kaartes bij tentamen deel II Flashcards

1
Q

wat is het kenmerkt van een obstructieve longfunctie?

A

een limitatie van de luchtstroom (airflow) door een luchtobstructie (emfyseem, bronchitis, astma). de TLC is normaal of soms verhoogd. de FVC is normaal. de FEV1 is verlaagd, de tiffeneau index is ook verlaagd: FEV1/(F)VC < -1.64 SD (LLN) of <0.7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het kenmerk van een restrictieve longfunctie?

A

een verminderde expansie van de long door een fibroserende ziekte, waarbij de TLC verminderd is. TLC <1.64 of <80% van voorspeld. de FVC neemt af, FEV1 vaak ook: FEV1/FVC verhoogd of normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er bij een interstitiele longziekte?

A

dit verlaagd de compilatie ( c= delta V/ delta P), waardoor de patiënt veel meer druk (P) moet genereren om het longvolume (V) op te rekken. dus veel drukverandering nodig voor een kleine volume verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe bereken je de ademarbeid?

A

door de stromingsarbeid en de elastische arbeid bij elkaar op te tellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is anatomische dode ruimte?

A

volume lucht van de toevoerende of geleidende luchtwegen van het ademhalingsstelsel waar zich geen alveoli bevinden en dus geen gaswisseling plaats vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is alveolaire dode ruimte?

A

volume lucht dat wel in de gaswisselingszone of respiratoire zone terecht komt maar door ontbreken van perfusie niet deelneemt aan gaswisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is fysiologische dode ruimte?

A

anatomische + alveolaire dode ruimte van de luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke onderzoeken doe je bij een sterke verdenking op idiopatische longfibrose?

A

HRCT en spirometrie

het aanvullende onderzoek dat gedaan kan worden is:
- HRCT-scan: bij longfibrose veel verbindweefseling
- bloedonderzoek: bloedgassen, onderzoek naar reumatische ziektes
- saturatie
- lever- en nierfunctie: om complicaties t.g.v. ingreep te voorkomen
- spirometrie: verkleind longvolume, wat wijst op restrictie. de diffusie blijkt laag te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

juist of onjuist:
1 In rust is de gemiddelde ventilatie 7 l/minuut en de cardiac output gemiddeld 5
l/minuut.
2 Bij inspanning kan de ventilatie toenemen met een factor 17 (17 maal zo groot).
3 Bij inspanning kan de cardiac output toenemen met een factor 6 (6 maal zo
groot).

A
  1. juist
  2. juist
  3. juist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bereken je met RQ?

A

RQ= V’CO2/V’O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kun je zeggen van een RQ> 1.2?

A

dit geeft aan dat er anaerobe verbranding heeft plaats gevonden en dat er sprake is van een maximale inspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de fontain classificatie?

A

I - geen klachten, wel afwijkingen
II - claudicatioklachten
a. niet invaliderend (meer dan 200 meter lopen)
b. wel invaliderend (minder dan 200 meter lopen)
III - rustpijn
IV - garneren/wonden/weefselverlies

bij fontaine III en IV is er al kritieke aschemie. hierbij zal looptraining geen herstel opleveren en moet er een invasieve behandeling gestart worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waaruit bestaat de looptraining bij claudicatio intermittens?

A
  • oefensessie dertig minuten
  • driemaal per week
  • tot pijngrens lopen
  • zes maanden niet werkt.

wordt primitief gedaan tot en met claudicatio intermittens II. als dit niet werkt of als er sprake is van Fontaine III en IV wordt er vaak gekozen voor invasieve behandeling.

als je de training volhoudt, zouden in theorie nieuwe collaterale moeten ontstaan (vasculogenese). een ander effect van de looptraining is dat de spieren gewend raken aan het anaerobe milieu waar ze in leven. op het moment dat deze mensen stoppen met looptraining, komen de klachten weer terug. de effectiviteit van de looptraining op de klachtvermindering is echter wel aanzienlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het 5-jaars risico op overlijden bij een patiënt met vasculaire claudicatio
intermittens van de onderste extremiteit?

A

20 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een aneurysma van de abdominale aorta?

A

een permanente verwijding van de aorta met een diameter minimaal 2x de wijdte van de normale diameter. de gemiddelde diameter van een aorta abdominalis is 1.5 - 2 cm, je spreekt van een aneurysma vanaf 3 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de drie vormen van aneurysma?

A
  1. pseudoaneurysma: dit is geen aneurysma maar een bloeding. de meest bekende oorzaak is een foutje van de chirurg of cardioloog. als de bloeding zich verspreidt tussen de weefsels kan er een enorme bloeduitstorting ontstaan. er kan ook een kleine holte omheen staan, in plaats van dat het Door de weefsels door sijpelt. op een gegeven moment ontstaat er een bepaalde druk in de holte die de holte in stand houdt. het is een staande bloeding
  2. fusiform aneurysma: het bloedvat is in alle richtingen min of meer in gelijke mate aan het dilateren, omdat de wand ziek is.
  3. sacculair aneurysma: aan een kant is er een verzwakking van de wandlagen. dit kan worden veroorzaakt door een infectie, trauma of geruptureerde atherosclerotische plaque.
17
Q

bij een CVA kunnen in de hemisfeer symptomen worden veroorzaakt. welke zijn dit?

A
  • eenzijdig krachtsverlies
  • eenzijdig gevoelsverlies
  • verwarring en spraak- of taalproblemen. (afasie)

–> de plaats waar het stolsel heen is geschoten bepaald wat uitvalt.

18
Q

in welke volgorde wordt aanvullend onderzoek gedaan bij mensen die een CVA hebben gehad?

A

eerst een CT-brein. als de situatie niet meer acuut is dan duplex en een CT-angiografie, ECG en eventueel nog een echtcardiogram