L4 Flashcards
Bestuursorgaan, belanghebbende en besluit
Is de aanwijzing van een parkeerterrein op grond van een parkeerverordening wel of niet een beschikking?
1. Ja, omdat de eigenschappen van het terrein doorslaggevend zijn.
2. Nee, omdat de eigenschappen van het terrein niet doorslaggevend zijn.
3. ja, omdat het leunt op een wettelijke bevoegdheid.
4. Nee, omdat het een besluit van algemene strekking (BAS) is.
- Nee, omdat de eigenschappen van het terrein niet doorslaggevend zijn.
De gemeente zou een dergelijk terrein namelijk ook een andere bestemming kunnen geven.
Zie onderaan p. 182 van het boek
Wat voor een besluit is de aanwijzing van een parkeerterrein op grond van een parkeerverordening? Kies het meest juiste antwoord:
1. Een beschikking
2. Een besluit van algemene strekking
3. Een concrete norm
4. Een beleidsregel
- Een concrete norm
Zie bovenan p. 182
Welk type besluit is de aanwijzing van een monument op grond van de Erfgoedwet of een gemeentelijke monumentenverordening?
1. Een beschikking, op basis van het zaakscriterium
2. Een beschikking, op basis van het persoonscriterium
3. Een concrete norm, omdat het de wet / de verordening concretiseert.
4. Geen van deze antwoorden.
- Een beschikking, op basis van het zaakscriterium
De cultuurhistorische eigenschappen van het monument zijn hierbij bepalend
Welk begrip is NIET een van de drie meest centrale begrippen van het bestuursrecht?
1. Bestuursorgaan
2. Belanghebbende
3. Besluit
4. Bestuur
- Bestuur
Een …. geldt tussen … en …, en wordt meestal beheert door… (op basis waarvan het bestuursorgaan besluiten neemt).
Kies de meest juiste optie:
1. bestuursbevoegdheid… overheid… een burger… algemene beginselen van behoorlijk bestuur
2. bestuursrechtelijke rechtsverhouding… een bestuursorgaan… burgers… een bevoegdheid
3. bestuurlijke relatie… een bestuur… belanghebbende(n)… een bestuursbevoegdheid
4. bestuursrechtelijke rechtsverhouding… een bestuursorgaan… belanghebbende(n)… een bestuursbevoegdheid
- bestuursrechtelijke rechtsverhouding… een bestuursorgaan… belanghebbende(n)… een bestuursbevoegdheid
In het … spreekt men over…;
in het… spreekt men over… .
Vul in met de juiste optie:
1. privaatrecht… rechtsverhoudingen… publiekrecht… rechtsbetrekkingen
2. publiekrecht… rechtsverhoudingen… privaatrecht… rechtsbetrekkingen
3. privaatrecht… rechtsbetrekkingen… publiekrecht… rechtsverhoudingen
4. publiekrecht… rechtsbetrekkingen…
privaatrecht… rechtsverhoudingen
- privaatrecht… rechtsbetrekkingen… publiekrecht… rechtsverhoudingen
== antwoord 2
Welke definitie van een bestuursorgaan is correct?
1. Een orgaan van de overheid, niet zijnde een rechtssprekend of wetgevend orgaan, dat is belast met de behartiging van specifieke publieke belangen.
2. Een statelijk ambt, dwz een door het publiekrecht geregelde functie belast met de behartiging van één of meer (specifieke) algemene of publieke belangen.
3. 1+2
4. Geen van deze opties
- 1+2
Wat is geen voorbeeld van bestuursorganen?
1. De regering
2. Staatssecretarissen
3. Provinciale staten
4. Commissaris van de Koning.
5. Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR)
6. Waterschappen
7. Al deze opties zijn bestuursorganen.
- Al deze opties zijn bestuursorganen.
Welke stelling over bestuursbevoegdheden is onjuist?
