HS7: Training en ontwikkeling + HC Flashcards

1
Q

2 leertechnieken die efficient zijn

A

1) practice testing
2) distributed practice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 leertechnieken die moderat efficient zijn

A

1) elaborative interrogation
2) self explanation
3) interleaved practive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 leertechnieken die niet efficient zijn

A

1) summarization
2) highlighting
3) keyword mnemonic
4) imagery use for text learning
5) rereading

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

8 kenmerken van flow

A

1) duidelijk doel
2) concentratie en doelgerichtheid
3) verlies van tijdsbesef
4) verlies van zelfbewustzijn
5) directe feedback
6) evenwicht tussen vaardigheid en uitdaging
7) gevoel van persoonlijke controle
8) activiteit is intrinsiek belonend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 categorien uitkomsten van leren

A

1) cognitieve resultaten - declarative kennis
2) skill based - procedurele kennis
3) affectieve resultaten - attitudes/geloofsovertuiging leidt tot gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 stappen van training need analysis

A

1) organisatie analyse - onderzoek naar context van organisatie ( waar/hoe trainen?)
2) taakanalyse - wat moeten werknemers kunnen?
3) persoonsanalyse - welke personen trainen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 stappen in “behavioural modelling”

A

1) observatie van positieve gedragingen
2) oefenen in rolspelen
3) feedback op rolspeel
4) toepassen op werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 concepten van het leren

A

1) active practice - actieve deelname ipv observatie
2) overlearning - theoretische training, ook bij voldoende ervaring (bv. als er geen ruimte voor fouten is)
3) automatisme - uitvoeren van taak met beperkte aandacht
4) fidelity - overeenkomen van trainingsomgeving en werkomgeving ( fysiek/psychologisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 on site trainingsmethoden

A

1) on the job training- leren van meer ervaren werknemers
2) apprenticeship
3) job rotation - verschillende banen binnen een afdeling

> voorbereding op manager positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is programmed instruction?

A

trainees krijgen instructies op computer

> lineair programming - alle trainees hetzelfde materiaal

> branching programming - trainees krijgen extra materiaal over de stof met die ze moeite hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

goldstein en tord: 4 redenen voor het gebruik van simulatoren

A

1) gecontroleerde nabotsing mogelijk
2) veiligheid
3) leeroverwegingen
4) kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 factoren belangrijk voor uitiliteitsanalyse

A

1) aantal getrainde individuen
2) verschillen in werkprestatie tussen getraind/ongetraind
3) hoe lang training invloed op prestatie?
4) variatie in prestatie bij niet getrainde invididuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het beste design om het effect van training te meten?

A

pretest posttest control group design

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 stappen van een efficiente training

A

1) inhoud presenteren
2) demonstreren
3) oefenen
4) feedback geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

trainingsevaluatie: model kirkpatrick

4 stappen

A

1) eigen inschatting (reaction criteria)
2) test ( learning criteria)
3) werkprestatie (behaviour criteria)
4) effecten ( result criteria)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly