L9 Flashcards
Handhaving
Artikel 8j Opiumwet bepaalt: ”Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.”
Dit is een vorm van:
1. Indirecte bevoegdheidsaanwijzing van ambtenaren
2. Directe bevoegdheidsaanwijzing van ambtenaren
3. Attributie
4. Mandaat
- Directe bevoegdheidsaanwijzing van ambtenaren
Art. 24 lid 3 Arbeidsomstandighedenwet bepaalt “De toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner”.
Hoe verhoudt dit artikel zich tot art. 5:15 Awb?
1. Dit is een beperking op de reguliere bevoegdheden van een toezichthouder.
2. Dit is een verruiming van de reguliere bevoegdheden van een toezichthouder.
3. De Awb is niet van toepassing in het geval dat de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing is.
4. Art. 24 lid 3 Arbeidsomstandighedenwet is een directe bevoegdheidsaanwijzing, terwijl art. 5:15 Awb een indirecte bevoegdheidsaanwijzing is.
- Dit is een verruiming van de reguliere bevoegdheden van een toezichthouder.
Welke van deze gevallen van last onder bestuursdwang is anders dan de andere hieronder genoemde gevallen?
1. Artikel 28 Arbeidsomstandighedenwet
2. Artikel 125 lid 1 Gemw
3. Artikel 32 Warenwet
4. Geen uitzondering. Alle drie gevallen zijn vergelijkbaar.
- Artikel 125 lid 1 Gemw
==> Dit is een voorbeeld van last onder bestuursdwang op basis van organieke wet. De andere opties zijn voorbeelden van last onder bestuursdwang op basis van bijzondere bestuurswetten.
Welke wettelijke bepaling is de uitzondering?
1. Artikel 8j Opiumwet mbt de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd
2. Artikel 32 Warenwet mbt bevoegdheden van de minsiter van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
3. Artikel 28 van de Arbeidsomstandighedenwet mbt het stilleggen van werk
4. Art. 5:32 lid 1 Awb mbt last onder dwangsom
- Art. 5:32 lid 1 Awb mbt last onder dwangsom
==>
Art. 5:32 lid 1 Awb geeft een bevoegdheid aan een bestuursorgaan. Dit is ongebruikelijk want normaliter krijgt een bestuursorgaan zijn bevoegdheden in bijzondere wetten.
Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
Een chemisch bedrijf veroorzaakt ernstige milieuproblemen en overtreedt daarmee de voorschriften van de vergunning. Hiermee brengt het de gezondheid van de omwonenden in gevaar. Welke optie kan het bestuursorgaan inzetten?
1. Last onder dwangsom (art. 5:32 Awb)
2. Last onder bestuursdwang (art. 5:21 Awb)
3. (Spoed)bestuursdwang (art. 5:31 Awb)
4. Geen van deze opties
- (Spoed)bestuursdwang (art. 5:31 Awb)
==>Een chemisch bedrijf veroorzaakt ernstige milieuproblemen en overtreedt daarmee de voorschriften van de vergunning. Hiermee brengt het de gezondheid van de omwonenden in gevaar, dan is een dwangsom niet het juiste handhavingsmiddel. In dit geval wordt het belang dat het overtreden voorschrift beoogt te beschermen zich verzet tegen het opleggen van een last onder dwangsom. Direct optreden door middel van (spoed)bestuursdwang (art. 5:31 Awb) kan dan geboden zijn.
Een bedrijf veroorzaakt ernstige milieuproblemen en overtreedt daarmee de voorschriften van de omgevingsvergunning. Hiermee brengt het de gezondheid van de omwonenden in gevaar.
Mag het bestuursorgaan een last onder dwangsom opleggen?
1. Ja, indien deze bevoegdheid is gegeven in de relevante bijzondere wet.
2. Ja, indien de bevoegdheid voor het opleggen van een last onder bestuursdwang is gegeven in de relevante bijzondere wet.
3. Nee, want het belang dat het overtreden voorschrift beoogt te beschermen zich verzet tegen het opleggen van een last onder dwangsom.
4. Nee, want in deze situatie moet strafrechtelijk worden gehandhaafd, en niet bestuursrechtelijk.
- Nee, want het belang dat het overtreden voorschrift beoogt te beschermen zich verzet tegen het opleggen van een last onder dwangsom.
Een dader pleegt een strafbaar feit door bepaalde verdovende middelen/producten binnen het grondgebied van Nederland te brengen, alsmede een strafbaar feit door diezelfde verdovende middelen aanwezig te hebben (op het moment en de plaats van binnenbrengen). Kan voor elke handeling apart een sanctie worden opgelegd?
1. Ja
2. Nee
- Nee
Dit is een duidelijk strafrechtelijk voorbeeld van een eendaadse samenloop; beide handelingen gaan immers noodzakelijkerwijs samen.