1. Moeten (in de regel) op de wet steunen
2. Moeten zo nauwkeurig mogelijk door de wetgever zijn omschreven
3. Moeten specifieke, omschreven, doelen hebben
4. Het stelsel van bestuursbevoegdheden is “open”.
- Het stelsel van bestuursbevoegdheden is “open”.
==> Het stelsel van bestuursbevoegdheden is “gesloten”. Dwz dat vooraf duidelijk is over welke bevoegdheden het bestuur beschikt (niet: oneindig veel bevoegdheden)
Welke stelling is onjuist?
1. Een openbaar lichaam is de organisatorische samenhang waarin een aantal organen zijn verenigd.
2. Gemeente en provincie zijn voorbeelden van openbare lichamen.
3. Een openbaar lichaam is een rechtspersoon die krachtens de Grondwet verordende bevoegdheid heeft.
4. Er zijn ook lichamen die niet krachtens de Grondwet over verordende bevoegdheid beschikken. Zij hebben ook altijd een rechtspersoonlijkheid.
- Er zijn ook lichamen die niet krachtens de Grondwet over verordende bevoegdheid beschikken. Zij hebben ook altijd een rechtspersoonlijkheid.
==> Er zijn ook lichamen die niet krachtens de Grondwet over verordende bevoegdheid beschikken. Deze hebben een rechtspersoonlijkheid alleen als dit uitdrukkelijk bij of krachtens de wet is bepaald. Voorbeelden: UWV, RDW. Dit heet “rechtspersoon ‘sui generis’”.
Een… bevoegdheid is een bevoegdheid tot het vaststellen/geven/maken van… .
Vul in met de meest juiste optie:
1. verordende… algemeen verbindende voorschriften
2. bindende… besluiten
3. verordende… belastende besluiten
4. wettelijke… besluiten van algemene strekking
- verordende… algemeen verbindende voorschriften
Er zijn ook lichamen die niet krachtens de Grondwet over verordende bevoegdheid beschikken. Deze hebben een rechtspersoonlijkheid alleen als dit uitdrukkelijk bij of krachtens de wet is bepaald. De naam van zo’n rechtspersoon is rechtspersoon…:
1. persona generis
2. sui generis
3. pacta sunt servanda
4. usus
- sui generis
Er zijn ook lichamen die niet krachtens de Grondwet over verordende bevoegdheid beschikken. Deze hebben een rechtspersoonlijkheid alleen als dit uitdrukkelijk bij of krachtens de wet is bepaald.
Wat is hier GEEN voorbeeld van?
1. UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
2. RDW: Rijksdienst voor het Wegverkeer
3. CBR: Centraal Bureau Rijvaardigheid
4. Al deze instellingen zijn zulke voorbeelden.
- CBR: Centraal Bureau Rijvaardigheid
ONZEKER OF DIT ANTWOORD JUIST IS
Een belanghebbende (bij een rechtsverhouding) is een … wiens belang… bij een besluit is betrokken.
Vul in met de meest juiste optie:
1. persoon… rechtstreeks
2. persoon of entiteit… rechtstreeks
3. persoon… rechtstreeks of indirect
4. persoon of entiteit… rechtstreeks of indirect
- persoon of entiteit… rechtstreeks
==> art. 1:2 Awb
Welke stelling is onjuist?
1. Een publiekrechtelijke rechtspersoon is ingesteld krachtens de Grondwet.
2. Een gemeente is een rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
3. Een voetbalvereniging is een rechtspersoon ingesteld krachtens privaatrecht (oprichtingshandeling), en is een rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek
4. Alle stellingen zijn juist.
- Een publiekrechtelijke rechtspersoon is ingesteld krachtens de Grondwet.
==> Er zijn publiekrechtelijke rechtspersonen die niet zijn ingesteld krachtens de Grondwet.
==> De gemeente is een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (oprichtingshandeling), maar is een rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek
Een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p.) is een…, …. rechtspersoonlijkheid, vanuit het perspectief van… .
