L14 : Inbeslagneming en teruggave; enkele dwangmiddelen ter inbeslagname Flashcards
Wat is ‘onder zich nemen’?
Dit is het opheffen van de beschikkingsmacht van de beslagene. Het voorwerp komt onder de macht van de ambtenaar. Dit kan door het betreffende voorwerp mee te nemen, maar ook door het te waarmerken of te verzegelen. Ook kan een voorwerp ter plaatse worden achtergelaten, onder toezicht van de gene onder wie beslag werd gelegd. De enkele mededeling dat beslag wordt gelegd is onvoldoende. Uitreiking van een kennisgeving van inbeslagneming is echter geen voorwaarde.
Wat is ‘onder zich gaan houden”?
Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer een politie-ambtenaar een door hem gevonden bankbiljet voor de eigenaar vasthoudt, terwijl later blijkt dat het biljet afkomstig is van een overval. De ambtenaar houdt het onder zich.
Is voor inbeslagneming vereist dat het voorwerp waarschijnlijk dienstig is ten behoeve van een of meer van de in artikelen 94 & 94a Sv genoemde doelen?
Voor inbeslagneming is niet vereist dat het voorwerp waarschijnlijk dienstig is t.b.v. één of meervan de in 94 Sv (waarheidsvinding) of 94a Sv (voordeelsontneming) genoemde doelen. Voldoende is dat op het moment van inbeslagneming bij de beslagleggende ambtenaar het redelijke vermoeden bestaat dat het voorwerp daartoe kan dienen.
–> gevolg van de eis van proportionaliteit en subsidiariteit
Bestaat er een verplichting tot inbeslagneming?
Er bestaat een verplichting tot inbeslagneming. De opsporingsambtenaar is op grond van artikel 126ff Sv verplicht van de hem verleende inbeslagnemingsbevoegdheden gebruik te maken. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag daarvan tijdelijk worden afgezien
Hoe is de algemene inbeslagnemingsbevoegdheid omschreven die aan een opsoringsambtenaar, in afwijking van Sv, in bepaalde bijzondere wetten is teogekend?
Bevoegdheden van opsporingsambtenaren en particulieren ter inbeslagneming
In verschillende bijzondere wetten is een algemene inbeslagnemingsbevoegdheid voor opsporings- ambtenaren geformuleerd (zie 9 lid 3 Opw en 52 lid 1 WWM). Formulering is vergelijkbaar met die van 104 Sv voor de R-C. naast de bevoegdheid tot toegang is tevens een bevoegdheid tot het vorderen van uitlevering gekoppeld.
Art. 96 Sv voorziet in een algemene inbeslagnemingsbevoegdheid voor opsporingsambtenaren mits sprake is van heterdaad of misdrijf ex 67 lid 1 Sv. Daaraan gekoppeld is een algemene betredingsbevoegdheid en een bevriezingsbevoegdheid ter plaatse.
Let op: als het een woning betreft dan gelden de eisen zoals beschreven in Algemene wet op het binnentreden.
Invoegen opgave 14.1 p 232
Stel bij een doorzoeking worden andere voor inbeslagneming vatbare voorwerpen aangetroffen die niets met het feit hebben te maken waarvoor zij werden verricht. Kunnen deze dan in beslag worden genomen?
zie Geweerarrest
- indien doorzoeking wordt verricgt door (hulp) OvJ of een opsporingsambtenaar (OGV Wet wapens & munitie) kan hij bestaande bevoegdheden tot inbeslagneming uitoefenen
- minder duidelijk situatie van de RC:
– hij heeft algemene inbeslagnemingsbevoegdheid ex art 104 Sv
– art 104 Sv lijkt er van uit te gaan dat de bevoegdheid alleen kan worden uitgeoefend als het gaat om een zaak waarin de RC zelf onderzoek doet. en daarvan is niet noodzakelijkerwijs sprake ten aanzien van toevallige vindsten
Welke arresten hebben effect op et bevel tot uitlevering?
Op grond van een bijzondere wet kan aan de verdachte een bevel tot uitlevering worden gegeven. Recente 45 jurisprudentie van het EHRM heeft echter op dit punt consequenties tot gevolg gehad (zie arresten Funke, Saunders, JB vs Zwitserland en het Jalloh-arrest).
Wie mag een bevel tot uitlevering geven en wat zijn de voorwaarden?
- Elke opsporingsambtenaar mag een bevel tot uitlevering van voor inbeslagname vatbare voorwerpen geven. De wetgever meende met deze regel dat daarmee een rem kon worden gezet op het aantal doorzoekingen.
- Voorwaarde is dat het gaat om een misdrijf ex 67 lid 1 Sv (96a Sv). –> de alternatieve voorwaarde van ontdekking op heterdaad is hier niet opgenomen
Aan wie mage het bevel tot uitlevering gegeven worden?
Het bevel mag gegeven worden aan iedere houder (diegene die het feitelijk in zijn macht heeft aan het bevel tot uitlevering te voldoen), behalve aan de verdachte (tenzij het gaat de WWM of opiumwet betreft). De verdachte mag er uiteraard wel om verzocht worden.
Wie hoeft niet aan het bevel te voldoen?
Een verschoningsgerechtigde
Wat als er niet aan het bevel tot uitlevering wordt voldaan?
strafbaar ex art 184 of 193 Sr
Houder = degene die het in zijn feitelijke macht heeft
Hoe kan een bevel tot uitlevering worden gegeven?
- mondeling –> pv opmaken
- schriftelijk –> niet betekenen
Wat houdt de verwijzing naar art 218 Sv in bij inbeslagneming van post?
In geval van poststukken bij een postbedrijf mag het bevel tot uitlevering slechts door de OvJ (100 Sv) of de R-C (114 Sv) worden gegeven. In 100 lid 2 Sv worden 217-219 Sv (m.b.t. verschoningsgerechtigden) van overeenkomstige toepassing verklaard.
Men neemt aan dat 218 Sv in dit kader betrekking heeft op uitzonderlijke gevallen waarin geen sprake is van algemeen vervoer of telegraafverkeer, maar van bijzondere instellingen of diensten, zoals die t.b.v. ziekenhuizen of in zeer vertrouwelijke sfeer wakende overheidsdiensten in welk geval inlcihtingen aan de (hulp)OvJ zou kunnen worden geweigerd ogv een bijzondere aan ee bepaald ambt of beroep verbonden geheimhoudingsplicht
Wat zijn de voorwaarden bij inbeslagneming bij geheimhouders?
Twee voorwaarden verschoningsgerechtigde:
- Hij moet een geheimhoudingsplicht hebben
- De getuige moet kunnen worden gerekend tot de personen van wie het de taak is aan anderen hulp te verlenen, maar deze taak pas naar behoren kan vervullen als hij zich tegenover de strafrechter kan verschonen t.a.v. geheimen die hem zijn toevertrouwd.
bv advocaat, arts, geestelijke, reclasseringsambtenaar