Hoofdstuk 7 - Neuro-endocriene tumoren Flashcards

1
Q

Bespreek de verschillende groepen neuro-endocriene tumoren.

A
  • NET-G1: trage groei, lage proliferatie-index
  • NET-G2: invasieve groei, hoge proliferatie-index
  • NET-G3: invasieve groei, zeer hoge proliferatie-index, goed gedifferentieerd
  • NEC-G4: agressieve groei, zeer hoge proliferatie-index, weinig gedifferentieerd

De meeste behoren tot de 1e groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de lokalisatie van neuro-endocriene tumoren.

A

Deze is vaak t.h.v. digestieve tractus (appendix, maag, meestal ileum, rectum,…) of bronchiaal. 10-20% hebben multipele lokalisaties in tractus digestivus en/of andere organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bepaalt de symptomatologie van neuro-endocriene tumoren?

A
  1. Tumorale massa en lokalisatie: obstructieverschijnselen zoals pijn, ileus, obstructie-icterus, broncho-obstructie
  2. Endocriene secretie: Cushing bij ectopische CRH-secretie, carcinoïd-syndroom bij serotonine-secretie,…
  3. Uitgebreidheid van ziekte of metastasen op afstand: bv. botpijn, hepatomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het carcinoïdsyndroom?

A

Een syndroom gekenmerkt door flushing, diarree, rechterhartfalen en bronchospasmen veroorzaakt door een hypersecretie van serotonine, tachykinines en/of histamine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de diagnostiek van NETs.

A

Gouden standaard = histologische diagnose
Biochemische parameters
- Chromogranine A: gesecreteerd door neuro-endocriene cellen → ideaal als opvolging MAAR vals verhoogd bij atrofische gastritis, gebruik van PPI’s en verminderde nierfunctie
- Plasma NSE: nuttig bij NET’s t.h.v. de longen of NET’s met hoge proliferatie-index
- Bij carcinoïdsyndroom: verhoogde excretie van serotonine-metabolieten in urine
→ vals verhoogd bij eten van avocado, bananen, ananas, tomaten, pruimen, walnoten en cafeïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de therapie van NETs.

A
  • Niet-gemetastaseerd: altijd chirurgisch
  • Persisterende syptomen na resectie OF inoperabiliteit: serotonineantagonisten (octreotide, lanreotide)
  • Substitutie van tryptofaan gezien een de tumor dit allemaal opgebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly