Kennisclip 3: Cognitieve processen Flashcards

Week 3: Cognitieve en biologische processen

1
Q

Van wie is het cognitieve emotiemodel?

A

Arnold en Lazarus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitgangspunt van het cognitieve emotiemodel

A

Dat het niet zozeer gaat om de objectieve gebeurtenis op zich, die een emotie veroorzaakt, maar dat appraisal van belang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgorde cognitieve emotiemodel

A

Gebeurtenis - Appraisal - Persoon - Expressie - Symptoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Primaire appraisal

A

Onmiddellijke, automatische, onbewuste beoordeling of een stimulus/situatie goed of slecht is en in hoeverre deze relevant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Secundaire appraisal

A

Appraisal in relatie tot meer specifieke doelen en/of betrokkenheid van het ego

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Theorieën over secundaire appraisal

A
  • Core relation theme (Lazarus)
  • Dimensies van Smith en Ellsworth
  • Dimensies van Scherer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Discrete benaderingen

A

Appraisal geeft aanleiding tot afzonderlijke emoties, welke specifieke emotie er wordt opgeroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dimensionele benaderingen

A

Focus op componenten van appraisal die kunnen relateren aan verschillende emoties. Deze zijn flexibeler.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Core relation theme (Lazarus)

A

Overzicht van verschillende categorieën gebeurtenissen die emoties opwekken; samenvatting van soorten situaties die een specifieke emotie oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dimensionele benadering van Smith en Ellsworth

A

Acht verschillende dimensies van betekenis van de appraisal processen die tot verschillende emoties leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dimensionele benadering van Scherer et al.

A

Acht verschillende evaluatiechecks die altijd in een vaste volgorde plaatsvinden; specifieke vragen om situaties te veroordelen en daarmee te voorspellen welke emoties iemand ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Social sharing (Rimé)

A

De neiging om de emotie die je hebt ervaren te delen met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Motieven voor social sharing (10)

A
  • Repeteren
  • Ventileren
  • Hulp, steun en comfort krijgen
  • Rechtvaardigen
  • Verduidelijking en betekenis
  • Advies
  • Bonding
  • Empathie
  • Aandacht trekken
  • Entertainen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5 reacties van anderen wanneer je emoties deelt

A
  • Sociale steun
  • Fysieke gebaren
  • Concrete acties
  • De-dramatisering
  • Vragen stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly