L14 Flashcards
De burgerlijke rechter en de Europese rechters
Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. De aanvullende functie van de burgerlijke rechter wordt ook wel restfunctie genoemd.
2. Als de burgerlijke rechter vaststelt dat een bestuursrechter een gelijkwaardige rechtsbescherming kan bieden, treedt hij terug, in het kader van de ontvankelijkheid van de vordering.
3. Volgens de Hoge Raad is de aard van de rechtsverhouding (gaat het om een publieke taak van de overheid, of niet?) niet van belang voor beantwoording van de vraag of de burgerlijke rechter bevoegd is inzake een geschil tussen overheid en burger. Beantwoording van die vraag moet plaatsvinden aan de hand van het voorwerp van het geschil.
4. In het arrest Gemeente Noordwijkerhout/Guldemond (HR, 31 december 1915) heeft de Hoge Raad het objectum litis-leer verworpen.
5. De objectum litis-leer baseert zich o.a. op art. 112 lid 1 Gw.
- In het arrest Gemeente Noordwijkerhout/Guldemond (HR, 31 december 1915) heeft de Hoge Raad het objectum litis-leer verworpen.
==> De HR heeft de objectum litis-leer neergelegd, en de leer van het fundanentum petendi verworpen.
Welke stelling over de bevoegdheid van de burgerlijke rechter is onjuist?
1. Het Guldemond-arrest wordt aangeduid als: leerstuk van de onrechtmatige overheidsdaad.
2. In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer verworpen, en de leer van het fundanentum petendi neergelegd.
3. Volgens de objectum litis-leer is het voorwerp van het geschil doorslaggevend bij de beoordeling of de burgerlijke rechter bevoegd is.
4. Volgens de fundamentum petendi-leer staat de vraag naar de aard van de rechtsverhouding centraal bij de beoordeling of de burgerlijke rechter bevoegd is.
- In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer verworpen, en de leer van het fundanentum petendi neergelegd.
==> Wel correct: - In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer neergelegd, en de leer van het fundanentum petendi verworpen.
Welke stelling over schadevergoeding is onjuist?
1. Wanneer de schadevergoeding onderdeel is van een (meeromvattend) besluit, is zij alleen te betwisten door het gehele besluit aan te vechten.
2. De bevoegdheid van de bestuursrechter om over schadeverzoeken te oordelen is beperkt en voor een groot deel toebedeeld aan de civiele rechter.
3. Als een besluit rechtmatig is maar er door het besluit ten aanzien van specifieke burgers toch (onevenredige) schade wordt veroorzaakt, is er onder omstandigheden een reden om deze schade te vergoeden; dit heet nadeelcompensatie.
4. Een burger kan om schadevergoeding vragen door een beroep in te dienen tegen het nadeel veroorzakende besluit. De burger kan dan het schadeveroorzakende besluit bij de civiele rechter aanvechten en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden. Dit heet onzuiver schadebesluit.
- Een burger om schadevergoeding vragen door een beroep in te dienen tegen het nadeel veroorzakende besluit. De burger kan dan het schadeveroorzakende besluit bij de civiele rechter aanvechten en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden. Dit heet onzuiver schadebesluit.
==> De procedure van onzuiver besluit gebeurt bij de bestuursrechter, niet bij de civiele rechter.
==> Mbt 2: Dit is in art. 8:89 Awb bepaald
Als de burger meent nav een besluit van een bestuursorgaan schade te hebben geleden, en het besluit is inmiddels wel onaantastbaar geworden, kan de burger nog om schadevergoeding dan wel nadeelcompensatie vragen?
1. Ja, bij de bestuursrechter kan een zelfstandig schadebesluit worden aangevraagd.
2. Ja, bij de bestuursrechter kan een onzuiver schadebesluit worden aangevraagd.
3. Ja, bij de civiele rechter
4. Nee, omdat het besluit onaantastbaar is geworden.
- Ja, bij de bestuursrechter kan een zelfstandig schadebesluit worden aangevraagd.
Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. De bestuursrechter kan een verzoek om nadeelcompensatie op twee manieren benaderen: onzuiver schadebesluit of zelfstandig schadebesluit.
2. Een burger kan dan het schadeveroorzakende besluit aanvechten, en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden.