Bij eendaadse samenloop kan slechts één sanctie worden opgelegd.
De bevoegdheid voor het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie…: (kies de juiste optie)
1. Is geregeld in de Awb.
2. Is alleen mogelijk op basis van een bijzondere bestuursrechtelijke wet waarin een expliciete bevoegdheid is neergelegd voor het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie door een bepaald bestuursorgaan.
- Is alleen mogelijk op basis van een bijzondere bestuursrechtelijke wet waarin een expliciete bevoegdheid is neergelegd voor het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie door een bepaald bestuursorgaan.
==> Op grond van art. 5:4 Awb
Welke stelling mbt toezicht is onjuist?
1. De in Art. 5:20 Awb neergelegde medewerkingsplicht geldt ook wanneer een toezichtambtenaar tevens opsporingsonderzoek doet, in het kader van zijn bevoegdheid als opsporingsambtenaar.
2. Art. 24 lid 3 Arbeidsomstandighedenwet (“De toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner”) is een voorbeeld van de verruiming van bevoegdheden van de toezichthouder.
3. In art. 5:20 lid 1 Awb wordt van een burger een inspanningsplicht vereist.
4. Als de toezichthouder op grond van de medewerkingsplicht informatie verkrijgt omtrent strafrechtelijk handelen, zal deze informatie in de strafprocedure onder omstandigheden worden aangemerkt als onrechtmatig verkregen bewijs (in strijd met art. 29 Sv).
- De in Art. 5:20 Awb neergelegde medewerkingsplicht geldt ook wanneer een toezichtambtenaar tevens opsporingsonderzoek doet, in het kader van zijn bevoegdheid als opsporingsambtenaar.
==> Nee; de twee bevoegdheden (toezicht volgens Awb; opsporing volgens strafrecht) moeten gescheiden blijven.
==> Mbt 2: verruiming=extra bevoegdheden: woning betrekken zonder toestemming van bewoner.
Welke stelling over toezicht en handhaving is onjuist?
1. Volgens artikel 1 lid 2 WED, geldt een overtreding op artikel 5:20, eerste lid Awb (Verplichting tot medewerking) als economisch delict.
2. Een economisch delict is de overtreding van het verbod van een winkel op zondag open te hebben. Er kan strafrechtelijk worden opgetreden tegen een bedrijf dat zonder vrijstelling of ontheffing als bedoeld in art. 3 Winkeltijdenwet op zondag een winkel geopend heeft.
3. Ten aanzien van dezelfde overtreding kunnen er tegelijkertijd een herstelsanctie en een bestraffende worden opgelegd.
4. Naast de bestuurlijke sanctie en de strafrechtelijke sanctie, kan de overheid in beginsel ook privaatrechtelijk handhaven door middel van een onrechtmatigedaadsactie.
- Naast de bestuurlijke sanctie en de strafrechtelijke sanctie, kan de overheid in beginsel ook privaatrechtelijk handhaven door middel van een onrechtmatigedaadsactie.
==> Deze wijze is echter wel zeer beperkt omdat de meeste bestuursorganen tegenwoordig beschikken over de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen (zie art. 5:32 e.v. Awb), waarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt als via onrechtmatigheidsactie.
De overtreding van het verbod van een winkel op zondag open te hebben is een economisch delict. Kan er strafrechtelijk worden opgetreden tegen een bedrijf dat zonder vrijstelling of ontheffing als bedoeld in art. 3 Winkeltijdenwet op zondag een winkel geopend heeft, en tegelijk de burgemeester en wethouders het bedrijf een last onder dwangsom opleggen om de zaak niet meer op zondag te openen?
1. Ja, beide opties tegelijk zijn mogelijk
2. Nee, er moet worden gekozen voor 1 van de 2 sancties
3. Beide opties kunnen wel, maar niet tegelijk.
- Ja, beide opties tegelijk zijn mogelijk
==> Een herstelactie en straffende sanctie kunnen wel tegelijk.
Wat kan een burger doen die schade lijdt, door zijn buurman?
1. Hij kan bij het bevoegde bestuursorgaan een verzoek indienen tot het opleggen van een last onder bestuursdwang.
2. Hij kan via aangifte bij de politie het OM om strafvervolging vragen.
3. Hij kan rechtstreeks via een onrechtmatigedaadsactie zijn buurman civielrechtelijk aanpakken.
4. De burger kan al deze opties volgen.
- De burger kan al deze opties volgen.
==> Dt kan een burger doen die hinder ondervindt of schade lijdt.
Welke stelling is onjuist?
1. Een herstelsanctie gaat altijd om het ongedaan maken of beëindigen van een overtreding.
2. Een herstelsanctie kan ook gaan om het voorkomen van herhaling van een overtreding.
3. Een herstelsanctie kan ook gaan om het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
4. De last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom worden aangemerkt als typische herstelsancties
- Een herstelsanctie gaat altijd om het ongedaan maken of beëindigen van een overtreding.
