HS 12: Leiderschap Flashcards
welk persoonlijkheidskenmerk staat in verband met zowel leader emergence als ook leader effectiveness?
extraversie
mensen met zelfcontrolerende persoonlijkheid en leiderschap
worden sneller gekozen als leider
maar blijken geen effectieve leiders te zijn
(vooral niet op het hoogste niveau van organisatie)
3 soorten desctuctieve leiders
1) tiranniek: accepteerd doelen van organisatie, probeert deze te bereiken door sabotage en manipulatie van ondergeschikten
2) ontspoord: gedrag zich net als de tirannieke leider, maar accepteerd doelen van organisatie NIET
3) steunende-verradende leider: werkt tegen de doelen van organisatie, maar is welwillend naar de ondergeschikten toe
3 soorten leiderschap
1) attempted: proberen om volger te veranderen
2) succesful: gedrag van volger veranderen
3) effective: gedrag van volger veranderen, volger en leider zijn er blij mee
leidersontwikkeling vs leiderschapsontwikkeling
leidersontwikkeling: gericht op het ontwikkelen van individuele leiderkenmerken zoals kennis, behendigheid en vaardigheden
leiderschapsontwikkeling: gericht op de relatie tussen de leider en de volger, ontwikkelen van omgeving waarin de leider relaties kan opbouwen
waaruit bestaat interpersonal competence?
(David Day)
interpersonal competence
> sociaal bewustzijn
> sociale vaardigheden
motivatie om te leiden
3 kenmerken van leiders
1) machtsmotief (niet alle)
2) activity inhibition - niet impulsief
3) lage affiliatiebehoefte - lage behoefte aan goedkeuring of banden met anderen
uitleg: great man theories
gebaseerd op geschiedenis
2 kenmerken belangrijk
1) heftige gebeurtenis - bijna overleden
2) gewenste karaktertrek
deze theorien weinig steun van wetenschappelijk onderzoek
3 redenen voor het falen van de trait approach
1) geen consistente verband gevonden tussen karaktertrekken en effectief leiderschap
2) leiderschap niet geaccepteerd in een grotere context
3) te veel waarde gehecht aan productiviteit als criterium
5 soorten macht die leiders nastreven
(power approach)
1) macht van beloning
2) macht tot dwang
3) wettelijke macht - recht van de leidinggevende om ondergeschikten te beinvloeden
4) referentiemacht - voorbeeld zijn
5) macht van deskundigheid
uitleg: behavioural approach
ontwikkeld naar aanleiding van onvolledige trait apporach
2 soorten gedragingen van leider
1) consideratie - wederzijds vertrouwen, respect etc
2) aanbrengen van structuur - groep organiseren en definieren
uitleg: leader - member exchange theory (LMX(
leider gedragen zich verschillend tegen verschillende leden
in groep: goede relatie, geen autoriteit nodig
out groep: slechte relatie, autoriteit wel nodig
uitleg: levenscirkel van een leider- volgerrelatie
relaties tussen leider en leden ontwikkelt zich over tijd
> taak van de leider is om relatie met leden op een hoger niveau te brengen
LMX positiev geacossocieerd met?
organizational citizenship behaviour
transformationeel vs transactioneel leiderschap
(Burns)
twee einden an continuum
transformationeel: gandhi, luther - leider overtuigt leden dat zij een verschil kunnen maken
transactioneel: leden laten zien hoe zij een doel kunnen bereiken, met beloning (straff)