L21 : De beslissing omtrent vervolging Flashcards

1
Q

Wat is het opporuniteitsbeginsel?

A

Om bepaalt of een er tot vervolging wordt overgegaan, ook in zaken waar een wetsartikel is geschonden. Daarnaast heeft het het OM een centrale plek gegeven in het strafvorderlijk systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welk artikel vindt het opportuniteistbeginsel haar voornaamste verankering?

A

artikel 167 Sv

Beslissingen:

  • opsporingsonderzoek
  • GVO vorderen

na afloop GVO: verder vervolgen of niet?

  • rauwelijks dagvaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is na een beslissing tot verdere vervolging (art 242) sprake van een definitieve beslissing tot vervolging?

A

Nee,

dat is er pas als het onderoek op de terechtzitting is aangevangen.

Tot dat moment kan van verdere vervolging worden afgezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarin is de OvJ verregaand vrij?

Wat zijn de uitzonderingen?

A
  • in zijn beslissing
  • moment waarop hij dat kenbaar maakt
  • wijze waarop hij dat kenbaar maakt

Uitzonderingen:

  • in het geval een GVO heeft plaatsgevonden
  • het geval dat de verdacht in voorarrest zit of heeft gezeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de uitzonderingen als een GVO heeft plaatsgevonden?

A
  • formuleren van de tll

Hoewel rauwelijks dagvaarden voor een ander feit dan waarvoor het GVO os igevraagd kan nog steeds

  • tempo (art 244 Sv): binnen na 2 maanden na sluiting GVO

– hetzij te dagvaarden

– dan wel de verdachte kennis te geven dat hij hem niet verder zal vervolgen

– de verdachte kennis te geven dat hij hem wel verder zal vervolgen, en terzake van welk feit

– of de verdachte een strafbeschikking uit te reiken of toe te zenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom doet een OvJ soms een kennisgeving van verdere vervolging uitgaan, ipv meteen te dagvaarden?

A
  • tijd te winnen voor een definitieve beslissing (op een kennisgeving kan hij nog terug komen)

– wel nauwkeurig omschrijven terzake van welk feit hij wil vervolgen; de dagvaarding zal later woordelijk met deze omschrijving moeten overeenstemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is voor de verdachte het nut van een kennisgeving van verdere vervolging?

A
  • zekerheid omtrent hetgeen hem (zeer waarschijnlijk) zal worden verweten

– zodat hij zijn verdediging kan voorbereiden

– bezwaarschrift tegen de dagvaaring (laten) indienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de situatie als voorarrest is toegepast en geen GVO?

A

art 245 Sv (ipv art 244 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heeft de wetgever doorgeveord dat de omstdigheden van het concrete geval van toepassing zijn?

A

Rechter:

  • strafuitsluitingsgronden
  • straftoemeting

OM:

  • opportuniteitsbeginsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het instrumentele karakter van de strafwet?

A

alleen vervolgen indien dit voor het handhaven van de geschonden regel noodzakelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kan het OM een ‘ generaal sepot’ toepassen?

A

Nee

dan gaat zij op de stoel van de wetgever zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een sepot?

A
  • Geen vervolging bij de rechter
  • niet zelf te vervolgen
  • en ook niets anders te doen

–> art 167 lid 1 ( resultaat van vervolgingsonderzoek) of lid 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is technisch sepot?

A
  • onvoldoende uitzicht op veroordeling (onvoldoende bewijs)
  • tegendeel is aannemelijk geworden
  • recht tot vervolgen bestaat niet meer (verjaring, undue delay, etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beleidssepot?

A

art 167 lid 2 Sv

  • Algemeen belang
  • ontleend aan de algemene rechtsorde (landsbelang, te verwachten wetswijziging)
  • welke samenhangen met begane feit ( gering feit, oud feit, maatschappelijk belangenconflict)
  • die , welke samenhangen met de persoon van de verdachte (jeudige of hoge leeftijd, recente bestraffing, gezondheidstoestand, reclasseringsbelang, etc)
  • die welke samenhangen met de verhouding tussen verdachte en benadeelde (verhouding tot de benadeelde is geregeld bv schade is betaald, medeschuld benadeelde, beperkte kring, etc)
  • die ontleend aan ander overheidsoptreden tegen de verdachte (straf of cievielrechtelijk jeugdmaatregel, TBS, administratief optreden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar is het sepot van afhankelijk?

A
  • Persoonlijk oordeel van de OvJ
  • richtlijnen van arrondissement, ressort of landelijk

Sepot moet passen binnen het door het OM als geheel gevoerde beleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan een speot voorwaardelijk zijn?

