve overeenkomst onder nationaal mededingingsrecht à van rechtswege nietig
- ‘rechter, beveel aub toegang tot delen van het NMA dossier’
- In ondergeschikte orde: verbod om te huurprijs te verhogen + bevel tot aanpassing van geviseerde clausules in handelshuurovereenkomst zolang de BMA nog niet heeft geoordeeld over de voorwaarde
•verdediging door koper Kinepolis?
- Koopovereenkomst is niet restrictief
- Het belemmert niet de mededinging tussen de partijen bij de overeenkomst
- Het beperkt niet de autonomie van deze partijen
- Het leidt niet tot het aannemen van een gezamenlijke positie op de markt
•vonnis in eerste aanleg in januari 2017 in case UGC en Kinepolis?
- Markt = markt voor uitbaters van bioscopen
- Geen indicatie van het aannemen van een gezamenlijke positie door verkoper en koper Kinepolis
- ‘opmerkelijk dat de verkoper UGC niet heeft gevraagd het aanbod van Kinepolis te evenaren maar dat is op zich geen indicatie’
- Bespreking van HvJ Treuhand uitspraak over de rol van derde partijen: een facilitator van een kartel tussen anderen, kan ook beboet worden.” De facilitator van een kartel tussen anderen is meestal tot quasi altijd actief op een andere markt dan die van het kartel. Maar hier niet het immokantoor:
- “Maar handelsrechtbank zegt: “dit is heel uitzonderlijk, je moet echt facilitator zijn en bewust proberen het kartel te bevorderen en dat is hier absoluut niet gebeurd, niet de positie van het immo-vennootschap dus geen schending van 101 VWEU”.
Wat is de richtlijn schadevorderingen?
- Richtlijn = compromis tussen niveaus: nationaal en EU. Men laat heel veel ruimte aan het nationale niveau, het mag kiezen hoe het mag omzetten, wat leidt tot fragmentatie van de interne markt. Op dat vlak zou een verordening beter zijn.
- Maar, een richtlijn is ook altijd een compromis tussen belangen. Deze richtlijn in het bijzonder is een compromis tussen belangen:
- Slachtoffers helpen
- Ondernemingen beschermen die met een schadevorderingsactie geconfronteerd worden: geen overcompensatie
Wat zijn de beginselen van de richtlijn schadevorderingen?
- Bevorderen van vergoeding van slachtoffers van inbreuk op art. 101-102
- Geen overcompensatie
- “Complementair met publieke handhaving” = bescherming van clementie: een systeem maken dat de publieke afdwinging niet doodt zoals private afdwinging normaal doet, maar in tegendeel versterkt = geniaal.
- Van toepassing op collectieve vordering, maar organiseert die niet. Nadien is er een aanbeveling gekomen om lidstaten tot zulke collectieve schadevorderingsacties aan te sporen.
Hoe wil de richtlijn de vergoeding bevorderen?
- Bevorderen van vergoeding: als slachtoffer: volledige compensatie: zowel nationaal als Europees!
- Iemand die nationaal recht schendt maar nationaal recht wordt gedefinieerd als recht dat wordt toegepast samen met EU-recht, dan gaat die richtlijn spelen. Schendingen van EU-recht of schendingen van nationaal recht die samen met EU-recht toepassing vinden.