3. Ook al is het nadeel veroorzakende (appellabele) besluit onaantastbaar geworden, dit sluit niet uit dat aan het bestuursorgaan (dat het nadeel veroorzakende besluit nam) om nadeelcompensatie kan worden verzocht, op grond van rechtmatige overheidsdaad (met beroep op het égalité-beginsel). Tegen de beslissing op dit verzoek staat vervolgens bezwaar en beroep open.
4. In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de bestuursrechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).
- In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de bestuursrechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).
==> Wel juist:
In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de burgerlijke rechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).
Op grond van een verkeersbesluit was het Pannenkoekhuis De Kabouter (tijdelijk) moeilijk bereikbaar. De uitbater van het pannenkoekhuis heeft niet op tijd bezwaar ingediend, maar wenst wel gecompenseerd te worden voor het geleden nadeel. De gedachte is dat het verkeersbesluit rechtmatig was, maar dat tegenover hem toch onrechtmatig was gehandeld nu de provinciale overheid onvoldoende rekening had gehouden met zijn belangen (inkomstenderving).
Wat kan de uitbater van het pannenkoekhuis doen?
1. Aangezien hij geen bezwaar indiende, kan hij ook geen beroep indienen bij de bestuursrechter, waardoor zijn enige optie is om via de burgerlijke rechter schadevergoeding aan te vragen.
2. Ook al is de termijn voor bezwaar en beroep voorbij, kan de burger via de bestuursrechter bij het bestuursorgaan om nadeelcompensatie vragen, in de vorm van een zelfstandig schadebesluit.
3. Hij kan kiezen tussen een nadeelcompensatieprocedure bij civiele rechter of bij de bestuursrechter.
4. Indien de schade onder de 25,000 Euro is, kan hij bij de bestuursrechter om nadeelcompensatie vragen. Indien de schade hoger dan 25,000 Euro is, kan hij bij de burgerlijke rechter om nadeelcompensatie vragen.
- Ook al is de termijn voor bezwaar en beroep voorbij, kan de burger via de bestuursrechter bij het bestuursorgaan om nadeelcompensatie vragen, in de vorm van een zelfstandig schadebesluit.
==>
Voor vergoeding van een appellabel rechtmatig besluit kan de burger alleen terecht bij de bestuursrechter en heeft twee mogelijkheden: - De weg van het onzuivere schadebesluit.
- De weg van het zelfstandige schadebesluit.
Welke stelling over schadevergoeding/nadeelcompensatie is onjuist?
1. Als een bestuursrechter een besluit van de Belastingdienst nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade van 40,000 Euro heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
2. Als een bestuursrechter een besluit van de gemeente omtrent een ventvergunning nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
3. Als geen bezwaar en beroep is gedaan tegen een besluit, kan de burger geen schadevergoeding eisen bij de civiele rechter.
4. Alle stellingen zijn juist.
- Als een bestuursrechter een besluit van de gemeente omtrent een ventvergunning nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
==>
Is er sprake van een appellabel onrechtmatig besluit, dan zijn er drie mogelijkheden: - De bestuursrechter is exclusief bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door besluiten in de sfeer van het sociale zekerheidsrecht en (i.h.b.) het belastingrecht (ongeacht hoogte van het bedrag (art. 8:88 en art. 8:89 lid 1 Awb).
- De bestuursrechter en civiele rechter zijn bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door andere belsuiten bij vorderingen onder de €25.000. De burger kan kiezen waar hij de claim indient (art. 8:88 en art. 8:89 lid 2 Awb).
- De civiele rechter is exclusief bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door andere besluiten bij vorderingen boven de €25.000.
Welke stelling mbt schade en/of toetsing van rechtmatigheid van AVV’s is onjuist?
1. De burgerlijke rechter toetst algemeen verbindende voorschriften aan de hiërarchisch hogere wet getoetst, en ook aan algemene (ongeschreven) rechtsbeginselen.
2. Op basis van het Pocketbooks II-arrest (HR, 24 januari 1969) kan een materiële wet door de civiele rechter als een onrechtmatige daad en als onverbindend verklaard worden, indien het in strijd is met de Grondwet is.
3. In het Landbouwvliegerarrest (HR, 16 mei 1986) bepaalde de HR dat de burgerlijke rechter materiële wetten mag toetsen aan algemene rechtsbeginselen, maar dit moet met terughoudendheid moet gebeuren.
4. In het arrest Varkensmester I (18 januari 1991) (=Leffers arrest) bepaalde de ABRvS dat bij rechtmatig overheidshandelen er recht kan zijn op nadeelcompensatie als diegene in vergelijking tot de andere betrokkenen onevenredig hard door het handelen wordt getroffen.
