Hoofdstuk 9 - Variaties van de seksuele ontwikkeling en genderdysforie

Question 1

Hoelang duurt het eer de hormonale behandeling bij transgenders aanslaat?

Answer 1

Een jaar tot anderhalf jaar.

Question 2

Wat kan bij een patiënt met genotype 46, XY zorgen voor ondervirilisatie?

Answer 2

1. Aandoeningen van gonadale ontwikkeling
   - Complete gonadale dysgenese (Swyer syndroom)
   - Partiële gonadale dysgenese
   - Gonadale regressie
   - Ovotesticulair ASO
2. Aandoeningen in de androgeensynthese of actie
   - Androgeen biosynthzse defect
   - Defecten in androgeen werking
   - LH receptor defecten (Leydig cel hypoplasie of aplasie)
   - Persisterende Mulleriaanse structuren

Question 3

Wat kan bij een patiënt met genotype 46,XX zorgen voor overvirilisatie?

Answer 3

1. Aandoeningen van de gonadale ontwikkeling
   - Ovotesticulair DSD
   - Testiculair DSD (bv. SRY-gen)
   - Gonadale dysgenese
2. Androgeen exces
   - Foetaal: bv. 21-hydroxylasedeficiëntie
   - Foetoplacentair: bv. aromatasedeficiëntie
   - Maternaal: bv. exogeen, luteoom

Question 4

Wat zijn de bijwerkingen van de antiandrogenen cyproterone-acetaat en spironolactone?

Answer 4

Vermoeidheid, spierzwakte, onvruchtbaarheid, botontkalking en depressiviteit.

Question 5

Wat zijn absolute en relatieve contra-indicaties voor het geven van oestrogenen?

Answer 5

Absolute contra-indicaties: ernstige en onbehandelde hypertensie, bekend risico op trombose, VG van hersenbloeding of trombose en ernstige leverziekten

Relatieve contra-indicaties: roken, familiale VG van borst-kanker, hyperprolactinemie of ernstige obesitas

Question 6

Wat is de plaats van progestagenen in de hormonale therapie van transgenders.

Answer 6

Bij transvrouwen heeft het geen nut wegens onvoldoende bewezen effect en het verhoogd risico op tromboses. Bij transmannen kan het gebruikt worden om amenorroe te induceren indien dit met testosteron niet lukte.