HS8: Motivatie Flashcards

1
Q

wat is de “person as a machine”

A

gedragingen van mensen zijn reflexief en zonder bewustzijn

gedreven door interne needs en aangetrokken door externe needs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is “person as scientist”

A

person as scientist:

> mensen zijn actief op zoek naar informatie

>mensen willen leren

> limited rationality: onvermogen van mensen om perfecte rationele beslissingen te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is “person as a judge”?

A

person as a judge:

> mens op zoek naar informatie in hoeverre anderen reden zijn voor positieve/negatieve gevoelens

> kiezen van “personal course of action”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het basismodel van motivatie (op de werkvloer)?

A

motivatie x vermogen - situationele beperkingen

= prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke theorien

> person as a machine

> person as a scientist

> person as a judge

A

person as a machine:

> maslow/two factor theory

> reinforcement theory

person as a scientist:

> VIE theory

> Equity theory

Person as a judge:

> goal setting theory

> control theory

> action theory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitleg: reinforcement theory

A

gedrag afhankelijk van 3 factoren:

> stimulus, respons, beloning

3 soorten beliningen:

  1. contingent: beloning afhankelijk van respons
  2. intermitted: sommige responsen beloning
  3. continous: elk respons beloning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 problemen reinforcement theory

A
  1. niet praktisch, je kan werk niet opdelen in stukken
  2. je kan niet alle gedrag observeren
  3. gedrag observeren kost veel tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitleg: VIE theory

A

VIE theory: individuen schatten

> V alence - voorkeur voor bepaalde uitkomst

> I nstrumentality - relatie tussen prestatie en doel

> E xpectancy - overtuiging dat bepaalde gedraging zal leiden tot bepaalde uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitleg: equity theory

A

equity theory:

> input/output ratio vergelijken met die van anderen

> als die niet gelijk is ontstaat spanning, er worden stappen ondernomen om deze spanning te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uitleg: dissonance theory

A

dissonance theory:

> mensen hebben soms onvereinigbare gedachten

> spanningen ontstaan

> proberen om spanning te reduceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitleg: goal setting theory

A

goal setting theory:

> mensen met een specifieke doel presteren beter

> doelacceptatie: het accepteren van een toegewezen doel

> commitment: het gaat om een zelf gesteld doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitleg: control theory

(onderdeel goal setting theory)

A

control theory: (goal setting theory)

> feedback loop: werkelijke prestatie vergelijken met een standaard -> prestatie aanpassen

> hoge kwantiteit, slechte kwaliteit

> doelen moeten als haalbaar gezien worden

> bij moelijke doelen: partial reward

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitleg: control theory/self regulation

A

control theory/self regulation:

> informatie opnemen over gedrag en dit gedrag aanpassen ahv deze informatie

> complexiteit van een werkplek: vele feedbackloops hierarchisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 wegen op die self efficacy kan ontstaan

A

self efficacy beinvloedt door:

  1. mastery experience
  2. modeling
  3. sociale overtuiging (aanmoediging)
  4. fysiologische toestand (negatief, ervaren stress en vermoeidheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

self efficacy gerelateerd aan?

self esteem gerelateerd aan?

A

self efficacy meer gerelateerd aan motivatie

self esteem meer gerelateerd aan emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitleg: action theory

A

action theory: nadruk op de rol van intentie

4 fases:

  1. predecisional: bestuderen van eigen behoeften
  2. postdecisional: bedenken van strategien
  3. actional: uitvoeren
  4. evaluative: evalueren van acties