- In het arrest Varkensmester I (18 januari 1991) (=Leffers arrest) bepaalde de ABRvS dat bij rechtmatig overheidshandelen er recht kan zijn op nadeelcompensatie als diegene in vergelijking tot de andere betrokkenen onevenredig hard door het handelen wordt getroffen.
==>
Dit was een uitspraak van de HR, niet van de ABRvS.
Welke stelling mbt schade nav feitelijk handelen is onjuist?
1. Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In zo’n geval is het gewone aansprakelijkheidsrecht van toepassing, en is de burgerlijke rechter bevoegd.
2. In de sfeer van het bestuurlijke handhavingsrecht kan de burgerlijke rechter oordelen over de (on)rechtmatigheid van de feitelijke handhavingshandelingen.
3. Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In het geval dat de feitelijke handelingen verband houden met een besluit, is de bestuursrechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid. In het geval van op zichzelf staande feitelijke handelingen, is de burgerlijke rechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid.
4. Alle stellingen zijn juist.
- Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In het geval dat de feitelijke handelingen verband houden met een besluit, is de bestuursrechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid. In het geval van op zichzelf staande feitelijke handelingen, is de burgerlijke rechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid.
==> De burgerlijke rechter is in beide gevallen bevoegd.
Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Als het bestuur het vertrouwen wekt dat het een bepaald besluit zal nemen en vervolgens dat besluit toch niet neemt, kan de belanghebbende burger bij de bestuursrechter met een beroep op het vertrouwensbeginsel die weigering vernietigd krijgen.
2. Als het beroep op het vertrouwensbeginsel door de bestuursrechter niet gehonoreerd wordt kan de burger op twee manieren schadevergoeding eisen: (1) hij kan het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) bij de bestuursrechter aanvechten en stellen dat het besluit op een onrechtmatige wijze tot stand is gekomen vanwege de vooraf gedane toezeggingen of verstrekte inlichtingen; of (2) hij kan bij de burgerlijke rechter een schadevergoeding vorderen vanwege de onrechtmatigheid van de (feitelijke) voorbereidingshandeling zonder dat hij het op die voorbereidingshandelingen volgend besluit bij de bestuursrechter aanvecht.
3. Een bestuursrechter kan in het geval van inbreuk op het vertrouwensbeginsel schadevergoeding toekennen ook zonder het desbetreffende besluit van het bestuursorgaan te vernietigen.
- Een bestuursrechter kan in het geval van inbreuk op het vertrouwensbeginsel schadevergoeding toekennen ook zonder het desbetreffende besluit van het bestuursorgaan te vernietigen.
==>
Schadevergoedingsregeling bij besluit op gedane toezeggingen of verstrekte onjuiste inlichtingen:
* Dit is een grondslag voor schadevergoeding en is neergelegd in art. 8:88 en 8:89 Awb.
* Probleem is dat de bestuursrechter deze vergoeding alleen kan toewijzen als een besluit is vernietigd (art. 8:88 lid 1 onder b Awb).
* Eventueel kan de bestuursrechter het besluit vernietigen en de rechtsgevolgen in stand laten.
* In dat geval is schadevergoeding via de procedure van art. 8:88 Awb mogelijk.
Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Bij een onrechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen door het besluit aan te vechten bij bestuursrechter (alle claims onder 25,000) of bij de civiele rechter (alle claims boven 25,000 Euro).
2. Bij een niet-appellabel rechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen dmv een verzoek om nadeelcompensatie bij de burgerlijke rechter (onrechtmatigedaadsprocedure).
3. Bij een appellabel rechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger bij de bestuursrechter om schadevergoeding vragen in de vorm van een onzuiver schadebesluit of een zelfstandig schadebesluit.
4. Bij schade nav een algemeen verbindend voorschrift kan de burger alleen bij de burgerlijke rechter om schade vragen. Dat kan op twee manieren: de rechtmatigheid van de AVV aanvechten, of op basis van het aansprakelijkheidsrecht.
- Bij een onrechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen door het besluit aan te vechten bij bestuursrechter (alle claims onder 25,000) of bij de civiele rechter (alle claims boven 25,000 Euro).
==> De criteria van 25,000 zijn onjuist. Zie art 8:89 Awb.
