Hoorcollege 4: Biologische processen Flashcards

Week 3: Cognitieve en biologische processen

1
Q

Nervus vagus

A

Zenuw die belangrijk is voor het parasympatisch zenuwstelsel. Beïnvloedt de ademhaling, hartslag en spijsvertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Polyvagaaltheorie (Porges)

A

Stelt dat er niet één maar twee sympathische stelsels zijn in ons autonome zenuwstelsel. Gaat ervan uit dat ons zenuwstelsel verschillende verdedigingsstrategieën hanteert wanneer we stress ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij een parasympatisch stelsel is het hartritmevariabilliteit … en bij sympathisch …

A

Bij een parasympatisch stelsel is het hartritmevariabilliteit hoger en bij sympathisch lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Invloed van parasympatische stelsel op het lichaam in rust (4)

A
  • Meer positieve emoties
  • Minder negatieve emoties bij stressvolle taken
  • Betere executieve functies bij uitvoering van uitvoerende controletaken
  • Genieten van meer sociale interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pen between teeth onderzoek

A

Deelnemers bekeken humoristische tekenfilms terwijl ze een pen in hun mond hielden op een manier die ofwel een glimlach uitlokte of glimlachen verhinderde. Conclusie: tekenfilms leken grappiger met een pen tussen de tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spieren configureren op basis van emoties

A

Wanneer je je gezichtsspieren zodanig aanspant dat deze overeenkomen met een specifieke emotie, ervaar je de betreffende emotie relatief ook daadwerkelijk zo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diep ademhalen

A

Angst van patiënten verminderde bij diep ademhalen, verhoogde vagus tonus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Botox-injectie voor wenkbrauwen

A

Lagere emotionele reactie op milde emotionele beelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Embodiment

A

Invloed van lichamelijke processen op emotie/denken/sociaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Somatische markerhypothese (Damasio)

A

We hebben informatie van het lichaam nodig om ons gedrag te sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kijken naar angstige plaatjes zorgde voor meer activiteit in de … tijdens systolische fase van hartritme

A

Amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Evidentie voor embodiment

A
  • Beschadigde ventromediale prefrontale cortex (VM-PFC)
  • Lage sympathische reactie op emotionele plaatjes, er worden minder signalen ontvangen in het lijf
  • Geen sympathische reactie tijdens goktaken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Embodiment - Botox injectie

A

Niet alleen verlaagde zelfexpressie, maar ook correctie waarneming van emoties van anderen is lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Embodiment - Spiegelneuronen

A

In de premotorische cortex vuren wanneer men een handeling uitvoert en wanneer je de ander de handeling ziet uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Embodiment - Insula

A

Is actief wanneer je walging, maar ook wanneer je walging bij een ander ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Encefalitis lethargisch (epidemische slaapziekte)

A

Aandoening aan de hersenen waarbij er een beschadiging is in het striatum. Belangrijk voor afgifte dopamine, betrokken bij slaap.

17
Q

Limbisch systeem - MacLean

A

Limbisch systeem is het emotionele systeem, geëvolueerd in zoogdieren

18
Q

Limbisch systeem - Ledoux

A

Amygdala staat centraal in limbisch systeem voor genereren van emotie, kent emotionele betekenis toe aan gebeurtenissen. Amygdala is ook actief in geluk

19
Q

Welk hersendeel is het belangrijkste binnen striatum om dopamine te produceren?

A

Nucleus accumbens

20
Q

Waarbij wordt dopamine vrijgelaten?

A

Plezier, motivatie voor beloning, sociale beloning en plezierige situaties

21
Q

Dopamine stimuleren bij ratten

A

Tijdens het proeven van suiker was ‘enthousiasme’ niet groter bij het stimuleren van dopamine, maar bij het stimuleren van opioïdereceptoren wel.

22
Q

Opioïde wordt vrijgelaten bij…

A

Genot

23
Q

Dopamine en motivatie (2)

A
  • Motivatie is lager wanneer nucleus accumbens beschadigd is
  • Nucleus accumbens wordt geactiveerd wanneer beloning wordt verwacht bij foktaak
24
Q

Empathie - sociale empathie, betrokken hersengebied

A

Mediale prefrontale cortex

25
Q

Empathie - fysieke pijn/empathie, betrokken hersengebieden

A
  • Anterior insula
  • Anterior cingulate cortex
26
Q

Mediale prefrontale cortex

A

Interssant voor zelfrepresentatie, empathie en beloning

27
Q

Orbitofrontale cortex

A

Belangrijk bij doelgericht handelen, beloning/benadering, straf/terugtrekken

28
Q

Dorsolaterale prefrontale cortex

A

Belangrijk voor planning en actie

29
Q

Prefrontale cortex - plekken in het midden (mediaal) is meer naar … gericht en plekken naar buiten (lateraal) is meer … gericht

A

Prefrontale cortex - plekken in het midden (mediaal) is meer naar binnen gericht en plekken naar buiten (lateraal) is meer planning gericht

30
Q

Dorsale anterieure cingulate cortex

A

Betrokken bij onaangename fysieke en sociale pijn