Hoorcollege 11 (Multiple Sclerose in de kliniek) Flashcards

1
Q

Wat houdt Multiple Sclerose globaal in?

A

Multiple Sclerose is een aandoening waarbij het centrale zenuwstelsel wordt aangetast doordat myeline rondom axonen wordt afgebroken. Dit lijkt resultaat te zijn van een immunologische reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee vormen MS?

A
  • Tijdelijke MS kan voorkomen, waarbij na een kortdurende demyelinisatie er weer remyelinisatie opspeelt (myeline zal daar nooit meer optimaal werken).
  • Progressieve MS ontstaat wanneer axonen en neuronen degenereren als gevolg van de demyelinisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is exacerbatie?

A

Toename in symptomen van de ziekte (Schub)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen van MS?

A
  • Neuritis optica (oogzenuwontsteking)
  • Lhermitte’s syndroom (stroomgevoel langs ruggengraat)
  • Ataxia (verlies vrijwillige coordinatie)
  • Verstoring van oogbewegingen
  • Verlies van motorische functies
  • Blaasdysfunctie
  • Psychologische functies (vertraging van verwerking, aandachtstekort, verstoring van geheugen en taalfuncties)
  • Vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is er een concrete diagnose-methode voor MS?

A

Nee, het is alleen mogelijk om het ziekteverloop te bestuderen en op basis hiervan conclusies te trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een belangrijke eigenschap / methode om MS te diagnosticeren?

A

‘Dissociatiion in space and time’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan MS op de MRI aangetoond worden?

A

Witte vlekken in oa de ventrikels en ruggengraat. Dit duidt namelijk op een inflammatoire respons.
Laesies in het brein komen bij andere ziektes ook voor, echter zijn de laesies in het ruggengraat typerend voor MS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan er naast de symptomen en de MRI onderzocht worden om MS te constateren?

A

Het CSF waarbij oligoklonale banden te zien zijn en de IgG-index gemeten kan worden (wordt niet vaak meer gebruikt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rond welke leeftijd begint MS?

A

20-40 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke verschillende vormen van MS zijn er?

A
  • Relapsing Remitting MS
  • Secundair Progressieve MS
  • Primair Progressieve MS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt Relapsing Remitting MS in?

A

Het ziekteverloop kent terugvallen (relaps) en herstelperioden (remit). Ongeveer 85% van de mensen met MS heeft deze vorm in de beginfase. Na iedere relaps herstelt het myelinelaagje rond de zenuwuitloper zich geheel of gedeeltelijk. Hoeveel relapses je krijgt en hoe goed je herstelt, verschilt per patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt Secundair Progressieve MS in?

A

Als het myelinelaagje zich na een relaps steeds minder goed herstelt en gaten krijgt, is herstel niet meer mogelijk. De Relapsing Remitting MS gaat dan over in secundair progressieve MS. Heel geleidelijk kunnen in deze fase lichaamsfuncties afnemen. Wanneer MS in deze fase komt, is niet te voorspellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt Primair Progressieve MS in?

A

Kenmerkend voor deze vorm is dat de myeline zich vanaf de eerste relapses niet herstelt. Er is sprake van geleidelijk verlies van lichaamsfuncties. Er zijn geen periodes meer van terugval en herstel. Soms begint MS meteen met dit beeld. Deze vorm komt bij minder dan 15% van de MS-patiënten voor. Dit is ook lastiger te zien op de MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe veel sneller vindt atrofie bij MS patienten plaats dan bij gezonde mensen?

A

10x sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aan het begin van de ziekte speelt inflammatie een grote rol, maar die verschuift naar een ander aspect in de latere stadia. Zoals wat?

A

Degeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de oorzaak van MS?

A

We weten het niet, hebben enkel theorieen.

17
Q

Wat waren de onderzoeken betreft genetica van MS?

A

Het blijkt dat (direct gerelateerde) familie van patiënten een hogere kans hebben voor het ontwikkelen van MS (toch is het absolute risico maar 1-3%). Een ander onderzoek toonde aan de eeneiige tweelingen 30% kans hadden op het ontwikkelen van MS i.v.m. twee-eiige tweelingen (4,7%). Zo zijn er een aantal immunologische genen geconstateerd die bijdragen in de ontwikkeling van MS.

