Lara Maestripieri, (2019) Fragmented fields: Professionalisms and work settings in Italian management consultancy Flashcards

1
Q

Wat is de centrale onderzoeksvraag van het artikel?

A

Hoe beïnvloeden werksettings en arbeidsrelaties de discoursen van professionalisme binnen het veld van managementconsultancy in Italië?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wordt managementconsultancy vaak als minder professioneel gezien dan traditionele beroepen zoals geneeskunde of recht?

A

Omdat het ontbreekt aan gecentraliseerde regulering, sterke beroepsverenigingen en gedeelde normen binnen het vakgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe definieert Maestripieri professionalisme in dit artikel?

A

Als een discursief proces dat normen, waarden en wereldbeelden omvat, waarbij professionalisme varieert afhankelijk van de context waarin het wordt uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom benadrukt de auteur dat professionalisme contextafhankelijk is?

A

Omdat het wordt gevormd door interacties binnen specifieke werksettings, in plaats van door uniforme externe regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is collegiaal professionalisme, en hoe verschilt dit van hybride professionalisme?

A

Collegiaal professionalisme is gebaseerd op regulering door beroepsverenigingen met gedeelde normen. Hybride professionalisme combineert professionele normen met commerciële en organisatorische logica’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt bedoeld met discursieve socialisatie in de context van professionalisme?

A

Professionaliteit wordt gevormd door dagelijkse interacties en gedeelde praktijken binnen werksettings, niet door externe regulering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe beïnvloeden werksettings zoals grote firma’s en zelfstandigheid de normen van professionaliteit?

A

Grote firma’s bevorderen corporate professionalisme, terwijl zelfstandigen commerciële discoursen omarmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke methode heeft de auteur gebruikt om het onderzoek uit te voeren?

A

Semi-gestructureerde interviews met 55 Italiaanse managementconsultants, geanalyseerd via een biografische en narratieve benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is Italië gekozen als casestudy voor dit onderzoek?

A

Vanwege de unieke structuur van de consultancysector, met veel kleine bedrijven en een klein aantal dominante grote firma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten werksettings zijn onderzocht in het artikel?

A

Grote professionele dienstverleningsfirma’s (PSFs), kleine professionele partnerships (PPs) en zelfstandige consultants.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vier clusters van consultants identificeert Maestripieri, en wat zijn hun belangrijkste kenmerken?

A

Yuppies: Jong, ambitieus, werken in grote firma’s.
Onwillige Consultants: Oudere consultants, noodgedwongen in consultancy.
Zelfstandigen: Gericht op autonomie en marktsucces.
Professionele Consultants: Toegewijd aan hoogwaardige consultancy en innovatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom zien ‘Onwillige Consultants’ consultancy vaak als een noodoplossing?

A

Omdat ze consultancy zijn gaan doen na het verlies van eerdere managementposities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe definiëren ‘Yuppies’ professionaliteit en wat zijn hun carrièredoelen?

A

Conformiteit aan organisatorische normen zoals productiviteit en loyaliteit; hun doel is doorgroeien naar managementfuncties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zien zelfstandige consultants professionaliteit, en hoe verschilt dit van corporate normen?

A

Zelfstandigen richten zich op klanttevredenheid en marktsucces, terwijl corporate normen meer hiërarchisch en organisatorisch zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat maakt ‘Professionele Consultants’ anders dan de andere clusters?

A

Hun toewijding aan expertise, innovatie en samenwerking, ongeacht hun werksetting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent de fragmentatie van professionalisme binnen managementconsultancy?

A

Dat er meerdere vormen van professionalisme bestaan, afhankelijk van werksettings en arbeidsrelaties.

17
Q

Hoe beïnvloeden werksettings zoals grote PSFs en kleine zelfstandige bedrijven de professionaliteit?

A

Grote PSFs bevorderen corporate normen, terwijl kleine bedrijven en zelfstandigen zich richten op marktsucces en flexibiliteit.

18
Q

Wat wordt bedoeld met hybride en gecommercialiseerde vormen van professionaliteit?

A

Hybride combineert professionele en commerciële logica’s; gecommercialiseerde professionaliteit richt zich op marktsucces.

19
Q

Welke rol spelen netwerken en socialisatie in het vormen van professionaliteit?

A

Professionaliteit wordt gevormd door interacties en gedeelde normen binnen organisaties en netwerken.

19
Q

Waarom is het traditionele collegiale model van professionalisering niet geschikt voor managementconsultancy?

A

Omdat het vakgebied te divers en contextafhankelijk is voor uniforme regulering.

20
Q

Hoe gebruiken sommige clusters professionaliteit als een strategisch hulpmiddel?

A

Yuppies gebruiken het om carrière te maken; zelfstandigen gebruiken het om klanten aan te trekken en succesvol te zijn.

21
Q

Waarom is het belangrijk om de diversiteit van werksettings te erkennen bij het begrijpen van professionalisme?

A

Omdat de werksetting bepaalt welke normen en waarden domineren.

21
Q

Wat laat het onderzoek zien over de relatie tussen werksettings en professionaliteit?

A

Dat werksettings de dominante discoursen van professionaliteit vormgeven en fragmentatie veroorzaken.

22
Q

Hoe draagt Maestripieri bij aan de literatuur over professionalisme?

A

Door professionaliteit te herconceptualiseren als een dynamisch en contextafhankelijk fenomeen.

23
Q

Waarom benadrukt het artikel flexibiliteit in regulering voor managementconsultancy?

A

Omdat uniforme standaarden niet geschikt zijn voor de diversiteit in werksettings.

23
Q

Wat betekent de erkenning van hybride modellen voor het begrip van beroepsstatus en professionalisme?

A

Dat nieuwe vormen van professionaliteit gelijkwaardig erkend moeten worden naast traditionele modellen.

24
Q

Hoe biedt dit artikel een kader voor het begrijpen van professionalisme in moderne consultancy?

A

Door professionaliteit te definiëren als meervoudig en afhankelijk van context, met ruimte voor diversiteit en hybride modellen.