1. orgaan… met… de Awb
2. lichaam… met… de Awb
3. lichaam… zonder… de Awb
4. orgaan… met… de Grondwet
- lichaam… met… de Awb
Een lichaam dat in het kader van een gemeenschappelijke regeling tussen gemeenten in het leven wordt geroepen om bepaalde taken doelmatiger te behartigen is volgens art 135 Gw jo. Art. 8 lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) een… (kies het beste antwoord).
1. publiekrechtelijk lichaam
2. orgaan
3. lichaam
4. openbaar lichaam
- openbaar lichaam
Een bestuursorgaan heeft … rechtspersoonlijkheid; het openbaar lichaam waarvan een bestuursorgaan deel kan uitmaken heeft… een rechtspersoonlijkheid.
- wel… wel
- wel… geen
- geen… wel
- geen… geen
- geen… wel
Openbare lichamen zijn onderverdeeld in…:
1. lichamen met een “algemene bestuursbevoegdheid” (bijv. gemeente, provincie, Rijk) en lichamen met een “functionele bestuursbevoegdheid” (bijv. Waterschappen)
2. lichamen met een “algemene bestuursbevoegdheid” (bijv. gemeente, provincie, Rijk) en lichamen met een “specifieke bestuursbevoegdheid” (bijv. Waterschappen)
3. lichamen met een “algemene bestuurstaak” (bijv. gemeente, provincie, Rijk) en lichamen met een “functionele bestuurstaak” (bijv. Waterschappen)
4. lichamen met een “algemene bestuurstaak” (bijv. gemeente, provincie, Rijk) en lichamen met een “specifieke bestuurstaak” (bijv. Waterschappen)
- lichamen met een “algemene bestuurstaak” (bijv. gemeente, provincie, Rijk) en lichamen met een “functionele bestuurstaak” (bijv. Waterschappen)
Kan een lichaam tegelijkertijd een openbaar lichaam zijn, een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht, en een rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek?
Kies het meest juiste antwoord.
1. Ja
2. Nee
3. Alleen mits de wet dit expliciet bepaalt
4. Alleen mits de Awb en het BW dit expliciet bepaalt
- Ja
==> Een openbaar lichaam zoals de gemeente is tegelijkertijd:
Een openbaar lichaam (krachtens de Grondwet; dit betreft het rechtskarakter van de oprichtingshandeling); en
Een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p - dit geeft verordende bevoegdheid); en
Een rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek (dit betreft de privaatrechtelijke status).
Het begrip… heeft betrekking op het rechtskarakter van de oprichtingshandeling; het begrip… heeft betrekking op de verordende bevoegdheid; en het begrip… betreft de privaatrechtelijke status.
Vul in:
1. rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p)… bestuursorgaan… rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek
2. bestuursorgaan… openbaar lichaam… organisatie
3. openbaar lichaam… rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p)… rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek
4. openbaar lichaam… rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p)… rechtspersoon ingesteld krachtens privaatrecht
- openbaar lichaam… rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (r.i.k.p)… rechtspersoon in de zin van het Burgerlijk Wetboek
Welke stelling is onjuist?
1. Een bestuursorgaan heeft de vrijheid om zijn eigen vermogen te besteden, maar moet hiervoor verantwoording afleggen bij het openbaar lichaam
2. Een bestuursorgaan is geen rechtspersoon
3. Een openbaar lichaam neemt geen besluiten
4. Alle stellingen zijn juist.
- Een bestuursorgaan heeft de vrijheid om zijn eigen vermogen te besteden, maar moet hiervoor verantwoording afleggen bij het openbaar lichaam
==> Een bestuursorgaan heeft geen vermogen
Als een bestuursorgaan een overeenkomst wil ondertekenen voor de koop van computers, dan wordt de beslissing om te kopen genomen door…, en wordt deze overeenkomst ondertekend door…, en wordt deze overeenkomst betaald door… .