==> Niet “altijd”. Het gaat om een van de drie zaken in antwoorden 2 en 3.
Wanneer je de schutting niet tijdig verwijdert van de openbare grond dan verwijdert de gemeente deze zelf. De kosten voor het verwijderen van de schutting worden doorberekend aan jou.
Dit is een voorbeeld van:
1. Last onder dwangsom
2. Last onder bestuursdwang
3. Administratieve handhaving
4. Bestuurlijke sanctie
- Last onder bestuursdwang
Emigro, een groot en detailhandel in levensmiddelen en huishoudelijke artikelen, verkoopt in strijd met het bestemmingsplan producten aan particulieren.
Het bestemmingsplan staat verkoop aan particulieren toe zo lang dit een ‘ondergeschikte’ activiteit is. In het beleid is neergelegd dat maximaal 10% van de gehele omzet afkomstig mag zijn van verkoop aan particulieren.
De omzet van Emigro is voor een groter deel dan 10% gebaseerd op de verkoop aan particulieren.
Daarom wordt door het college van B&W aan Emigro een last onder dwangsom opgelegd. De last houdt in dat de verkoop aan particulieren geheel gestaakt moet worden.
Welke stelling is juist?
1. Dit is een voorbeeld van een legitieme last onder dwangsom.
2. Hier is sprake van een bestraffende sanctie.
3. Volgens de Hoge Raad is deze last onder dwangsom in strijd met de algemene beginselen van billijkheid redelijkheid
4. Volgens de ABRvS is deze last onder dwangsom in strijd met het recht.
- Volgens de ABRvS is deze last onder dwangsom in strijd met het recht.
==> Het gaat om het arrest Emigro (ABRvS, 22 augustus 2012).
Wegens de eis dat de verkoop aan particulieren geheel wordt gestaakt strekt de last verder dan nodig is om de overtreding te beëindigen. Want er mag immers 10% van de omzet afkomstig zijn van de verkoop aan particulieren.
Rechtsregel: Een herstelsanctie mag niet verder strekken dan nodig is voor herstel van een onrechtmatige in een rechtmatige toestand.
Welke stelling is onjuist, mbt bestraffende sanctie?
1. Een bestuurlijke boete wordt opgelegd door een bestuursorgaan zonder tussenkomst van een rechter, en geldt daarom niet als “criminal charge” in de zin van het EVRM.
2. Op grond van art. 6 lid 1 EVRM moet er bij bestraffende bestuurlijke sancties sprake zijn van een recht op toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter die beschikt over een volledige toetsingsbevoegdheid.
3. De volledige toetsing houdt in dat de bestuursrechter bestraffende bestuursrechtelijke sancties indringender moet toetsen aan het in art. 3:4 lid 2 Awb neergelegde evenredigheidsbeginsel.
4. Alle antwoorden zijn juist.
- Een bestuurlijke boete wordt opgelegd door een bestuursorgaan zonder tussenkomst van een rechter, en geldt daarom niet als “criminal charge” in de zin van het EVRM.
==> Wel criminal charge
Bij bestraffende bestuurlijke sancties zal de rechter de sanctie toetsen aan …
1. alle abbb.
2. het evenredigheidsbeginsel
3. het gelijkheidsbeginsel
4. het legaliteitsbeginsel
- het evenredigheidsbeginsel
==> Omdat het een criminal charge is volgens het EHRM.
Waarborgen die voortvloeien uit art. 6 EVRM bevatten… (kies het onjuiste antwoord), en die bij het opleggen van bestraffende bestuurlijke sancties moeten worden gerespecteerd:
1. Recht op een eerlijk proces
2. Recht op bezwaar en beroep
3. Onschuldpresumptie
4. Zwijgrecht
- Recht op bezwaar en beroep
==> mbt 4:
Het EU-Hof benadrukt dat uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over artikel 6 EVRM volgt dat het zwijgrecht de kern van die bepaling vormt
In het arrest …. stelde …. criteria vast om te bepalen of er sprake is van een criminal charge. Daarbij zijn de aard van … en van … van belang. Als … bedoeld is ter …, en … , dan is er sprake van criminal charge; ook al is het een lage boete.
1. Emigro (2012)… de ABRvS… de overtreding… de sanctie… de sanctie… preventie.. voor een ieder zou gelden
2. Öztürk (1984)… de Hoge Raad… een delict… de straf… de straf… vergelding.. onafhankelijk van tijd en plaats is
3. Öztürk (1984)… het EHRM… de overtreding… de sanctie… de sanctie… vergelding.. voor een ieder zou gelden
4. Emigro (2012)… het EHRM… de overtreding… de sanctie… de sanctie… preventie.. voor een ieder zou gelden
- Öztürk (1984)… het EHRM… de overtreding… de sanctie… de sanctie… vergelding.. voor een ieder zou gelden
Welke stelling mbt overtreders is onjuist?
