i-a-e Flashcards
1
Q
bidden
A
bad, badden, gebeden
2
Q
liggen
A
lag, lagen, gelegen
3
Q
zitten
A
zat, zaten, gezeten
Irregular verbs > i-a-e > Flashcards
bidden
bad, badden, gebeden
liggen
lag, lagen, gelegen
zitten
zat, zaten, gezeten