18
Q

Noem enkele omgevingsfactoren voor MS

A

a. MS komt voornamelijk voor in westelijke landen, en minder in tropische landen.
b. Uit een migratiestudie bleek dat mensen die dichter bij de evenaar woonden een minder groot risico op MS hadden. Ook blijkt de leeftijd waarop iemand migreert uit te maken voor het risico. Hoe jonger, hoe groter de kans dat de persoon het risico van de omgeving waar die naartoe verhuist overneemt.
c. Er bestaan geen patiënten die wel MS hebben, maar geen antilichamen hebben voor het EBV virus. Het EBV virus heeft dus invloed op de ontwikkeling van MS.
d. Op plekken waar parasieten veel voorkomen, zijn er minder gevallen van MS. Ook ontwikkelt de ziekte hier minder snel dan in regio’s met minder parasieten.
e. Lage vitamine-D concentratie is een risico factor (voeding of UV-licht).
f. Microbiota: er is een grote interactie tussen microbiota en je immuunsysteem. In hoeverre dit een rol speelt en hoe is nog onduidelijk. Er wordt veel onderzoek gedaan.

19
Q

Een van de medicijnen voor MS is Interferon-beta / glatiramer-acetate. Hoe werkt dit medicijn?

A

Het eerste medicijn dat gevonden werd voor MS. Het kan het ziekteproces enigszins verminderen. Het is een stofje dat zich natuurlijk in het lichaam bevindt, maar wordt in hoge dosis, via infuus, toegediend. Dit kan wel leiden tot huid-irritaties maar dit verdwijnt vaak na enkele maanden.

20
Q

Een ander medicijn is Natalizumab. Hoe werkt dit medicijn?

A

De eerste second-line treatment dat uitgevonden is en bestaat uit een monoclonaal antilichaam dat via adhesiemoleculen aan lymfocyten bindt. Hierdoor kunnen de lymfocyten het bloed niet verlaten en komen dan niet terecht in de hersenen. Het is een erg effectief medicijn, waarbij veel symptomen stabiliseren/verbeteren. Een belangrijke bijwerking is dat in het algemeen lymfocyten niet meer in de hersenen kunnen komen, waardoor de hersenen vatbaar zijn voor virussen. Hierom wordt er vooraf gekeken of patiënten geen virussen bij zich dragen, om te voorkomen dat die plotseling schade veroorzaken. Dit medicijn wordt maandelijks via een infuus toegediend.

21
Q

Hoe werkt Alemtuzumab?

A

een gehumaniseerd monoclonaal antilichaam dat bindt aan de CD52 receptoren op B- en T-cellen die vermoedelijk een rol spelen bij MS. Hierdoor zijn er maar beperkt immuuncellen tijdens de behandeling en wordt hierdoor ook antivirale medicatie toegediend (totdat repopulatie van de immuuncellen plaatsvindt). Het medicijn wordt 2 keer via een infuus toegediend met een tussenperiode van een jaar. Dit zorgt in 75% van de patiënten voor een stabilisatie van MS voor meerdere jaren (soms is hiervoor nog een 2e/3e infuus nodig). Een bijwerking is infectie en auto-immuniteit, waarvan 30-40% last krijgt van oude auto-immuunziekten.

22
Q

Wat is autologe hematopoietische stamceltransplantatie (aHSCT)?

A

een recente ontwikkeling die steeds meer aandacht krijgt. Het is nog onduidelijk of men genezen wordt na deze behandeling, maar we weten wel dat iemand met active remitting relapsing MS dat veel patienten een stabiele situatie hebben na deze behandeling. Het is wel een aggresieve behandeling en er is natuurlijk ook kans op complicaties, maar na een herstelperiode van een paar weken zou alles in orde moeten zijn. Er zijn nu studies bezig die deze behandeling met first- en secondline behandelmethodes vergelijken. Helaas wordt deze behandeling nog niet vergoedt omdat de instanties het nog niet zien als een echte behandeling. De patienten zijn hun eigen donor.