L26 : Beslissen en motiveren Flashcards
Omschrijf arrest henneprkwekerij?
Hennepkwekerij HR: Vader en zoon hebben een hennepkwekerij. De A-G heeft in zijn requisitoir gezegd dat er sprake is van een zekere hiërarchie en dat de cliënt het sluitstuk zou zijn van een organisatie. De raadsman betoogt dat daar helemaal geen sprake van van, de enige hiërarchie die er bestond was tussen vader en zoon. Vader wilde juist af van de hele handel. Het zou te ver gaan de kwekerij te bestempelen als organisatie in de zin van art. 140 Sr.
In cassatie werd aangevoerd dat het Hof in strijd met het nieuwe art. 359, 2e lid, Sv niet was ingegaan op het uitdrukkelijk onderbouwde verweer dat geen sprake was van een criminele organisatie, nu er- kort gezegd- enkel sprake was van vader en zoon die samenwerkten, zonder geledingen of hiërarchie binnen deze zogenaamde ‘organisatie’. De HR verwerpt het verweer met de overweging dat nu uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat sprake was van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband en dat de aan het middel en verweer ten grondslag liggende opvatting dat voor een criminele organisatie vereist is art. 140 Sr, dat sprake is van een hiërarchie geen steun vindt in het recht.
Art. 359 (2), tweede volzin zegt dat in het vonnis, als de beslissing afwijkt van door de verdachte dan wel door de officier van justitie uitdrukkelijk onderbouwde standpunten, in het bijzonder de redenen moeten worden opgegeven die daartoe hebben geleid.
De HR wijst in r.o. 3.5 op het belang van een goede motivering, niet alleen voor de betrokkene en de samenleving, ook ter zelfcontrole van de rechter. Het hof stelt in dezelfde r.o. dat daarom ook andere betogen nopen tot goede motivering.
In het arrest wordt de responsieplicht door de HR uiteengezet. Indien sprake is van een een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt (van de verdediging en/of Ovj) moet de rechter, die een daarvan afwijkende beslissing neemt, dat in het vonnis motiveren.
Hoe heten andere raadkamerbeslissingen dan die agv art 348 & 350 Sv?
beschikkingen, bv bevelen rond voorlopige hechtenis
Wat schrijft de wet voor waar over beraadslaagt moet worden in de raadkamer?
is dat alles?
Vragen van art 348 & 350 Sv
In concrete zaken kan er sprake zijn van bijkomende beslissingen. Zij betreffen nimmer de afdoening van de zaak als geheel, maar slechts bepaalde afzonderlijke aspecten die niet samenhangen met arrt 348 en 350 Sv
Vbb:
- in beslag genomen voorwerpen
- benadeelde partij
- voorlopige hechtenis
Wat zijn de andere 2 beperkingen die de wet oplegt voor beperking van beraadslagingen bij de rechtbank?
- Niets anders dan het ten laste gelegde feit mag de grondslag van de beraadslagingen zijn
- alleen beraadslagen nav hetgeen op het onderzoek ter terechtzitting aan de orde is geweest
Wanneer wordt uitspraak gedaan?
wat is een uitzondering?
- 14 dagen na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting
- alleen eerder wanneer de verdachte in voorlopige hechtenis zit en de beraadslaging tot een uitspraak leidt die meebrengt dat hij daar onmiddelijk uit moet worden ontslagen
Hoe vindt de uitspraak plaats?
Moet de verdachte aanwezig zijn bij de uitspraak?
In het openbaar:
- art 121 Gw
- art 362 Sv
Nee
Wat is de inhoud van een vonnis?
Wordt er vaak een volledig vonnis gegeven?
Zie art 362 Sv
Nee, meestal een kop-staartvonnsis (art 365a Sv) of verkort vonnis. Meestal alleen een volledig vonnis als een rechtsmiddel wordt aangewend
Wanneer dient de rechter nog meer een redengeving te geven?
- ontkennend antwoord bij een van de vragen van art 348 Sv
- verwerpen verweer ex art 358 lid 3 Sv
- verwerpen beroep op onrechtmatige bewijsgaring
Wanneer een volledig pv van de behandeling?
- als het onderzoek geschorst wordt (niet bij een onderbreking)
- als een verstekvonnis is gewezen, terwijl de dagvarrding niet in persoon is betekend en zich geen omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de verdachte van de dag van de terechtzitting op de hoogte was
- op de terechtzitting getuigen of deskundigen zijn gehoord
- een benaddelde partij zich heeft gevoegd
-
Wanneer moet een aantekening op het pv worden opgenomen?
- verlangen rechter
- vordering OvJ
- verzoek verdachte
- verzoek benadeelde partij
Wat als tegen het vonnis een gewoon rechtsmiddel wordt aangewend?
Dan dient een verkort PV te worden aangevuld tot een gewoon pv
Wannneer moet een verkort vonnis worden aangevuld?
- bij het gebruik van een rechtsmiddel
- op vordering OvJ, zonder in de beoordeling van het belang te treden
- op verzoek verdachte, zonder in de beoordeling van het belang te treden
- op verzoek benaddelde, tenzij daarmee geen redelijk belang is gediend
Dit alles binnen 3 maanden na de uitspraak
Wat is de krenbron van de rechterlijke beslissing?
- het schriftelijk vonnis
Bij de uitspraak wordt het vonnis slechts voorgelezen, er kan niet van worden afgeweken en extra toegevoegde motiveringen bij de uitspraak hebben geen waarde
Politierechter wijst in principe mondeling vonnis (vonnis en uitspraak vallen dan vaak samen), pas na het vonnis wordt het mondelinge vonnis in een schriftelijk stuk vastgelegd
Is de rechter vrij in de volgorde van behandeling van de vragen in art 348 & 350 Sv?
- 348 wel
- 350 niet: volgorde van behandeling is dwingend voorgeschreven
Moet het vonnis een uitdrukkelijke beslissing over de voorvragen van art 348 te bevatten?
Nee, alleen wanneer
- de dagvaarding ongeldig is,
- zij zelf onbevoegd
- OvJ niet ontvankelijk
- reden bestaat voor schorsing
Dit zijn einduitspraken.
+
- wannner de rechter, ondanks een uitdrukkelijk door de verdachte voorgedragen verweer, van oordeel is dat de dagvaarding wel geldig, zijzelf wel beveogd en de OvJ wel ontvankelijk en dat geen grond voor schorsing bestaat.
Moet de rechter de hoofdvragen motiveren?
Altijd, als hij over de zaak zelf een beslissing neemt
Wat is de eerste hoofdvraag?
Is bewezen dat het feit, zoals ten laste gelegd, door de verdachte is begaan?
Ja, rest van de vragen
Nee, vrijspraak
Wat is de 2e vraag van art 350 Sv + consequenties?
Kwalificatievraag
Is datgenene wat is ten laste gelegd en bewezen een strafbaar feit?
De rechter moet vaststellen onder welke delictsomschrijving het tenlastegelegde is te brengen. De bewezenverklaring moet ieder bestanddeel van de delictsomschrijving zijn terug te vinden.
Als de bewezenverklaring niet ieder bestanddeel van de delictsomschrijving dekt, moet de rechter de verdachte OVAR. hte bewezenverklaarde is immers geen strafbaar feit.
Noem 3 vormen van kwalificeren?
- Bij een aantal delicten is de kwalificatie (de naam) van het delict in de delictomschrijving zelf opgenomen. Deze kwalificatie kan dan door de rechter in het vonnis worden overgenomen: bv doodslag, moord, diefstal
- Als de kwalificatie niet is opgenomen moet de rechter de gehele delictsomschrijving in het vonnis overnemen, zodat alle bestanddelen in het vonnis staan: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
- Derde manier(vaak bij bijzondere wetten die in 1 bepaling strafbedreiding kennen terzake van meer feiten tegelijk)