A

Ja,

onder het stellen van voorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kan een spot worden opgeheven?

A

Ja,

  • als de verdachte er niet van op de hoogte was

of indien hij at wel was:

  • bij nieuwe bezwaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de negatieve opvatting van het opportuniteitsstelsel?

A

OM heeft in beginsel de plicht om tot vervolging in een strafzaak over te gaan, maar op gronden aan het algemeen belang ontleend van het gebruik van de bevoegdheid om te vervolgen kan afzien

dus

vervolgen, tenzij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Positieve opvatting van het opportuniteitsbeginsel?

A

pas vervolgens indien op gronden aan het algemeen belang ontleend daartoe termen aanwezig zijn

dus

niet vervolgen, tenzij

20
Q

Hanteert de wetgever de psoitieve of de negatieve opvatting?

A

Negatief, zie art 167 Sv

vervolgens tenzij

21
Q

Wat is de realiteit bij vervolging?

A

In standaardzaken: negatief (OM beoordeelt feitelijk niet ieder geval)

in bijzondere zaken: positief

Hoewel de tijdgeest momenteel sterk repressief van aard is

22
Q

Wie kunnen binnen de Wet Om afdoening een strafbeschikking uitvaardigen?

A
  • OvJ
  • opsporingsambtenaren
  • bestuursorganen
  • belastingdienst

Verzet tegen strafbeschikkingen bij het OM

Geen verzet : geen tussenkomst van de strafrechter

Nu: niet aan transactievoorwaarden voldoen is bij de rechter komen

23
Q

Waar is de Wet Om afdoening in strafvordering geregeld?

A

Art 257a en volgende Sv

24
Q

Is de oplegging van een strafbeschikking een daad van vervolging?

A

ja

dit in tegenstelling tot een transactie of voorwaardelijk sepot

25
Q

Wie voert de strafbeschikking uit?

A

CJIB

  • bij weigering betaling

&

  • geen verzet
26
Q

Wanneer kan een strafbeschikking worden opgelegd?

A
  • niet meer dan 6 jaar gevangenisstraf
  • oplegging vrijheidsbenemende straffen is uitgesloten

Wel:

  • onttrekking aan het verkeer
  • geldboete
  • een schadevergoedingsmaatregel
  • ontzegging rijbevoegdheid max 6 maanden
  • maximaal 180 uren taakstraf
27
Q

Kan het OM aanwijzingen verbinden aan de strafbeschikking?

A

Ja:

  • afstand doen van inbeslaggenomen voorwerpen
  • storten van een bedrag in het schadefonds geweldsmisdrijven
  • andere het gedrag betreffende aanwijzingen

– deelname afkickprogramma

  • straat- en contactverbod
28
Q

Hoe gaat de politietransactie er uit zien?

A

vervangen door strafbeschikking

(mag per AMvB worden overgedragen aan opsporingsambtenaren)

  • bij overtredingen
  • bij bepaalde misdrijven met een geldboete van ten hoogste € 350,-
  • Opsporingsambtenaren moetn zich houden aan richtlijnen en voorschriften College van PG
29
Q

Wat is een randvoorwaarde bij sommige strafbeschikkingen?

A

Bij:

  • een taakstraf
  • ontzegging van de rijbevoegdheid
  • aanwijzing betreffende gedrag

`moet de verdachte:

  • zijn gehoord
  • willen meewerken aan het uitvoeren van de strafbeschikking
30
Q

Wat is de procedure als er sprake is van een geldboete, schadevergoedingsmaatregel of een combinatie van boven de € 2000,- is?

A
  • horen verdachte, die kan worden bijgestaan door een raadsman

Instemming niet vereist: tenuitvoerlegging kan worden afgedwongen

(vaak dagvaardt de OvJ als de verdachte zich verzet tegen strafoplegging)

31
Q

Wat is de consequentie als er voorafgaand niet wordt gehoord?

A

aan dit verzuim zijn geen wettelijke consequenties verbonden

32
Q

Wat als de verdachte het niet eens is met een strafbeschikking?

A
  • verzet binnen 14 dagen nadat hij deze in persoon heeft ontvangen
  • of nadat anderszins duidelijk is geworden dat de strafbeschikking hem bekend is
33
Q

Wanneer is verzet tegen een strafbeschikking niet mogelijk?

A
  • bij instemming met de strafbeschikking
  • schriftelijk afstand van zijn bevoegdheid tot het instellen van verzet tegen de beschikking
34
Q

Wat kan een verdachte doen om een sepot te krijgen?

