L7 werkboek : Het opsporingsonderzoek Flashcards
Wat is een majeure verandering in Sv sinds 2002?
Vroeger goldt dat opsporing pas kon nadat een strafbaar feit was begaan.
Sinds de invoering van Titel V in 2002 richt de wet zich mede op vormen van niet gepleegde, doch beraamde georganiseerde criminaliteit
Wat wordt onder opsporing verstaan?
onderzoek ivm strafbare feiten onder gezag van de OvJ met als doel het nemen van strafrechtelijke beslissingen
De verdenking is het startpunt voor toepassing van de in sv neergelegde dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden (hierna geen onderscheid meer, is theoretisch niet van belang)
Wat is het klassiek verdenkingscriterium?
art 27, lid 1 Sv:
een op feiten of omstandigheden gebaseerd redelijk vermoeden
pas dan mogen de dwangmiddelen van Titel IV eerste boek worden toegepast
In de praktijk blijkt het door toetsing achteraf lastig een scherpe lijn te trekken (bv ‘ Hollende kleurling’)
Wat is de consequentie van een verdenking?
Dat niet alleen mag worden opgespoord maar alle verdere handelingen welke zijn gericht op het verifieren van de juistheid van de verdenking worden aangemerkt als opsporingshandelingen.
Wat is een NN-onderzoek?
Een onderzoek waar de verdachte nog niet bekend is
NN= nomen nescio
Welke soorten dwangmiddelen zijn te onderscheiden?
- vrijheidsbenemende
- andere dan vrijheidsbenemende dwangmiddelen
Noem de vrijheidsbenemende dwangmiddelen?
- staande houden (art 52 Sv)
- aanhouden (art 53 Sv)
- ophouden voor onderzoek ( art 61 Sv)
- inverzekeringstelling ( art 57/58 Sv)
- voorlopige hechtenis (in allerlei variaties) art 63 t/m 88 Sv)
Niet uitputtend.
Noem de niet vrijheidsbenemende dwangmiddelen?
- onderzoek aan lichaam en kleding (art 56;95 & 195 Sv)
- inbeslagneming (art 94 - 119a Sv)
- doorzoeking (art 97 & 110 Sv)
- onderzoek van telecommunicatie (art 126m ev Sv)
- onderzoek in geautomatiseerde werken ( art 125i e.v. Sv)
- DNA 0nderzoek (art 151 a-d & 195 a-f Sv)
- binnentreden van woningen of andere gebouwen :
– ter aanhouding van een verdachte
–ter schouw
– ter doorzoeking
– ter opsporing
Noem de voorwaarden voor toepassing van dwangmiddelen?
- verdenking
- soms ‘ ernstige bezwaren’
- Gevallen: bv art 54 Sv: aanhouden buiten heterdaad kan alleen in die gevallen waarin voorlopige hechtenis is toegestaan
- Gronden: bv voor toepassing voorlopige hechtenis
- Duur: bv ophouden voor onderzoek
- Wie is de bevoegde autoriteit die over toepassing van het dwangmiddel kan beslissen
Moet een burger actief mee werken aan een dwangmiddel?
Nee, maar hij zal dwangmiddelen wel hebben te dulden
Opzettelijk tegenwerken of het niet voldoen aan een ambtelijk bevel is strfabaar
Wat is een uitzondering bij de dwangmiddelen waarbij actieve medewerking wordt gevraagd?
art 163 WVW: meewerken aan een ademanalyse
Mag bewijsmateriaal in een strafzaak worden gebuikt dat is verkregen opg de toezichthoudende bevoegdheid?
HR: ja, de toezichthoudende bevoegdheid mag zelfs na het ontstaan van de verdenking worden gebruikt.
Voorwaarde is wel dat de aan de verdachte als zodanig toekomende waarborgen in acht worden genomen (denk hierbij vooral aan de mededelingsplicht van art 29 lid1 Sv)
Het maakt de HR niet uit dat de toezichthoudende bevoegdheden door dezelfde ambtenaren worden uitgevoerd als de strafvorderlijke bevoegdheden
Noem de bijzondere opsporingsbevoegdheden?
art 126 SV:
- stelselmatige observatie
- infiltratie
- pseudo koop en pseudo dienstverlening
- stelselmatig inwinnen van informatie
- bevoegdheden van besloten plaats
- opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel
- onderzoek van telecommunicatie
Deze beveogdheden sec mogen niet gebruikt worden ter opsporing van eventueel toekomstig strafbare feiten: klassieke verdenking is vereist
Wat zijn de uitzonderingen op de klassieke verdenking?
1) Art 126a Sv:
Zelfde bijzondere opsporingsmethoden mogelijk als in kaartje 13 maar:
Voorwaarden verschillend:
- specifiek gericht op georganiseerde criminaliteit
2) Art 126 zd Sv:
Bij ENKEL AANWIJZINGEN van Terrorisme
3) Art 126v ev Sv:
- burgerinfiltratie
- burgerpseudokoop of burgerpseudodienstverlening
- afspraak tussen opsporingsambtenaar en burger die stelselmatig informatie zou inwinnen over een verdachte
Ook deze beveogdheden kunnen bij aanwijzingen van terroristische misdrijven worden gebruikt
Wat is infiltratie?
Art 126h Sv:
Het onder een dekmantel binnendringen van politieambtenaren in het criminele milieu.
Kan zich richten op:
- Concreet strafbaar feit op te helderen
- het op in georganiseerd verband nog te plgen strafbare feiten