1. het bestuursorgaan… het bestuursorgaan… het openbaar lichaam…
2. het bestuursorgaan… het openbaar lichaam… het openbaar lichaam
3. het openbaar lichaam… het bestuursorgaan… het bestuursorgaan
4. het bestuursorgaan… het bestuursorgaan… het bestuursorgaan
- het bestuursorgaan… het openbaar lichaam… het openbaar lichaam
==> Een bestuursorgaan heeft geen vermogen, en mag niet ondertekenen omdat het geen rechtspersoon is.
Het bestuurlijk organisatierecht (onderdeel van het bestuursrecht) houdt zich bezig met:
1. alle organisaties die in het land publiekrechtelijke handelingen verrichten.
2. bestuursorganen en openbare lichamen.
3. bestuursorganen, openbare lichamen, en de organisatie van het openbaar bestuur in het algemeen.
4. bestuursorganen, openbare lichamen, r.i.k.p. en de organisatie van het openbaar bestuur in het algemeen.
- bestuursorganen, openbare lichamen, r.i.k.p. en de organisatie van het openbaar bestuur in het algemeen.
Welke stelling over openbaar gezag is onjuist?
1. Een besluit is een eenzijdige publiekrechtelijke rechtshandeling.
2. Gezag is door het recht genormeerde overheidsmacht.
3. Alleen de overheid kan gezag uitoefenen.
4. Alle stellingen zijn juist.
- Alle stellingen zijn juist.
Welke stelling is onjuist?
1. In de behartiging van publieke belangen leunen bestuursorganen altijd op door de wetgever toegekende bevoegdheden.
2. Wanneer de wetgever een nieuwe bestuursbevoegdheid in het leven roept, wijst hij altijd een bestuursorgaan aan.
3. Er zijn bestuursorganen zonder bestuursbevoegdheden
4. Een bestuursorgaan zoals de burgermeester handelt soms privaatrechtelijk (bijv. een overeenkomst) en soms publiekrechtelijk.
- In de behartiging van publieke belangen leunen bestuursorganen altijd op door de wetgever toegekende bevoegdheden.
==> Er zijn ook ongeschreven “publieke taken”, zoals een motie van een gemeenteraad. Dan staat het beginsel van wetmatigheid onder druk.
==> mbt 3: Er zijn bestuursorganen zonder bestuursbevoegdheden; ze verrichten feitelijke handelingen.
Welke stelling is onjuist?
1. Er zijn bestuursorganen die geen openbaar gezag uitoefenen.
2. De normerende werking van de Awb is altijd van toepassing op zowel a-organen als ook b-organen, ongeacht de aard van hun handelen.
3. Een a-orgaan heeft niet altijd bestuursbevoegdheden.
4. NIOD, Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, is een a-orgaan, omdat het onderdeel is van de r.i.k.p. KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen)
- De normerende werking van de Awb is altijd van toepassing op zowel a-organen als ook b-organen, ongeacht de aard van hun handelen.
==>
De normerende werking van de Awb is…:
o Van toepassing op a-organen, ongeacht de aard van hun handelen
o Van toepassing op b-organen alleen wanneer het openbaar gezag uitvoert.
Welke stelling is onjuist?
1. Het bestuursorgaan “de regering” is een a-orgaan omdat het onderdeel is van de rechtspersoon Het Rijk.
2. Het bestuursorgaan “de kiesraad” is een a-orgaan omdat het onderdeel is van de rechtspersoon Het Rijk.
3. Examinatoren zijn a-organen omdat ze onderdeel zijn van van de rechtspersonen Openbare Universiteiten.
4. Het bestuursorgaan De Nederlansche Bank N.V. is een a-orgaan omdat het onderdeel is van de rechtspersoon Het Rijk.
- Het bestuursorgaan De Nederlansche Bank N.V. is een a-orgaan omdat het onderdeel is van de rechtspersoon Het Rijk.