A

Contact opnemen met de OvJ en adhv richtlijnen die het OM zelf pleegt te hanteren proberen te overtuigen

35
Q

Wanneer een procedure ex art 12 Sv?

A
  • niet vervolging strafbaar feit
  • vervolging wordt niet voortgezet
  • strafbeschikking door OvJ opgelegd
36
Q

Hoe toetst het Hof de beslissing van de OvJ ex art 12?

A

Niet marginaal maar vol

37
Q

Waarom art 12 procedure?

A
  • mogelijkheid voor belanghebbenden om opportuniteit van de vervolging aan de rechter voor te leggen?
  • overheid kan niet willekeurig haar eigen regels opzij zetten door geen vervolging in te stellen
38
Q

Wie is belanghebbende ex art 12?

Hoe wordt dat bepaald?

A
  • ieder die bij de instelling of voortzetteing van de vervolging een redelijk belang heeft:

– slachtoffer

– familieleden van het slachtoffer

– rechtspersonen

– de verzekeraar

– de verdachte

Het moeten mensen/rechtspersonen zijn bij wie door achterwege blijven van een strafvervolging getroffen is in een belang dat hem bepaaldelijk aangaat

39
Q

Is de verdachte altijd belanghebbende?

A

Nee, casueel bepaald

Wel: indien het onderzoek ter terechtzitting heeft aangevangen, heeft hij in beginsel belang bij de voortzetting van de vervolging

40
Q

Zijn familieleden van het slachtoffer belanghebbende?

A

Ja, maar casueel bepaald

  • mate van verwantschap
  • aard van het delict
41
Q

Welke rechtspersonen kunnen belanghebbenden zijn?

Hoe kunnen verenigen als voor behoud van de waddenzee hun belang verdedigen?

A
  • volgens art 2 Bw
  • organisaties genoemd in lid 3 van art 51 Sr

Via art 12 lid 2: belangen die ons allen aangaan maar waar niemand individueel voor opkomt

42
Q

Waarom is een verzekeraar een belanghebbende?

A

Vaak is er sprake van schade die een verzekeraar moet betalen en graag wil verhalen.

  • art 188 Rv bepaalt dat wanneer een NL strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een bepaald feit heeft begaan, dat dwingend bewijs is in een civiele zaak

Toch maken verzekeraars er niet veel gebruik van

43
Q

Wanneer is beklag ex art 12 Sv niet toegelaten?

A

Bij:

  • buitenvervolgingstelling (anders zou toch vrijspraak volgen)
  • betekening van een beschikking dat de zaak is geeindigd (anders worden beshikkingen van een rechtbank onderwerp van toetsing door het Hof na beklag van een belanghebbende

Dit omdat niet het OM maar de rechter de zaak heeft beeindigd

44
Q

Tegen welke beslissingen kan de beklagregeling in stelling worden gebracht?

A
  • tegen alle sepotbeslissingen, ongeacht of daaraan in de wet rechtsgevolgen zijn verbonden.
  • ook tegen kennisgeving niet verdere vervolging
45
Q

Wat zijn de beperkingen van het klachtrecht?

Hoe bij transactie?

A
  • tijd voor belanghebbende om beklag te doen
  • Niet mogelijk wanneerde OvJ zijn recht tot vervolgen heeft verloren (verjaring) of nooit heeft bezeten (klachtdelict)

Wel klachtrecht bij transactie: binnen 3 mnd nadat de klager op de hoogte is geraakt van de transactie

46
Q

Betreft klagen alleen niet vervolgen?

Wat is essentieel?

A

Nee, niet allen de in art 167 Sv bedoelde gevallen

maar ook:

  • klagen over het nalaten door politie en OM instellen van de noodzakelijke vervolgingsactiviteiten
  • weigering om stappen te ondernemen om een verdachte uitgeleverd te krijgen (mits het OM geen andere actie heeft ondernomen)

Essentieel is dat er sprake moet zijn van een impliciete of expliciete weigering om te vervolgen: wanneer het OM niets doet, zal eerst zo’n weigering moeten worden uitgelokt

47
Q

Op welke wijze is het sepotbeleid van de OvJ aan toezicht onderworpen?

A

Er wordt toezicht uitgeofend:

  • via de hierarchie (hoofdofficier, PG min van J),
  • door het parlement (via de politieke verantwoordelijkheid van de Minvan J) en
  • door rechters:

– art 12 Sv

– indien ten onrechte wel tot vevolging is besloten: in de bezwaarschriftenprocedure