Als de burger meent dat er sprake was van onrechtmatige voorbereidingshandeling (vertrouwen gewekt) in de voorbereiding van het besluit, kan de burger …. (vul in) bij de… (vul in) aanvechten en stellen dat het besluit op een onrechtmatige wijze tot stand is gekomen vanwege de vooraf gedane toezeggingen of verstrekte inlichtingen (deze optie heeft een … (vul in) kans van slagen); of hij kan bij de … (vul in) een schadevergoeding vorderen vanwege de onrechtmatigheid van de (feitelijke) voorbereidingshandeling (d.w.z. de toezegging of de verstrekte inlichtingen). De burgerlijke rechter zal dan beoordelen of de voorbereidingshandeling onrechtmatig was. Deze optie is mogelijk als de gewekte verwachtingen of verstrekte inlichtingen een “zelfstandig karakter” hebben.
- het feitelijke handelen (de toezegging) … burgerlijke rechter… kleine… bestuursrechter
- het feitelijke handelen (de toezegging) … burgerlijke rechter… kleine… burgerlijke rechter
- het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … burgerlijke rechter … goede… bestuursrechter
- het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … bestuursrechter… kleine… burgerlijke rechter
- het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … bestuursrechter… kleine… burgerlijke rechter
Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de wetgever in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
2. Als de burger de burgerlijke rechter vraagt om een vergunningsvoorschrift onrechtmatig te verklaren, terwijl diezelfde burger ook nog bezwaar en beroep kan instellen tegen de vergunning, zal de burgerlijke rechter de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
3. Als er geen bestuursrechtelijke rechtsgang meer kan worden gevolgd (omdat de bezwaar en beroepstermijnen zijn verstreken), kan de burgerlijke rechter een verzoek niet-ontvankelijk verklaren als via de vordering bij de bestuursrechter hetzelfde bereikt had kunnen worden.
4. Als een burgerlijke rechter een vordering van een burger wel ontvankelijk verklaart, zal de burgerlijke rechter zich in een (aanvullende) procedure in beginsel geen zelfstandig oordeel aanmeten over de (on)rechtmatigheid van een besluit.
- Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de wetgever in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
==> Wel juist: - Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de burgerlijke rechter in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
Als een bestuursrechter een beroep tegen een besluit ongegrond heeft verklaard en het besluit vervolgens rechts onaantastbaar is geworden, gaat (ook) de burgerlijke rechter uit van de rechtmatigheid van dat besluit.
Dit beginsel heet:
1. Formele rechtskracht
2. Oneigenlijke formele rechtskracht
3. Trias politicas
4. Objectum litis
- Formele rechtskracht
Bij een besluit waarbij voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan, en deze rechtsgang niet is gebruikt, zal de burgerlijke rechter ingeval de geldigheid van het besluit in een voor hem gevoerd geding in geschil is, ervan uit gaan dat het desbetreffende besluit zowel wat de wijze van totstandkoming als wat de inhoud betreft in overeenstemming is met het recht.
Dit beginsel heet:
1. Formele rechtskracht
2. Oneigenlijke formele rechtskracht
3. Trias politicas
4. Objectum litis
- Formele rechtskracht
De formele rechtskracht is in het arrest … (vul in) bevestigd: Bij een besluit waar voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang … (vul in) gaat de burgerlijke rechter ervan uit dat de totstandkoming als wat de inhoud betreft in overeenstemming is met het recht.
In het arrest … zijn hierop twee uitzonderingen bepaald: (1) het valt de burger niet aan te rekenen dat …; en (2) de rechtsbescherming van de burgers wordt beperkt door toepassing van het publiekrecht ipv het civiele recht.
- Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)… hij geen beroep had ingesteld…
- Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … hij geen beroep had ingesteld…
- Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … heeft opengestaan en is gebruikt,… Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)… hij geen beroep had ingesteld…
- Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … het publiekrecht minder rechtsbescherming beidt dan het privaatrecht…
- Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … hij geen beroep had ingesteld…
Aangezien uitbreiding van rechtsbescherming niet moet leiden tot het tegendeel daarvan zou het gewenst zijn om voor die gevallen, waarin men niet kan vergen dat de justitiabele (tijdig) in beroep gaat, een voorziening te treffen om aan dat negatieve effect te ontkomen.
Deze rechtsoverweging maakte de HR in het arrest:
1. Arrest Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986)
2. Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)
3. Bolsius/Staat der Nederlanden (HR, 2 februari 1990)
4. Pocketbooks II-arrest (HR, 24 januari 1969)
- Arrest Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986)