1. Niet alleen natuurlijke personen maar ook rechtspersonen kunnen worden aangemerkt als overtreder. Ook de rechtspersonen ingesteld krachten publiekrecht zoals de Staat en gemeenten worden gerekend.
2. Als twee of meer personen gezamenlijk een overtreding plegen terwijl er voorts sprake is van een min of meer gelijkwaardige en bewuste samenwerking, is er sprake van medeplegen.
3. Bij medeplegen verrichten de betrokken personen afzonderlijk alle handelingen die tot de kwalificatie van overtreding leiden.
4. Een leidinggevende die zijn werknemer de opdracht geeft om iets te doen wat een overtreding is, wordt aangemerkt als functionele dader, en dus als overtreder.
- Bij medeplegen verrichten de betrokken personen afzonderlijk alle handelingen die tot de kwalificatie van overtreding leiden.
==>
De betrokken personen hoeven daarbij niet afzonderlijk alle handelingen te verrichten die tot de kwalificatie van overtreding moeten leiden
Welke stelling over last onder bestuursdwang is onjuist?
1. Het is vooral bedoeld op het herstellen van een rechtmatige toestand.
2. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt niet toegekend in de Awb, maar in organieke wetten en in bijzondere wetten.
3. De beschikking over een last onder bestuursdwang dient bekendgemaakt aan de overtreder en aan andere belanghebbenden.
4. In veel wetten is last onder bestuursdwang geformuleerd als een bevoegdheid met beleidsruimte (beleidsvrijheid).
- De beschikking over een last onder bestuursdwang dient bekendgemaakt aan de overtreder en aan andere belanghebbenden.
==> 3. De last onder bestuursdwang wordt bekendgemaakt aan de overtreder, aan de rechthebbenden op het gebruik van de zaak waarop de last betrekking heeft en aan de aanvrager (Art. 5:24 Awb).
Als persoon A iets zonder een vergunning bouwt, is hij overtreder. Als hij het vervolgens verkoopt aan persoon B, is persoon B de rechthebbende, en kan allen persoon B herstel realiseren, ook al is persoon A de overtreder.
Voor het toepassen van bestuursdwang moet een belangenafweging plaatsvinden in drie verschillende stappen. Welke stap hoort er niet bij?
1. De aanschrijving
2. De heroverweging bij bezwaar
3. De feitelijke toepassing van bestuursdwang
4. Het verhaal van de kosten
- De heroverweging bij bezwaar
==>
Aanschrijving = de last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding
De aanvrager van een last onder bestuursdwang of een andere belanghebbende die door de overtreding wordt benadeeld, kan na afloop van de begunstigingstermijn, het bestuursorgaan verzoeken bestuursdwang toe te passen.
Welke stelling is onjuist?
1. De beslissing van het bestuursorgaan is een appellabele beschikking.
2. Soms kiest een bestuursorgaan ervoor om niet over te gaan tot toepassing van bestuursdwang doordat het kostenverhaal problematisch is, gelet op de financiële positie van de overtreder.
3. De toepassing van bestuursdwang is feitelijk handelen.
4. Als het feitelijk toepassen van bestuursdwang op onzorgvuldige wijze gebeurt is het een onrechtmatige overheidsdaad. De bestuursrechter kan dan een schadevergoeding aan de burger toekennen.
- Als het feitelijk toepassen van bestuursdwang op onzorgvuldige wijze gebeurt is het een onrechtmatige overheidsdaad. De bestuursrechter kan dan een schadevergoeding aan de burger toekennen.
==> De burgerlijke rechter is bevoegd (niet de bestuursrechter) want de schade vloeit immers voort uit een feitelijke handeling, niet uit een publiekrechtelijke handeling.
Het opleggen van een last onder bestuursdwang of feitelijke toepassing van bestuursdwang voordat het tot een overtreding komt (preventieve handhaving) is volgens art. 5:7 Awb mogelijk.
Welke stelling is onjuist?
1. Het preventief opleggen van een last onder bestuursdwang is ingevolge art. 5:7 Awb slechts mogelijk zodra het gevaar voor de overtreding klaarblijkelijk dreigt.
2. Preventief optreden door feitelijk handelen is in beginsel alleen mogelijk bij overtredingen die naar verwachtingen leiden tot ernstige schade.
3. Omdat er nog geen sprake is van overtreding bij preventieve handhaving, komen de kosten van preventieve handhaving (in de regel) voor rekening van het bestuursorgaan.
4. Alle stellingen zijn juist.
- Omdat er nog geen sprake is van overtreding bij preventieve handhaving, komen de kosten van preventieve handhaving (in de regel) voor rekening van het bestuursorgaan.