==> Het is een b-orgaan
Welke stelling is onjuist?
1. Een b-orgaan is een bestuursorgaan alleen voor zover het een bestuursbevoegdheid uitoefent.
2. Een b-orgaan kan een r.i.k.p. zijn, indien het geen bevoegdheid heeft om besluiten te nemen.
3. De bestuursbevoegdheid van een b-orgaan heeft in de regel een wettelijke grondslag.
4. Privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen een buitenwettelijke (bestuurs)bevoegdheid hebben, en dam zijn ze wel b-organen.
5. De stichting AFM (Autoriteit Financiële Markten) is een b-orgaan.
- Een b-orgaan kan een r.i.k.p. zijn, indien het geen bevoegdheid heeft om besluiten te nemen.
==> mbt 4: Dit is bepaald in rechtspraak.
Zie: Arrest stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio
Zie: Registratie pitbulls arrest
In het Arrest stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio (2014) bepaalde de ABRvS dat een privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen bestuursorgaan (b-orgaan) kan zijn, tenzij aan twee criteria wordt voldaan. Deze criteria zijn:
1. (A) Inhoudelijk vereiste: De inhoudelijke criteria voor het uitoefenen van bevoegdheid (hier: verlenen van uitkering) worden in beslissende mate bepaald door een a-orgaan; en (B) Financiële vereiste: De voorziening (hier: uitkering) dient minstens 2/3 door a-organen gefinancierd te zijn.
2. (A) wettelijke vereiste: deze rol van de privaatrechtelijke rechtspersoon bij wettelijk voorschrift is vastgesteld; en (B) Financiële vereiste: De voorziening (hier: uitkering) dient minstens 2/3 door a-organen gefinancierd te zijn.
3. (A) rol vereiste: deze rol van de privaatrechtelijke rechtspersoon bij wettelijk voorschrift is vastgesteld; en (B) taak vereiste: de privaatrechtelijke rechtspersoon vervult een publieke taak die bij wettelijke voorschrift is vastgesteld.
4. (A) mandaat vereiste: de rol van deze organisatie als bestuursorgaan is middels mandaat verkregen; en (B) de financiering van de bestuurlijke taak van organisatie wordt door de Staat gefinancierd.
- (A) Inhoudelijk vereiste: De inhoudelijke criteria voor het uitoefenen van bevoegdheid (hier: verlenen van uitkering) worden in beslissende mate bepaald door een a-orgaan; en (B) Financiële vereiste: De voorziening (hier: uitkering) dient minstens 2/3 door a-organen gefinancierd te zijn.
Welke stelling is on juist?
- Privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen een buitenwettelijke (bestuurs)bevoegdheid hebben, en dan zijn ze b-organen. Dit is bepaald in het Arrest stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio en in het Registratie pitbulls arrest.
- In het Registratie pitbulls-arrest (1994) bepaalde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat de Stichting Registratie Gezelschapsdieren Nederland een b-orgaan was omdat het een publieke taak uitoefent.
- De formele wetgever en rechtsprekende organen zijn geen bestuursorganen; hun besluiten vallen buiten de Awb.
- Alle stellingen zijn juist.
- Alle stellingen zijn juist.
Welke stelling over Zelfstandig bestuursorgaan (zbo) is onjuist?
1. Dit begrip komt niet voor in de Awb. Wel in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
2. Zbo’s kunnen organen van de centrale of decentrale overheid zijn.
3. Zbo’s hebben bestuursbevoegdheid, bij de wet, krachtens de wet bij algemene maatregel van bestuur of krachtens de wet bij ministeriële regeling.
4. Zbo’s kunnen a-organen of b-organen zijn.
- Zbo’s kunnen organen van de centrale of decentrale overheid zijn.
==> Alleen centrale overheid