Hoorcollege 7: Huilen Flashcards

Week 6: Emoties in communicatie

1
Q

Twee soorten huilen

A
  • Akoestisch/vocaal
  • Visueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pathologisch huilen

A

Mensen met neurologische stoornis die zonder enige aanleiding huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten tranen

A
  • Basale tranen
  • Reflex tranen of irritante tranen
  • Emotionele tranen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Basale tranen

A

Worden afgescheiden door kleine traankliertjes onder je ooglid. Met elke oogknippering leggen we tranen over de ogen. Zorgen voor voeding en bescherming van het oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Reflex tranen of irritante tranen

A

Worden afgescheiden door grote traanklier in hoek van het oog. Sensorische zenuwen die waarnemen of er een vuiltje in het oog zit, sturen een signaal naar de kern. De kern stuurt de grote traanklier aan. Zorgen voor bescherming van het oog, wanneer er iets specifieks in het oog zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Emotionele tranen

A

Grote traanklier wordt aangestuurd vanuit het limbisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt er op bij de gezichtsspieren die betrokken zijn bij huilen?

A

Toegenomen bloedtoevoer rondom neus, tranen worden namelijk aangemaakt vanuit het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Huilen bij dieren

A

Huilen alleen vocaal en in de kindertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom zijn mensen de enige diersoorten die emotionele tranen laten?

A
  • Heeft te maken met het feit dat we als mensen uniek zijn vanwege de lange kindertijd. Mensen zijn dus een lange tijd hulpeloos.
  • Voordeel van lange ontwikkeling is dat we goed in staat zijn om ons aan te passen aan veel verschillende situaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom specifieke productie van tranen en geen andere reactie in de kindertijd?

A

Heeft te maken met het feit dat baby’s hun ogen samenknijpen. Daarmee oefenen ze druk uit op de traanklieren, waardoor productie van tranen gestimuleerd wordt via sensorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontwikkelingsaspecten van huilen (6)

A
  • Baby’s huilen om steun en troost uit te lokken bij opvoeders
  • Huilen van pasgeborenen als functie van hoeveelheid huid op huid contact
  • Afname in frequentie van huilen van 20-25 jaar
  • Akoestische aspecten worden minder belangrijk, visuele aspecten worden meer relevant
  • Veranderingen in antecedenten
  • Ontwikkeling in het verschil van geslacht bij huilen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Koliek huilen

A

Excessief huilen van baby’s die gezond en goed gevoed zijn. Men weet niet waarom deze baby’s overmatig huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom bestaan er geen ‘blije’ tranen?

A

Mensen die ‘blij’ huilen over positieve zaken, speelt mogelijk iets negatiefs op de achtergrond of ze zijn overweldigd door positieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer, waar en met wie huilen volwassenen het meeste?

A

Mensen huilen vaak thuis, vooral ‘s avonds. Alleen of in gezelschap van ouders of partner -> mensen waarvan we verwachten dat zij ons troost bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Factoren die een rol spelen bij individuele verschillen in frequentie (4)

A
  • Mate van blootstelling aan emotionele situaties
  • Hoe iemand een situatie ervaart en het geassocieerde gevoel
  • Hogere of lagere drempelwaarde van huilen
  • Vermogen om tranen te onderdrukken, vaak ten gevolge van sociale druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Brengt huilen opluchting?

A

Geen bewijs voor of huilen gezond is en zorgt voor opluchting. De juiste vraag is ‘‘voor wie en in welke omstandigheden brengt huilen opluchting?’’.

17
Q

Belangrijke factoren rondom huilen en opluchting

A
  • Kenmerken van de huiler
  • Aanleiding van huilen (antecedenten)
  • Reacties van anderen
18
Q

Verschillen tussen huilers en niet-huilers (3)

A
  • Geen verschillen in welzijn
  • Huilers scoren hoger op empathie, verbondenheid met anderen en ervaren sociale steun
  • Niet het huilen aan zich zorgt voor opluchting, maar de reactie van anderen
19
Q

Impact van tranen bij anderen (3)

A
  • De emoties van de waarnemer
  • De zelf gerapporteerde gedragstendencies van de waarnemer
  • Hoe het huilende individu wordt gewaardeerd
20
Q

Mensen die meer frequent huilen zijn… en meer bereid om …

A

Aardiger en socialer en meer bereid om te doneren aan een goed doel