College 4 Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van traditionele professies zoals accountancy, medicijnen en rechten?

A

Traditionele professies worden gekenmerkt door:

Licence to practice: Een wettelijke toestemming om de professie uit te oefenen.

Legal sanction: Wettelijke sancties bij het niet naleven van de regels.

Core of codified knowledge: Een kern van vastgelegde kennis en standaarden.

Exams: Examens om de kennis en vaardigheden te toetsen.

Professional bodies: Beroepsorganisaties die de standaarden bewaken.

Code of ethics: Een ethische code die de professionele normen en waarden vastlegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is consultancy, in tegenstelling tot deze traditionele professies, minder geïnstitutionaliseerd?

A

Consultancy is minder geïnstitutionaliseerd dan traditionele professies omdat:

Er weinig institutionalisering van de beroepsgroep is.

De “Top 10 consultancy firms”, die ongeveer 20% van alle management consultants in dienst hebben, vaak tegen standaardisering zijn.

De MBA-opleiding de belangrijkste kwalificatie voor toegang tot de sector is geworden, wat niet noodzakelijkerwijs een garantie is voor professionele standaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke nadelen kleven er aan deze beperkte institutionalisering van consultancy?

A

Gebrek aan duidelijke ethische richtlijnen en standaarden.

Variërende kwaliteit van dienstverlening.

Moeilijkheden bij het aanspellen van consultants voor fouten of wanpraktijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf het functionalistisch perspectief op consultancy.

A

Functionalistisch perspectief:

Ziet de klant als een koper die een dienst of product afneemt.

Gaat uit van een rationeel paradigma waarin de consultant superieure expertkennis heeft.

De consultant wordt gezien als een objectieve expert die handelt in het belang van de klant.

De klant bepaalt de opdracht en de consultant moet vertrouwen verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf het kritisch perspectief op consultancy

A

Ziet de klant als een slachtoffer dat gemanipuleerd kan worden.

Gebruikt een politiek/constructivistisch paradigma waarin de consultant retoriek en impression management gebruikt.

De consultant wordt gezien als een subjectieve praatjesmaker die eigen belangen kan nastreven.

De consultant bepaalt de agenda en de klant is weerloos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen deze twee perspectieven?

A

Het functionalistisch perspectief ziet consultancy als een neutrale, op kennis gebaseerde dienstverlening waar de klant de controle heeft. Het kritisch perspectief daarentegen beschouwt consultancy als een machtsstrijd waarin de consultant de klant kan manipuleren voor eigen gewin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef voorbeelden van hoe het functionalistisch en kritisch perspectief zich maniferen in de praktijk.

A


Functionalistisch: Een bedrijf huurt een consultant in om een efficiënter productieproces te ontwikkelen. De consultant analyseert de huidige situatie, doet aanbevelingen en implementeert deze met instemming van het bedrijf.

Kritisch: Een consultant overtuigt een bedrijf om een dure reorganisatie door te voeren, ondanks twijfels binnen het bedrijf. De consultant profiteert financieel van de reorganisatie, terwijl de voordelen voor het bedrijf onduidelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit wat ‘impression management’ is en hoe dit relevant is voor consultants.

A

Impression management is het bewust of onbewust beïnvloeden van de waarneming die anderen van je hebben. Consultants gebruiken dit om hun professionaliteit, expertise en betrouwbaarheid te benadrukken, en zo vertrouwen te winnen bij clienten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf de individuele tactieken van impression management volgens Jones & Pittman (1982). Geef van elke tactiek een voorbeeld.

A

De vijf tactieken van impression management volgens Jones & Pittman zijn:

Ingratiation: Aardig en vriendelijk overkomen om geliefd te worden. Voorbeeld: Een consultant complimenteert de client met zijn/haar kantoor.

Intimidation: Gevaarlijk overkomen om angst en respect af te dwingen. Voorbeeld: Een consultant dreigt met negatieve consequenties als de client zijn/haar advies niet opvolgt.

Self-promotion: Competenties en successen benadrukken om competent over te komen. Voorbeeld: Een consultant vertelt de client over succesvolle projecten die hij/zij in het verleden heeft afgerond.

Exemplification: Zich moreel superieur voordoen. Voorbeeld: Een consultant werkt tot laat door om te laten zien hoe toegewijd hij/zij is.

Supplification: Zich hulpeloos voordoen om hulp te krijgen. Voorbeeld: Een consultant doet alsof hij/zij minder weet dan hij/zij in werkelijkheid weet, om de client aan te moedigen informatie te delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de doelen van impression management volgens Leary en Kowalski (1990)?

A

De doelen van impression management volgens Leary en Kowalski zijn:

Social and material outcomes: Het verkrijgen van voordelen zoals goedkeuring, vriendschap, hulp, macht, salarisverhoging en betere arbeidsomstandigheden.

Self-esteem maintenance: Het beschermen en verhogen van het gevoel van eigenwaarde.

Development of identity: Het ontwikkelen en bevestigen van de eigen identiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan impression management leiden tot angst voor gezichtsverlies (‘losing face’) en het imposter syndrome?

A

De nadruk op positiviteit en succes in de consultancywereld kan leiden tot angst voor gezichtsverlies als een consultant fouten maakt. Dit kan het imposter syndrome versterken, waarbij de consultant zich incompetent voelt en bang is om ontmaskerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is error sharing belangrijk in een organisatie en welke rol speelt impression management hierbij?

A

Error sharing is belangrijk omdat het leren en verbeteren van processen mogelijk maakt. Echter, de cultuur van impression management in consultancy kan error sharing belemmeren, omdat consultants bang zijn om hun imago te beschadigen door fouten toe te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de twee versies van positiviteit en hoe deze, in combinatie met een ‘fixed’ of ‘growth’ mindset, de error sharing cultuur binnen een organisatie beinvloeden.

A

Trait-based positivity: Gebaseerd op het idee dat positieve eigenschappen aangeboren en vaststaand zijn. In combinatie met een fixed mindset (het geloof dat talenten en vaardigheden onveranderlijk zijn) leidt dit tot een cultuur waarin fouten worden gezien als falen en error sharing wordt ontmoedigd.

Experience-based positivity: Erkent dat positieve ervaringen voortkomen uit leren en ontwikkelen, inclusief het maken van fouten. In combinatie met een growth mindset (het geloof dat talenten en vaardigheden kunnen worden ontwikkeld) stimuleert dit een cultuur van openheid en error sharing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke emoties kunnen ontstaan bij het maken van fouten en hoe beïnvloeden deze de beslissing om fouten te delen?

A

Schaamte en angst komen vaak voor in een cultuur van trait-based positivity en fixed mindset. Deze emoties leiden tot het willen verbergen van fouten.

Schuld is meer prominent in een cultuur van experience-based positivity en growth mindset. Schuldgevoelens motiveren om fouten te herstellen en ervan te leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is ‘learning-credibility tension’ en hoe uit zich dit bij consultants?

A

Learning-credibility tension is de spanning tussen de noodzaak om te leren en de verwachting om geloofwaardig over te komen als expert. Consultants moeten constant nieuwe kennis en vaardigheden opdoen, terwijl ze tegelijkertijd hun expertise moeten tonen aan clienten.

Dit uit zich bij consultants in:

Competency threats: Angst om incompetent over te komen.

Acceptance threats: Angst om niet geaccepteerd te worden door de client.

Productivity threats: Angst om niet productief genoeg te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf de drie individuele tactieken (crafting relevance, resonance, en substance) die consultants gebruiken om met deze spanning om te gaan. Geef van elke tactiek een voorbeeld.

A

e drie tactieken die consultants gebruiken om met learning-credibility tension om te gaan zijn:

Crafting relevance: Relevantie creëren door eerdere ervaringen en kennis te benadrukken, zelfs als die niet direct relevant zijn. Voorbeeld: Een consultant benadrukt eerdere ervaring met een soortgelijk project, ook al was dat in een andere sector.

Crafting resonance: Verbondenheid creëren met de client door diens taalgebruik en perspectief over te nemen. Voorbeeld: Een consultant gebruikt de favoriete uitdrukkingen van de client en bevestigt diens mening over interne kwesties.

Crafting substance: Substantie creëren door tastbare bewijzen van expertise te leveren, zoals presentaties en rapporten. Voorbeeld: Een consultant maakt een uitgebreide PowerPoint presentatie, zelfs als de inhoud niet volledig relevant is voor de opdracht.

15
Q

Welke positieve effecten kunnen deze tactieken hebben op de relatie tussen consultant en client?

A

Deze tactieken kunnen:

Vertrouwen opbouwen tussen consultant en client.

De angst voor gezichtsverlies verminderen bij de consultant.

De informatie-uitwisseling tussen consultant en client bevorderen.

16
Q

Hoe dragen de Goffmaniaanse inzichten bij aan het begrip van de dynamiek tussen consultants en clienten?

A

De Goffmaniaanse inzichten, met name het concept van “face-work”, laten zien hoe consultants en clienten voortdurend bezig zijn met het beschermen van hun imago tijdens sociale interacties. Deze interacties zijn een “communicatieve dans” waarin beide partijen informatie uitwisselen en tegelijkertijd hun geloofwaardigheid trachten te behouden.

17
Q

Vergelijk de tactieken die consultants gebruiken om met ‘learning-credibility tension’ om te gaan met de tactieken van impression management (Jones & Pittman, 1982). Welke overeenkomsten en verschillen zie je?

A

De tactieken om met learning-credibility tension om te gaan lijken op de tactieken van impression management, omdat ze beide gericht zijn op het beïnvloeden van de perceptie van anderen. Echter, de tactieken voor learning-credibility tension zijn specifieker gericht op het balanceren van leren en geloofwaardigheid in een professionele context.

18
Q

Welke elementen spelen een rol bij het creëren van vertrouwen in de relatie tussen consultant en client?

A

De elementen die een rol spelen bij het creëren van vertrouwen zijn:

Ability: Competentie, vaardigheden en invloed van de consultant.

Benevolence: Zorgzaamheid en welwillendheid van de consultant ten opzichte van de client.

Integrity: Eerlijkheid en het naleven van principes door de consultant.

Emotion: Emotionele connectie en positieve gevoelens tussen consultant en client.

19
Q

Leg uit waarom emotie een belangrijk element is in het opbouwen van vertrouwen.

A

Emotie is belangrijk omdat het de “leap of faith” vergemakkelijkt. Een emotionele connectie verkleint de ervaren onzekerheid en kwetsbaarheid bij de client, waardoor die sneller geneigd is de consultant te vertrouwen.

20
Q

Welke belangenconflicten kunnen ontstaan in de consultancy praktijk?

A

Belangenconflicten kunnen ontstaan tussen:

Client en consultant: Bijvoorbeeld wanneer de consultant een oplossing adviseert die financieel voordelig is voor de consultant, maar niet in het beste belang van de client.

Consultancy en maatschappij: Bijvoorbeeld wanneer een consultant een strategie ontwikkelt die winstgevend is voor de client, maar schadelijk is voor het milieu of de samenleving.

21
Q

Geef concrete voorbeelden van deze belangenconflicten.

A

Enron: Consultancy firms zoals McKinsey en Accenture adviseerden Enron bij frauduleuze boekhoudpraktijken die uiteindelijk tot de ondergang van het bedrijf leidden.

AT&T: McKinsey adviseerde AT&T dat mobiele telefoons een nichemarkt waren, wat een verkeerde inschatting bleek te zijn die AT&T veel marktaandeel kostte.

22
Q

Hoe kunnen deze belangenconflicten de ethiek van consultancy beïnvloeden?

A

Belangenconflicten kunnen leiden tot:

Verminderd vertrouwen in de consultancybranche.

Onethisch gedrag door consultants.

Schade aan clienten en de samenleving.

23
Q

Geef een samenvatting van de belangrijkste kritische perspectieven op consultancy.

A

Kritische perspectieven op consultancy belichten de machtsdynamiek tussen consultant en client, de rol van impression management en de ethische dilemma’s die kunnen ontstaan. Consultants worden niet altijd gezien als neutrale experts, maar kunnen eigen belangen nastreven en clienten manipuleren. De beperkte institutionalisering van de beroepsgroep draagt bij aan deze problematiek.

24
Q

Wat zijn de ethische dilemma’s waar consultants mee geconfronteerd worden in hun werk?

A

Ethische dilemma’s voor consultants zijn onder andere:

Belangenconflicten tussen client, consultant en maatschappij.

Verleiding tot impression management en het verbergen van fouten.

Druk om snelle oplossingen te leveren, ten koste van de lange termijn.

25
Q

Hoe kunnen consultants deze dilemma’s op een verantwoorde manier aanpakken?

A

Consultants kunnen deze dilemma’s aanpakken door:

Transparant te zijn over hun werkwijze en belangen.

Een ethische code te hanteren die integriteit en verantwoordelijkheid benadrukt.

Open te staan voor feedback en kritiek, en te leren van fouten.

Samen te werken met clienten op basis van vertrouwen en respect.